Much / Many / (a) few / (a) little

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Welcome! Are you ready?

Question!

Aan het einde van de les kan ik...:

Ik weet het verschil tussen 'much' en 'many'. 

Ik weet het verschil tussen 'few' en 'little'. 

Ik weet hoe ik deze woorden kan gebruiken in zinnen. 

Ik kan de woorden herkennen in de zinnen. 

Hoe zeg je in het Engels dat er veel / weinig van iets is?

Welke woorden kun je gebruiken om VEEL te zeggen in het Engels?

1. a lot of
2. much
3. many
4. alle bovenstaande antwoorden

Welke woorden kun je gebruiken om WEINIG te zeggen in het Engels?

1. few
2. little
3. geen van de bovenstaande antwoord
4. A+B

How much or how many?

Let's count!

Many

• Je gebruikt many als het zelfstandig naamwoord telbaar is.

He hasn't got many friends.

Do we have many videogames?

Now, let's count the rice

Much

• Je gebruikt much als het zelfstandig naamwoord ontelbaar is.

Do you have much work? 

We haven't got much money.

"veel"

Bevestigende zinnen (+) :

a lot of / lots of

Vragende zinnen (?) en ontkennende zinnen (-):

Much & Many

Uitleg a little

• Je gebruikt (a) little als het woord dat erna komt enkelvoud en ontelbaar is.

Do you have little work? 

We have little money.

Uitleg a few

• Je gebruikt (a) few als het woord dat erna komt enkelvoud en ontelbaar is.

Do you have little work? 

We have little money.

There isn't .......coffee.

1. much
2. many
3. a lot

How .........eggs are there?

1. much
2. many
3. a lot

There are a.............fish.

1. much
2. many
3. a lot

"weinig"

Bevestigende zinnen (+) Vragende zinnen (?) en ontkennende zinnen (-):

little & few

___ (weinig) people tell the truth!

1. little
2. few
3. a little
4. a few

___ (veel) girls watched Frozen
in the cinema.

1. much
2. few
3. a lot of
4. little

Bill didn't kill ___ (een paar) people,
he killed a lot.

1. little
2. few
3. a little
4. a few

The girl has ___ (weinig) sunshine
in her life.

1. little
2. few
3. a little
4. a few

Forrest didn't have ___ (veel) chocolates in his box.

1. a few
2. many
3. much
4. a little

He sang ___ (een beetje) better than last time.

1. little
2. few
3. a little
4. a few

Aan het werk

Magister Learn week 15