What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Le futur proche
Vul in:
Je ... (aller/futur proche)
A
vais
B
vais aller
C
vas aller
D
va allez
1 / 31
next
Slide 1:
Quiz
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vul in:
Je ... (aller/futur proche)
A
vais
B
vais aller
C
vas aller
D
va allez
Slide 1 - Quiz
Cherche le futur proche
Kijk naar het plaatje en zoek de futur proche - Er zijn er 2!
Slide 2 - Slide
futur proche - je - parler
A
je vais parler
B
j'ai parlé
C
je parle
D
je parlerai
Slide 3 - Quiz
choisir, futur proche:
vous ...
Slide 4 - Open question
parler, futur proche:
il ...
Slide 5 - Open question
ils - avoir (futur proche)
A
ils font avoir
B
ils avoirent
C
ils vont avoir
D
ils sommes avoir
Slide 6 - Quiz
(avoir, futur proche) nous
A
irons
B
allons avoir
C
avons aller
D
aurons
Slide 7 - Quiz
Boire
nous .....
futur proche
Slide 8 - Open question
Ik snap de futur proche.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 9 - Poll
Futur PROCHE
Vous ............. (être)
A
allez être
B
serez
C
allez serez
D
êtes
Slide 10 - Quiz
Maak nu zelf een zin met de futur proche
Slide 11 - Slide
Futur proche
Aller
Je
vais
Tu
vas
Il / Elle / On
va
Nous
allons
Vous
allez
Ils
vont
Slide 12 - Slide
futur proche
arriver: tu
Slide 13 - Open question
attendre, futur proche:
nous ...
Slide 14 - Open question
avoir,
je, futur proche
Slide 15 - Open question
(prendre, futur proche)nous........
Slide 16 - Open question
je - regarder (futur proche)
A
je vais regarder
B
je vas regarder
C
je regardera
D
je regarderai
Slide 17 - Quiz
De futur proche betekent de nabije toekomst in het Nederlands.
Hoe vorm je de 'futur proche'?
A
een vorm van gaan (aller) + hele werkwoord
B
Hele werkwoord + uitgangen (ai,as,a,ons,ez,ont)
Slide 18 - Quiz
futur proche
Slide 19 - Slide
Wat is de futur proche?
A
Tegenwoordige tijd
B
Nabije toekomst
C
Verleden tijd
D
Voltooid tegenwoordige tijd
Slide 20 - Quiz
Hoe maak je de futur proche?
A
avoir + hele werkwoord
B
aller + hele werkwoord
C
être + hele werkwoord
D
vouloir + hele werkwoord
Slide 21 - Quiz
futur proche
arriver: tu
Slide 22 - Open question
Wat is een futur proche?
A
Je donnerai
B
Je donnerais
C
Je vais donner
D
J’ai donné
Slide 23 - Quiz
Boire
je .....
futur proche
Slide 24 - Open question
Futur proche in NL =
A
gaan + heel werkwoord
B
hebben + heel werkwoord
C
zijn + heel werkwoord
D
gaan
Slide 25 - Quiz
(avoir, futur proche) nous
A
irons
B
allons avoir
C
avons aller
D
aurons
Slide 26 - Quiz
Le futur proche
Wat was ook alweer de futur proche?
Hoe vervoeg je de futur proche?
timer
1:00
Slide 27 - Slide
Futur proche
Slide 28 - Slide
futur proche
Hoe maak je futur proche? -> vorm van aller + hele werkwoord
Slide 29 - Slide
Aan het einde van deze les...
... weet je wanneer je de
futur proche
gebruikt.
... weet je hoe je een
futur proche
maakt.
... kun je een
futur proche
invullen in een zin.
Slide 30 - Slide
futur proche - je - parler
A
je vais parler
B
j'ai parlé
C
je parle
D
je parlerai
Slide 31 - Quiz
More lessons like this
Le futur proche
April 2025
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HH imparfait + uitleg futur proche (5 juin)
1 day ago
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Le futur proche
January 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Le futur simple + le futur proche
November 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Klas 2 - Werkwoordenles
November 2023
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
avoir/etre/faire/aller
November 2024
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
rangtelwoorden, futur, ww -ir, toetsing U9
January 2021
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Futur en futur proche
May 2021
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3