Transformaties

Teken van a
Absolute
waarde van a
Absolute
waarde van b
Teken van b
Coëfficiënt c
Coëfficiënt d
Spiegeling om de x-as
Spiegeling om de y-as
Horizontale verschuiving
Verticale verschuiving
Verticale uitrekking of inkrimping
Horizontale uitrekking of inkrimping
1 / 10
next
Slide 1: Drag question
wiskundeSecundair onderwijs

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Teken van a
Absolute
waarde van a
Absolute
waarde van b
Teken van b
Coëfficiënt c
Coëfficiënt d
Spiegeling om de x-as
Spiegeling om de y-as
Horizontale verschuiving
Verticale verschuiving
Verticale uitrekking of inkrimping
Horizontale uitrekking of inkrimping

Slide 1 - Drag question

De grafiek van g(x) = x³ + 4 ontstaat door die van f(x) = x³ te verschuiven naar boven over 4 eenheden.
A
Juist
B
Fout

Slide 2 - Quiz

De grafieken van f(x) = √x en g(x) = √-x zijn elkaars spiegelbeeld t.o.v. de x-as.
A
Juist
B
Fout

Slide 3 - Quiz

De grafiek van g(x) = 1/(x - 2) ontstaat door die van f(x) = 1/x te verschuiven naar rechts over 2 eenheden.
A
Juist
B
Fout

Slide 4 - Quiz

De grafiek van g(x) = 5.∛x ontstaat door die van f(x) = ∛x horizontaal uit te rekken met een factor 5.
A
Juist
B
Fout

Slide 5 - Quiz

De grafiek van g(x) = √3x ontstaat door die van f(x) = √x horizontaal in te krimpen met een factor 1/3.
A
Juist
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Als je de grafiek van f(x) = x³ één eenheid verschuift naar rechts ontstaat de grafiek van de functie...
A
g(x) = (x - 1)³
B
g(x) = x³ + 1
C
g(x) = (x + 1)³
D
g(x) = x³ - 1

Slide 7 - Quiz

Als je de grafiek van f(x) = √x twee eenheden verschuift naar boven ontstaat de grafiek van de functie...
A
g(x) = √(x + 2)
B
g(x) = √(x - 2)
C
g(x) = √x + 2
D
g(x) = √x - 2

Slide 8 - Quiz

Als je de grafiek van f(x) = 1/x spiegelt om de oorsprong ontstaat de grafiek van de functie...
A
g(x) = 1/x
B
g(x) = -1/x

Slide 9 - Quiz

Als je de grafiek van f(x) = ∛x horizontaal uitrekt met een factor 2 ontstaat de grafiek van de functie...
A
g(x) = ∛2x
B
g(x) = 2∛x
C
g(x) = ∛x/2
D
g(x) = ∛(x/2)

Slide 10 - Quiz