20-21 par. 3.3 en 3.4 - inventariseren en voorraadkosten

1 / 30
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Goederenstroom
2hvsa en b
2020-2021
Verkoopspecialist
Docent: mevrouw Jansen

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Kennis toetsen par. 3.1 (soorten voorraad en voorraadniveaus)
  • Kennis toetsen par. 3.2 (voorraad inventariseren)
  • Uitleg par. 3.3 (manieren om te inventariseren)
  • Uitleg par. 3.4 (voorraadkosten)
  • Afgewisseld met kennis- en oefenvragen

Slide 3 - Slide

Leerdoelen van deze les
  • Je leert welke manieren er zijn om voorraad te inventariseren.
  • Je leert wat voorraadkosten zijn en hoe je deze uitrekent.
  • Je leert hoe je het voorraadkostenpercentage moet berekenen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Hoe zat het ook alweer?
  • Kennis toetsen par. 3.1 (soorten voorraad en voorraadniveau)
  • Kennis toetsen par. 3.2 (voorraad inventariseren)

Slide 8 - Slide

Welke soorten voorraad ken je?
Noem er twee

Slide 9 - Open question

Kennisvraag
Wat is pijplijnvoorraad en hoe noem je dit soort inkopen ook wel?

Slide 10 - Slide

Waarom houd je een maximumvoorraad aan?
A
Geen 'nee' verkoop
B
Is vaak gebonden aan de maximale schapruimte
C
Je houdt nooit een maximumvoorraad aan
D
Geen van de antwoorden is goed

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Wat is technische voorraad?

Slide 13 - Open question

Je hebt 2.150 artikelen in je winkel op voorraad liggen / Je hebt 37 artikelen in jouw winkel gereserveerd voor bestellingen van klanten die al door de betreffende klanten zijn betaald / Op een kledingbeurs heb je 523 stuks van een nieuwe collectie ingekocht, maar die bestelling moet nog geleverd worden / Vraag: bereken de economische voorraad.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Kennisvraag
Wat is veiligheidsvoorraad?

Slide 16 - Slide

Antwoord vraag
De veiligheidsvoorraad is de voorraad waarmee je afwijkingen in de vraag kunt opvangen als die vraag opeens groter is dan verwacht tijdens de levertijd of wanneer een levering niet op tijd binnenkomt.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat betekent integraal?

Slide 19 - Open question

Toelichting manieren om te inventariseren
  • Integraal = helemaal, dus je inventariseert de voorraad helemaal.
  • Steekproefsgewijs = een complete controle van een representatief deel van de voorraad.
  • Cyclisch =  een inventarisatie van de voorraad in verschillende secties of afdelingen.
           - Bijv. in een bouwmarkt per keer een andere productgroep inventariseren of een gangpad
            - Regelmatig, bijv. iedere dag of iedere week, wordt de voorraad in een deel van de winkel geteld
  • Continue = een doorlopende inventarisatie van de voorraad. 
            - bijvoorbeeld elke dag of elke week een deel inventariseren, dan ben je doorlopend bezig met inventariseren
            - als je regelmatig steekproeven neemt ben je ook doorlopend bezig met inventariseren

Slide 20 - Slide

Je kunt het inventariseren uitbesteden aan bedrijven die zich hierin hebben gespecialiseerd. Noem een voor- en een nadeel.

Slide 21 - Open question

Antwoord vraag
  • Voordeel uitbesteden inventarisatie: je hoeft zelf geen
     verkopers hiervoor vrij te maken. 
  • Nadeel: kosten zijn over het algemeen hoger dan wanneer
     het winkelpersoneel zelf de inventarisatie uitvoert.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Oefenvraag
  • Je hebt een kledingwinkel met een magazijn. De ruimtekosten voor het magazijn bij de kledingwinkel zijn € 8.720. De rentekosten over de voorraad in de winkel en het magazijn zijn € 600 en de risicokosten zijn
    € 1.400 .
  • Vraag: wat zijn de totale voorraadkosten?

Slide 27 - Slide

Oefenvraag
  • De risicokosten van een winkel zijn € 750,-
  • De gemiddelde voorraad in een winkel is € 15.500,- waard. 
  • Om de rentekosten te berekenen hanteert de winkelier een rentepercentage van 3%
  • De ruimtekosten voor het magazijn van de winkel zijn € 3.250,-
  • Vraag: bereken de totale voorraadkosten

Slide 28 - Slide

Oefenvraag
  • Het Tassenhuis heeft in één maand de volgende voorraadkosten:
                     rentekosten € 773
                     ruimtekosten € 4.500
                     risicokosten € 715
  • De waarde van de gemiddelde voorraad is € 30.000
  • Vraag: Bereken het voorraadkostenpercentage

Slide 29 - Slide

Huiswerk
  • Maken H3 - par. 3.3 en 3.4 - vraag 19 t/m 27 op pag. 126 t/m 127 in je boek.
  • Huiswerkopdracht zie in Teams.
  • Inleverdatum zie in Teams.
  • Huiswerk ingeleverd? Dan ontvang je de antwoorden per mail en kun je
     zelf de antwoorden nakijken.

Slide 30 - Slide