12 en 13 april

12 april
Wat heb je nodig? 
  • Leerboek
  • Werkboek
  • Schrift
  • Laptop 
  • Telefoon
  • pen

1 / 47
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

12 april
Wat heb je nodig? 
  • Leerboek
  • Werkboek
  • Schrift
  • Laptop 
  • Telefoon
  • pen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke foto is gemaakt in het tropisch klimaat

A
B
C

Slide 3 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van een tropisch klimaat?
A
Gemiddelde temperatuur, veel neerslag
B
Geen neerslag, geen hoge temperaturen
C
Warm, weinig neerslag, veel bomen
D
het is warm, veel neerslag, regenwoud

Slide 4 - Quiz

Loofbomen
Naaldbomen

Slide 5 - Drag question

Welke bomen kom je vooral tegen in een landklimaat
A
tropisch regenwoud
B
steppe en woestijn
C
naaldbos
D
bomen en gras

Slide 6 - Quiz

Een zeeklimaat heeft:
A
Koele zomers en warme winters
B
Koele zomers en zachte winters
C
Koele zomers en koude winters
D
Warme zomers en zachte winters

Slide 7 - Quiz

Dit klimaat ligt op hoge breedte
A
Poolklimaat
B
Zeeklimaat
C
Landklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 8 - Quiz

Lage breedte
Hoge breedte
Mavo
woestijn-klimaat
savanne-klimaat
toendra-klimaat
poolklimaat
tropisch regen-woudklimaat
steppeklimaat
Landklimaat

Slide 9 - Drag question

Klimaten op aarde

Slide 10 - Slide

Doelen § 3.2
Ik kan uitleggen:  
  • Waarom het bij de evenaar (lage breedte) warmer is dan bij de polen (hoge breedte).
  • Waarom het hoog in de bergen kouder is dan onderaan de berg.
  • Hoe seizoenen ontstaan & hoe dag en nacht ontstaan

Slide 11 - Slide

Huiswerk § 3.2 
Basis, kader en mavo:

Twee vragen voor huiswerk 12 april:

1. Waarom is het bij de evenaar warmer dan bij de noord/ zuidpool?


Slide 12 - Slide

Waarom is het bij de evenaar warmer dan bij de noordpool/ zuidpool?

Slide 13 - Open question

Breedteligging
De afstand van een plaats of gebied tot aan de evenaar, gemeten in graden.
Bij de noordpool en zuidpool
Bij de evenaar

Slide 14 - Slide

Huiswerk § 3.2 
Basis, kader en mavo:

Twee vragen voor huiswerk 12 april:

1. Waarom is het boven op de berg kouder dan onderaan de berg?

Slide 15 - Slide

Waarom is het bovenaan de berg kouder dan onderaan de berg?

Slide 16 - Open question

Hoogteligging en temperatuur
verwarmt vanaf aardoppervlak
hoe hoger hoe kouder

Slide 17 - Slide

Hoe hoger hoe kouder
Dat komt omdat de zonnestralen eerst het aardoppervlak verwarmen en dan pas de lucht.

100 m stijgen = dalen met  0,6°C 
1000m stijgen = dalen met 6°C 

Slide 18 - Slide

Hoe hoger, hoe kouder 
per 1000meter wordt het 6°C kouder

Slide 19 - Slide

Huiswerk 13 april
  • Leer de aantekingen over § 3.2
  • Aantekeningenschrift controle
  • Maak de werkboekopgaven van § 3.2 vraag 1 tot en met 3

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Werktijd
timer
15:00
1. Maak de opgaven van § 3.1
2. Kijk Vaardigheden na
3.Kijk de opgaven van § 3.1 na
3. Maak het huiswerk van 12 april (STD)

Slide 22 - Slide

Temperatuurverschillen op aarde (2.2)
Doordat de aarde een bol is en schuin / scheef staat, ontstaan er temperatuurverschillen op aarde:
- Dag en Nacht

- Breedteligging & inval zonnestralen

- Seizoenen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

13 april
Wat heb je nodig? 
  • Leerboek
  • Werkboek
  • Schrift 
  • Telefoon
  • pen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide


Wat is de laagste temperatuur in het tropisch klimaat?
A
25 graden
B
18 graden
C
15 graden
D
10 graden

Slide 27 - Quiz

Welke kleur heeft
het tropische
klimaat op de kaart?
A
Geel
B
Blauw
C
Oranje
D
Groen

Slide 28 - Quiz

Een landklimaat heeft
A
Warme zomers en warme winters
B
Koele zomers en warme winters
C
Warme zomers en koude winters

Slide 29 - Quiz

Sleep de klimaten naar de juiste locatie. Welk klimaat komt er voor op lage breedte, gematigde breedte en hoge breedte? 

Slide 30 - Drag question

Hoge breedte
Hoge breedte
Lage breedte

Slide 31 - Drag question

Breedteligging
De afstand van een plaats of gebied tot aan de evenaar, gemeten in graden.

Slide 32 - Slide

Hoe hoger hoe kouder?

Slide 33 - Slide

Doelen § 3.2
Ik kan uitleggen:  
  • Waarom het bij de evenaar (lage breedte) warmer is dan bij de polen (hoge breedte).
  • Waarom het hoog in de bergen kouder is dan onderaan de berg.
  • Hoe seizoenen ontstaan & hoe dag en nacht ontstaan

Slide 34 - Slide

Dag en nacht
Door de draaiing van de
aarde rond zijn as
hebben we dag en nacht

Slide 35 - Slide

1. Je kan uitleggen hoe dag en nacht en seizoenen ontstaan

Slide 36 - Slide

Seizoenen
SEIZOENEN

Slide 37 - Slide

welke 4 seizoenen hebben we?

Slide 38 - Mind map

Leerdoelen
BK
Wat zijn de 4 seizoenen?
Hoelang duren de seizoenen?
KGT
Wanneer beginnen de seizoenen?
TH HV
Waarom zijn er seizoenen?

Slide 39 - Slide

Seizoenen

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Seizoen
1. Door de schuine stand van de aarde en
2. omdat de aarde in een jaar rondom de zon draait ontstaan er seizoenen


  • winter 21 dec (zon schijnt op ZH)
  • lente en herfst (zon staat boven de evenaar)
  • zomer 21 juni (zon schijnt op NH)

Slide 42 - Slide

Hoe ontstaan de seizoenen? 

Slide 43 - Slide

Huiswerk 19 april
  • Leer de aantekeningen over § 3.2
  • Maak de werkboekopgaven van § 3.2 

Slide 44 - Slide

Leerdoelen
BK
Wat zijn de 4 seizoenen?
Hoelang duren de seizoenen?
KGT
Wanneer beginnen de seizoenen?
TH HV
Waarom zijn er seizoenen?

Slide 45 - Slide

tropisch klimaat
1
droog klimaat/woestijn
2
gematigd klimaat
3
poolklimaat/koud klimaat
4
poolklimaat/koud klimaat
4
droog klimaat/woestijn
2
gematigd klimaat
3

Slide 46 - Slide

Huiswerk
Maandag 29 maart:
Leer de aantekeningen over Vaardigheden H 2
Maak vraag 1 tot en met 3 van je werkboek vaardigheden
Bekijk het filmpje over klimaatgrafieken

Slide 47 - Slide