slim rekenen

Hoofdstuk 8
Praktisch rekenen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 8
Praktisch rekenen

Slide 1 - Slide

Afronden op 1 decimaal
In beide voorbeelden staat al 2,4
afronden blijft 2,4 of wordt 2,5

Slide 2 - Slide

Afronden op 2 decimalen
Er staat al 4,22, dat blijft dan 
4,22 of wordt 4,23

Slide 3 - Slide

Wat is wat ook alweer?
Hele getallen: 0, 1, 2, 3, 4, enzovoort
Een decimaal getal is een getal achter de komma: 9,4
2 decimale getallen zijn 2 getallen achter de komma: 3,14

Slide 4 - Slide

Rond af op twee decimalen:
0,825 wordt
A
0,82
B
0,8
C
0,9
D
0,83

Slide 5 - Quiz

Rond af op twee decimalen:
13,188 wordt
A
13
B
13,2
C
13,19
D
10

Slide 6 - Quiz

Rond af op een heel getal
110,447 wordt
A
111
B
110,45
C
110,5
D
110

Slide 7 - Quiz

Afronden zoals bij de kassa, noemen we afronden op 5 cent

Slide 8 - Slide

Rond af op 5 cent:
€29,93 wordt
A
€30
B
€29,95
C
€29,90

Slide 9 - Quiz

Rond af op hele euro's:
€8,06 wordt

Slide 10 - Open question

Rond af op 5 cent:
€8,06 wordt

Slide 11 - Open question

Moeilijke som? Maak het jezelf makkelijk!

*Zoek naar paartjes die samen een tiental vormen: 13 en 7 = 20
*Zoek naar eenvoudige keersommen: 21 briefjes van €5 is hetzelfde als 20 briefjes van €5 (€100) + €5
*Probeer een 10x of 100x som te maken door te delen en verdubbelen

Slide 12 - Slide

56 + 7 + 24 =
A
86
B
87
C
88
D
92

Slide 13 - Quiz

Verdubbel en halveer:
5 x 46 =
A
5 x 50 - 5 x 4 = 230
B
10 x 23 = 230
C
5 x 40 + 5 x 6 = 230
D
230

Slide 14 - Quiz

Makkelijk rekenen:
6 x €4,95 =
A
kaulu veel geld
B
6 x €5 - 6 x 5 cent = €29,70
C
3 x €9,90 = €29,70
D
€30

Slide 15 - Quiz

Afronden mooie getallen
Er is een bedrag van €364.885 opgehaald, rond af op:

         Tientallen: €364.890
Honderdtallen: €364.900
Duizendtallen:  €365.000

Slide 16 - Slide

Hoeveel nullen heeft het getal 100?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

Rond af op honderdtallen:
2.990.875

Slide 18 - Open question

Schattend rekenen:
Vind een som die je makkelijk kan uitrekenen, reken pas daarna uit op de rekenmachine (of kassa, oid.)
Liggen beide antwoorden bij elkaar in de buurt, dan klopt het berekende antwoord vast ook wel.
52 x €49 is ongeveer 50 x €50 = €2500

Slide 19 - Slide

Reken schattend uit:
8,2 - 2,8 is ongeveer
A
8-2=6
B
8-3=5
C
8,2-2,8=5,4
D
9-2= 7

Slide 20 - Quiz

3 x 2,9 is ongeveer
3 x 3 = 9
Het echte antwoord is:
A
8,7
B
9,7
C
10,7

Slide 21 - Quiz

Blijf goed opletten!
Lees goed de vraag, soms kan je niet volgens de normale regels afronden.
Je kan bijvoorbeeld geen halve hotelkamers boeken, of personen doormidden zagen als de lift te zwaar belast is.

Slide 22 - Slide

Bij elke €10 krijg je een zakje voetbalplaatjes in de supermarkt.
Hoeveel bij €54,65 boodschappen
A
54,65 ÷ 10 = 5,465 zakjes
B
5 zakjes bij €50, bij €60 pas 6 -> dus 5

Slide 23 - Quiz


Slide 24 - Open question


Slide 25 - Open question