Wohnen

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Wohnen

Herzlich Willkommen!

M2b

indeling groepjes

1. Milan, Veerle D, Valerie, Bob en Jort

2. Eneas, Max , Orshina, Twan, Julot

3. Roos, Rhode, Aiden, Joost, Bo

4. Olivia, Quinn, Jade, Indy, Boy

5. Mees, Stijn, Veerle S, Paige

Mitteilungen!

Eerst (nu): inleveren leestekst - huiswerk

En: vrijdag is inleverdatum voor je mondeling presentatie. Elke dag te laat ingeleverd is 1 punt aftrek op je cijfer. NB. Deel het bestand niet (geen link in ELO) maar lever het bestand in als bijlage.

Volgende week: krijgen jullie een SO over de woordjes waar je vandaag mee aan de slag gaat (in je boek). Je kunt hier voor de leestoets een 0,5-bonus mee verdienen (dus geen aftrek ofzo, maar alleen pluss!!)

Wat gaan we doen?

Eerst woordenschat op doen en dan:

Leren in groepjes met stations of leercirkels:

1. Dobbelspel

2. Wordweb 'Wohnen'

3. Plattegrond 'Mein Zimmer'

4. Speed-date

5. Alex' Zimmer

Am Ende der Stunde kannst du:

• Deutsch reden über das Thema "Wohnen"!
  

und

• Hast du viele neue Wörter gelernt!
  

Die Lernliste

Bestudeer de woordjes uit de Lernliste!

Je hebt ze nodig bij de video 'In der Wohnung'.

Boek blz 62!

Onderstreep alle woorden die je in het filmpje hoort. 

Dobbelsteen spel, spreekvaardigheid

Spelregels:

-Jullie spelen het spel met je groepje

-Jullie krijgen een dobbelsteen en kaartjes

Je gooit:

1.  Stel jezelf voor in het Duits: naam, leeftijd, woonplaats, broers/zussen, huisdieren.

2. Vertel in het Duits iets over je huis of je kamer, of beide.

3. Pak een kaartje en teken een woord dat op het kaartje staat. Je hebt hier 30 sec. voor.

4. Pak een kaartje en beeld een woord uit dat erop staat. Je hebt hier 30 sec. voor.

5. Vertel in het Duits wat je lievelingsplek in huis is en waarom.

6. Pak een kaartje en maak een Duitse zin met een of meer woordjes die op het kaartje staan.

Station 2: Wordweb Wohnen

Je werkt samen met je groepje, schrijf jullie namen op het blad. 

• Je maakt een wordweb met het thema "Wohnen".

• Schrijf zoveel mogelijk woorden in het Duits

• Weet je de Duitse vertaling (nog) niet, schrijf het Nederlandse woord op of teken het!

• Ben je klaar, zoek het Duitse woord op in de woordenlijst of in het woordenboek.

Zeit: 8 Minuten, 

Materiaal: großes Arbeitsblatt, Stifte, Kugelschreiber, Lernliste, Wörterbuch.

Station 3: Plattegrond 'mein Zimmer'

•  Je maakt een plattegrond van je eigen kamer, schrijf je naam op het blad.
• Je schrijft het Duitse woord erbij, zoals bijv. Bett waar je bed staat enz.
• Weet je de Duitse vertaling (nog) niet, schrijf het Nederlandse woord op.
• Als je klaar bent, zoek je het Duitse woord op in de woordenlijst van Kapitel 7 of in het woordenboek.
• Heb je nog tijd: vertel je buurman/buurvrouw over je kamer met behulp van de plattegrond (als er nog tijd voor is)

Zeit: 8 Minuten

Du brauchst: Arbeitsblatt, Stifte, Kugelschreiber, die Lernliste, ein Wörterbuch

Station 4: Speed-date

•  Je werkt in duo's of in een drietal.
• Ieder duo heeft een setje vragen met antwoorden.
• bepaal welk antwoord bij welke vraag hoort.
• een stelt de vragen, de ander geeft antwoord en wissel de rollen om.
• zorg ervoor dat iedereen in het groepje aan elkaar de vragen heeft gesteld en ook antwoord heeft gegeven aan iedereen van het groepje.

Zeit:0 Minuten 8

Materiaal: Zu zweit ein Set Fragen und Antworten.

Station 5: Alex' Zimmer

•  je werkt in duo's of in een drietal.
• 1 lees de tekst voor en de ander maakt de opdracht die eronder staan.
•  De persoon die leest mag helpen.
• Welk duo of drietal heeft de opdracht het best begrepen?

Zeit: 8 Minuten

Materiaal: Tekst, Papier, Stifte, Kugelschreiber, die Lernliste, ein Wörterbuch.

Vul het blad in dat je hebt gekregen

voor je buurman/vrouw !