6.4 Procenten en aantallen

Welkom m1a

Pak je laptop en ga naar lessonup.com
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom m1a

Pak je laptop en ga naar lessonup.com

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
We herhalen welke breuken bij welke percentages horen.

We herhalen hoe je netjes een verhoudingstabel maakt. 

We herhalen hoe je netjes een antwoord opschrijft als je een verhoudingstabel hebt gebruikt. 

Slide 2 - Slide

Procenten en breuken

Slide 3 - Slide

Van percentage naar breuk
Zet het percentage boven de breukstreep en zet onder de breukstreep het getal 100. Vereenvoudig de breuk zoveel mogelijk.

Voorbeeld 
50%=10050=21

Slide 4 - Slide

Introductievraag:
Welke breuk hoort bij 20%?
A
21
B
41
C
51
D
201

Slide 5 - Quiz

Welke breuk hoort bij het percentage 15%?
A
203
B
101
C
10015
D
205

Slide 6 - Quiz

Handige percentages
Handige percentages
50%=21
25%=41
20%=51
10%=101

Slide 7 - Slide

Handige percentages:

1/4 deel =
A
40 %
B
50%
C
12,5 %
D
25 %

Slide 8 - Quiz

Handige percentages

1/5 deel =
A
10 %
B
20 %
C
5 %
D
25 %

Slide 9 - Quiz

Handige percentages

1/2 deel =
A
50 %
B
40 %
C
25 %
D
12,5 %

Slide 10 - Quiz

Handige percentages

5 % =
A
1/20 deel
B
1/50 deel
C
1/2 deel
D
1/5 deel

Slide 11 - Quiz

'Handige percentages'
Als je 50% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 4
B
Delen door 5
C
Delen door 2
D
keer 2 doen

Slide 12 - Quiz

'Handige percentages'
Als je 25% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 10
B
Delen door 100
C
Delen door 4
D
Keer 10 doen

Slide 13 - Quiz

Op schaal liggen in totaal 25 appels.
Hoeveel procent is dat?
A
4
B
25
C
100
D
geen idee

Slide 14 - Quiz

25 appels is 100%
Hoeveel appels zijn 20%?
A
5
B
12,5
C
10
D
25

Slide 15 - Quiz

50% van 400 euro is:
400 : .....
A
2
B
10
C
25
D
50

Slide 16 - Quiz

Procenten en verhoudingstabel

Slide 17 - Slide

Zet de getallen op de juiste plek
Bereken wat 15% van €800 is.
Bedrag in €
Procenten
100%
€800
15%
1

Slide 18 - Drag question

Aantal berekenen met een tabel
1        65

Slide 19 - Slide

Zet de getallen op de juiste plek
Bereken wat 15% van €800 is.

Antwoord: €120
Bedrag in €
800
8
120
Procenten
100
1
15

Slide 20 - Slide

Aantal berekenen met een tabel
1        65
8     520

Slide 21 - Slide

Er zitten 800 leerlingen op het Piekcollege, hiervan zijn er 65 die bij het koor meezingen.
Vul de verhoudingstabel verder in. Reken uit hoeveel leerlingen bij 65% horen.
A
65
B
100
C
520
D
650

Slide 22 - Quiz

In een aquarium zitten 60 vissen, er zijn 30% rode vissen. Hoeveel van de vissen is rood? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel. Tip: Procenten onderaan

1
0,6
18
60
100
30
Procent
Aantal

Slide 23 - Drag question

Bert ziet een hoed voor 80 euro. Bij de hoed staat een kaartje met 22% korting. Hoeveel euro korting is dat?
Schuif de vakken op de juiste plaats Tip: Procenten onderaan
22
17,60
80,00
100
1
0,8
Bedrag
Procent

Slide 24 - Drag question

Bereken hoeveel 25% van 40 is.
Vul het antwoord in.

Slide 25 - Open question

Bereken hoeveel 50% van 30 is.

Slide 26 - Open question

Bereken hoeveel 20% van 45 is.
Ps. Wie schrijft de berekening op het bord?

Slide 27 - Open question

Bereken hoeveel 10% van 95 is.
Ps. Wie schrijft de berekening op het bord?

Slide 28 - Open question

Het antwoord netjes opschrijven 

Slide 29 - Slide

Oefenvraag
In km1d zitten 16 leerlingen. In de klas zitten 9 meiden. Hoeveel procent van de klas is dan jongen?

Slide 30 - Slide

Oefenvraag
In km1d zitten 16 leerlingen. In de klas zitten 9 meiden. Hoeveel procent van de klas is dan jongen?

Slide 31 - Slide

Oefenvraag
In km1d zitten 16 leerlingen. In de klas zitten 9 meiden. Hoeveel procent van de klas is dan jongen?
16 - 9 = 7
Leerlingen
16
1
7
Procenten
100
6,3
43,7

Slide 32 - Slide

Wat ook kan...
In km1d zitten 16 leerlingen. In de klas zitten 9 meiden. Hoeveel procent van de klas is dan jongen?
Leerlingen
16
1
9
Procenten
100
6,3
56,3
56,3% van de klas is een meid. 100 - 56,3 = 43,7.
Dus 43,7% van de klas is een jongen

Slide 33 - Slide

Zet de juiste percentages en breuken bij elkaar
52
43
103
207
40 %
30%
75%
35%

Slide 34 - Drag question

Veel succes met leren voor de toets!!

Slide 35 - Slide