§5 Vaste tekststructuren

Vaste tekststructuren
cursus 1 - Meer dan lezen
Devices blijven in de tas.
Open je methodeboek op blz. 32 a.u.b. en pak je schrift +pen.
basisvaardigheid:
- leesvaardigheid
§5 Meer dan lezen
*Je leert vaste tekststructuren herkennen en gebruiken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vaste tekststructuren
cursus 1 - Meer dan lezen
Devices blijven in de tas.
Open je methodeboek op blz. 32 a.u.b. en pak je schrift +pen.
basisvaardigheid:
- leesvaardigheid
§5 Meer dan lezen
*Je leert vaste tekststructuren herkennen en gebruiken

Slide 1 - Slide

Planning deze week
* §5 Meer dan lezen 
* Werken/voorbereiden pleidooi
* Woensdag 15 minuten stil lezen
* We starten met uitleg theorie

Slide 2 - Slide

 vaste tekststructuren (soort sjablonen)
1. aspectenstructuur
2. verleden/heden/toekomststructuur
3. voor-en nadelenstructuur
4. vraag-antwoordstructuur
5. argumentatiestructuur
6. probleem/oplossingstructuur
7. verklaringsstructuur

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Aspectenstructuur
  • Inleiding: onderwerp
  • Middenstuk: diverse aspecten van het onderwerp
  • Slot: samenvatting 

Voorbeeld: "Welke invloed heeft energydrank op jongeren?" 

Slide 6 - Slide

Verleden-heden-toekomststructuur
  • inleiding: introductie onderwerp
  • Middenstuk:  situatie vroeger, situatie nu, situatie toekomst
  • slot: conclusie (toekomstverwachting)

Voorbeeld: Hoe is de gloeilamp ontstaan en gebruiken we die nu nog? 



Slide 7 - Slide

Voor-nadelenstructuur
  • Inleiding: vraag of stelling
  • Middenstuk: voordelen/nadelen
  • Slot: afweging /conclusie 

Voorbeeld: "Wat zijn de voor- en nadelen van het starten van een lesdag om tien uur?"

Slide 8 - Slide

Vraag-antwoordstructuur
  • Inleiding: vraag
  • Middenstuk: antwoord 
  • Slot: samenvatting of conclusie 

Voorbeeld: "Welke maatregelen kan ik treffen tegen de opwarming van de aarde?" 

Slide 9 - Slide

Argumentatiestructuur
  • Inleiding: standpunt
  • Middenstuk: argumenten voor het standpunt / tegenargument / weerlegging
  • Slot: herhaling stelling / beantwoorden van de vraag 

Voorbeeld:"Het opvoeden van kinderen is onzin" 

Slide 10 - Slide

Probleem-oplossingstructuur 
  • inleiding: probleem
  • middenstuk: gevolgen, oorzaken, oplossingen
  • slot: afweging (beste oplossing) conclusie 
In de kern werk je het probleem uit 

Voorbeeld: "Hoe lossen we het eierentekort op?"


Slide 11 - Slide

Verklaringsstructuur 
  • Inleiding: noemen van een bepaald verschijnsel 
  • Middenstuk: kenmerken, voorbeelden, verklaringen, oorzaken, redenen
  • Slot: samenvatting

Voorbeeld: "Kaalheid bij mannen" 


Slide 12 - Slide

Welke tekststructuur herken je door tijdsaanduidingen in de tekst?
A
Verleden/heden (toekomst) structuur
B
Argumentatiestructuur
C
Voor/nadelenstructuur
D
Aspectenstructuur

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de volgende tekststructuur?
Inleiding: onderwerp
Middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp
Slot: samenvatting

A
ASPECTENSTRUCTUUR
B
ONDERWERP STRUCTUUR
C
VOOR- EN NADELEN STRUCTUUR
D
VRAAG- EN ANTWOORD STRUCTUUR

Slide 14 - Quiz

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Verklaringsstructuur

Slide 15 - Quiz

Welke vaste tekststructuur is zeker niet geschikt voor een uiteenzetting?(informatieve tekst)
A
Een aspectenstructuur
B
Een vraag-antwoord-structuur
C
Een argumentatie-structuur
D
Een verklaringstructuur

Slide 16 - Quiz

Welke tekststructuur past niet bij het betoog?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verklaringsstructuur
D
aspectenstructuur

Slide 17 - Quiz

Tekst 1 blz. 34 - De fasen van de slaapcyclus.
Ik lees de tekst voor. Maak tijdens het voorlezen aantekeningen in je boek. 
Huiswerk voor morgen: maak opdracht 3 vraag 1 t/m 11.


Werken aan het pleidooi.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide