Einführung - Kapitel 3 'Unterwegs'

• Duits
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Neues Kapitel!

'Unterwegs'

Dienstag, den 6. Dezember 2022

Was machen wir heute?

- Einführung zum Kapitel + Lernziele

- Video 'Rundfahrt durch Berlin'

- Wortschatz

- Abschluss 

Einführung Kapitel 3

- Wörter über Infrastruktur

- Redemittel

- Einige Verben (werkwoorden)

- 'Allgemeine' Wörter

- Grammatik: de werkwoorden 'können, müssen en dürfen in de verleden tijd

Lernziele

- Aan het eind van dit hoofdstuk kun je de weg vragen en de weg wijzen. 

- Aan het eind van dit hoofdstuk kun je informatie vragen en geven over het openbaar vervoer. 

- Aan het eind van de paragraaf 'sehen' kun je een reisprogramma begrijpen. 

- Aan het eind van de paragraaf 'hören' kun je een interview met reizigers begrijpen. 

- Aan het eind van de paragraaf 'Leren' kun je de hoofdlijn van eenvoudige teksten uit een jongerentijdschrift begrijpen. 

- Aan het eind van de paragraaf 'Grammatik' kun je de modale werkwoorden in de verleden tijd gebruiken. 

- Aan het eind van de paragraaf 'Spreken' kun je de 'sch', 'sp' en 'st' uitspreken, kun je de weg vragen, de weg wijzen en kun je informatie vragen en geven over het OV. 

- Aan het eind van de paragraaf 'Schreiben' kun je een route beschrijven. 

Unterwegs

00:39

Wie hoch ist der Fernsehturm?

1. 356 Meter
2. 635 Meter
3. 365 Meter
4. 536 Meter

01:03

Wie viele Betonblöcke stehen am Holocaustdenkmal?

1. 2000
2. 700
3. 27000
4. 2700

01:45

Was ist das für ein Gebäude?

1. Reichstag
2. Alexanderplatz
3. Schloss Belvedere
4. Schloss Schönbrunn

02:10

Waarom wordt dit gebouw ook wel de 'wasmachine' genoemd?

1. Omdat dit het gebouw is waar wasmachines zijn uitgevonden
2. omdat het eruitziet als een wasmachine
3. omdat het een wasmachinefabriek is
4. Omdat de president gefascineerd was door wasmachines.

Voor mij is nu duidelijk wat er in dit hoofdstuk van mij verwacht wordt.

1. Ja, het is duidelijk.
2. Nee, de leerdoelen of de leerstof is me nog niet duidelijk.
3. Ja, het is duidelijk en ik heb er zin in!
4. Anders

Ik heb goed meegedaan deze les.

1. Ja, ik ben tevreden.
2. Ik heb matig meegedaan.
3. Ik heb niet goed meegedaan.
4. Anders

Ik heb nog een vraag...