24-05

Goedemorgen Orka's
Wist je dat als je je rechteroog sluit je nooit over je rechterschouder kunt kijken.

1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemorgen Orka's
Wist je dat als je je rechteroog sluit je nooit over je rechterschouder kunt kijken.

Slide 1 - Slide

Verhalende tekst schrijven




Doel: Ik kan van een informatieve tekst een verhalende (verzonnen) tekst maken.

Stappenplan:
1. Pak je tekst erbij. 
2. Lees de 3 situatiebeschrijvingen door.
3. Kies een van de drie situatiebeschrijvingen.
4. Schrijf een verhalende tekst vanuit de situatie die jij hebt gekozen.

!LET OP! Je tekst schrijf je vanuit het ik-perspectief. 
Minimaal 150 woorden.

Slide 2 - Slide

Groep 7
Doel: Ik kan schaduwen tekenen door middel van lichtstralen.

Slide 3 - Slide

Hoe laat zal het hier zijn?

Slide 4 - Slide

Begrippen







Hoe steiler de lichtstraal, hoe kleiner de schaduw.
Schaduw --> ontstaat op de plek waar het licht niet op de grond kan schijnen. Het voorwerp houdt het tegen. 

Lichtbron --> 'bron' waar het licht vandaan komt. 

Lichtstraal --> teken je vanaf de lichtbron, precies langs de bovenkant van een voorwerp

De grond tussen het voorwerp en de lichtstraal is de schaduw.

Alles vanaf de kijklijn kun je zien.

Slide 5 - Slide

Groep 8
Doel: Ik kan een dictee schrijven zonder categoriekaart.

Slide 6 - Slide

Kies de juiste spelling.
A
de gymnastiek
B
de gymestiek

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
ik heb gedurft.
B
ik heb gedurfd.

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
de kompetitie
B
de competitie

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
de terapeut
B
de therapeut

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
praatend
B
pratend

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
strategisch
B
strategies

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
hij strijdt
B
hij strijd

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
de co-ordinatie
B
de coördinatie

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
da blemage
B
de blamage

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
positifiteit
B
positiviteit

Slide 16 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
lichamelijke
B
lichamellijke

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
hij verbood hem om te spelen
B
hij verbiedde hem om te spelen

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
oud scheidsrechter
B
oud-scheidsrechter

Slide 19 - Quiz

Dictee

Slide 20 - Slide

De privétrainer

De penalty's

Cruciaal

Slide 21 - Slide

Zij is teruggedeinsd.

Zijn fantasieën over de medaille.

Selma wordt geïnterviewd.

Slide 22 - Slide