3V Sparen en lenen les 2

Economie 3V
Hoofdstuk 3 Sparen en lenen
Les 2
Docent: F. Ipekçi
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Economie 3V
Hoofdstuk 3 Sparen en lenen
Les 2
Docent: F. Ipekçi

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Wat moet je kunnen?
  • Je kunt afspraken over renteberekeningen toepassen.
  • Je kunt renteberekeningen maken over jaren of delen van een jaar.
  • Je kunt berekeningen maken met samengestelde interest (rente over rente).

Slide 2 - Slide

Programma
  • Bespreken huiswerk
  • Herhaling vorige les
  • Uitleg
  • Verwerken uitleg
  • Aan de slag
  • Terugkoppelen leerdoelen
  • Afronding

Slide 3 - Slide

Bespreking 3.5 en 3.6

Slide 4 - Slide

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?

De hoeveelheid goederen die je met je inkomen kunt kopen.

A
Inflatie
B
Ruilen over de tijd
C
Koopkracht
D
Sparen

Slide 5 - Quiz

Geef een definitie van het begrip inflatie.

Slide 6 - Open question

Je hebt €150 op de bank staan. De rente is 2%.
Welk bedrag heb je aan het eind van het jaar op de spaarrekening staan?

Slide 7 - Open question

Als de prijzen stijgen en je inkomen gelijk blijft, dan .... je koopkracht.
A
Stijgt
B
Daalt
C
Gebeurt er niks met

Slide 8 - Quiz

Procentrekenen: procentuele verandering
Stel: je zakgeld in september bedraagt € 25. Je krijgt een zakgeldverhoging. Je zakgeld in oktober bedraagt € 30.

Wat is hier de procentuele verandering?

Berekenen met de formule:                                                            %
                                                                                                                          
                                                 
oudNieuwoud100

Slide 9 - Slide

Spaarbedrag berekenen over één jaar
Je hebt € 500 op je spaarrekening staan, waarop je 2% rente per jaar ontvangt.
Bereken welk bedrag er op de spaarrekening staat aan het einde van het jaar.


Gebruik de volgende formule:
𝐸𝑖𝑛𝑑𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 = 𝑏𝑒𝑔𝑖𝑛𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 × (1 + 𝑖)

Slide 10 - Slide

Spaarbedrag berekenen over meerdere jaren
De formule voor het berekenen van samengestelde interest (rente)



Waarbij geldt:
𝑖 = rentefactor
𝑛 = aantal perioden (vaak jaren)

Eindbedrag=beginbedrag(1+i)n

Slide 11 - Slide

Rente over delen van een jaar
Voorbeeld
Per 1 jan. 2020 heb je € 200 op je spaarrekening staan. 
Per 1 augustus neem je € 50 op. 
Het rentepercentage is 2%
Bereken de ontvangen rente eind 2020.

 



Slide 12 - Slide

Rente over delen van een jaar
Als je geld opneemt of bijstort op je spaarrekening gedurende het jaar, verandert het spaarbedrag op je spaarrekening. Je ontvangt dus geen rente over één bedrag!



Slide 13 - Slide

Spaargeld 2020: € 500
Spaargeld 2021: € 550
Bereken de procentuele verandering.
A
-9,1%
B
0,1%
C
450%
D
10%

Slide 14 - Quiz

Je hebt € 500 op de bank staan. De rente is 2%.

Welk bedrag heb je over 10 jaar op de spaarrekening staan?
A
€ 5.100
B
€ 609,50
C
€ 510
D
€ 3095,87

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
  • Eerste vijf minuten in stilte – zelfstandig, daarna mag je in fluistertoon overleggen.
  • Lezen én maken: opgaven 3.11 t/m 3.20

  • Klaar? Ga verder met de volgende opgaven.
  • Na de eerste vijf minuten kun je vragen stellen aan de docent.

timer
1:00

Slide 16 - Slide

Terugkoppeling leerdoelen
Wat moet je kunnen?
  • Je kunt afspraken over renteberekeningen toepassen.
  • Je kunt renteberekeningen maken over jaren of delen van een jaar.
  • Je kunt berekeningen maken met samengestelde interest (rente over rente).

Slide 17 - Slide

Afronding
Huiswerk: 3.11 t/m 3.20
Vragen? Mail mij op f.ipekci@maaswaalcollege.nl

Slide 18 - Slide