This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat denken jullie wat vorm is ?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
uitleg kort
Per groepje krijgt een vorm en deze maken jullie na in de doos.
keep it simpel denk niet in kleuren maar in de vorm.
timer
20:00
Slide 15 - Slide
Evaluatie
The single path
Limiteert, maar structureert de ervaring van de bezoekers: er is geen vrijheid om routes op eigen initiatief te ontdekken, maar het zorgt er wel voor dat elke bezoeker dezelfde informatie en ervaringen krijgt.
Handig voor wanneer er een zekere basiskennis vereist is voor een tentoonstelling (ookwel ‘scaffolding’ genoemd).
Vooral ruimtes in traditionele musea maken gebruik van deze route vanwege de vaste structuur in het gebouw.
Let wel op het beheer van bezoekersstromen; door slechts één route kunnen er drukke punten ontstaan.
The Star exhibits
Een methode om een route te creëren waarbij de bezoeker eerst wordt aangetrokken tot de meest opvallende, dramatische en spannende stukken, gevolgd door de aandacht voor de minder opvallende stukken in de ruimte.
Handig voor een optimale bezoekerservaring: dit zorgt ervoor dat de ruimte tot leven komt rond de meest opmerkelijke stukken, wat de verwachtingen van de bezoeker voor de kwaliteit van de tentoonstelling verhoogt.
Ook handig voor de flow: dit zorgt ervoor dat de bezoeker meer door de ruimte wordt geleid, langs de verschillende opvallende focuspunten.
The map orientation
Een manier om met een centraal punt in de ruimte (vaak in de vorm van een interactieve kaart) verschillende routes te creëren.
Biedt de bezoeker overzicht en inzicht in de verschillende manieren waarop de ruimte ontdekt kan worden. Daarnaast biedt het de bezoeker ook een veilig en centraal punt waar die naar kan terugkeren om zich weer opnieuw te oriënteren in een ruimte.
The fan pattern
Biedt de bezoeker direct een overzicht van alles wat zich in de ruimte bevindt.
Ideaal voor bezoekers met beperkte tijd of minder aandacht en interesse. Zo kan de bezoeker eenvoudiger een specifiek onderdeel in de ruimte kiezen om naartoe te gaan.
The area’s of affinity
Dit is een aanpak die ook kan helpen bij het structureren van de inhoud van een tentoonstelling wanneer deze niet direct aanwezig is. Objecten die verband houden met elkaar worden bij elkaar geplaatst, waardoor "gebieden van affiniteit" ontstaan.
Het geeft de bezoeker de mogelijkheid om zelf visuele connecties te maken tussen de tentoongestelde objecten, maar ook om ze met elkaar te vergelijken en gemakkelijk van het ene object naar het andere te gaan.
Let wel op dat je als maker goed moet nadenken over hoeveel ruimte je tussen de objecten laat! Zo moet er genoeg ruimte tussen de objecten zijn zodat de bezoeker er tussendoor kan bewegen, maar niet te veel ruimte waardoor de visuele connectie niet meer gemaakt kan worden.