2VM blok H4.5 Woorden les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

• Lezen (10 minuten)
• Doelen
• Theorie
• Opdrachten/huiswerk
• Afsluiting

Welkom bij Nederlands!

Tekst

Inhoud

• Leesautobiografie Amber
• Woord van de week
• Huiswerk nakijken: H4.5 opdr. 1 t/m 8 (4d zelf maken)
• Vragen?
• Quizje
• Theorie H4.5 Woorden (afleidingen)
• Huiswerk/opdrachten:  H4.5 afm. (13 niet)
  
• Klaar?: leesboek 3 uitlezen / 3 creatieve opdrachten
• Afsluiting
  

constateren

vaststellen dat iets zo is

benijden

1. kopen
2. jaloers zijn
3. veroorzaken
4. samen met iemand spelen

bekostigen

1. invloed hebben
2. opnieuw beginnen
3. ontwijken
4. betalen

vatbaar

1. gevoelig voor
2. grote actie
3. schandalig
4. kleding van een bekend merk

oorspronkelijk

1. stijl
2. onderwerp of voorwerp
3. vanaf het begin
4. reclame die je op straat ziet

geërfd

1. moeite doen om iets of iemand niet tegen te komen
2. nagelaten
3. nep
4. op een manier die aan alle eisen voldoet

trendy

1. schandalig
2. onopvallende reclame
3. uitrusting
4. volgens de nieuwste mode

sociaal aanvaard

1. door de meeste mensen geaccepteerd
2. moeite doen om iets of iemand niet tegen te komen
3. opnieuw beginnen
4. nagemaakt

het item

1. de uitrusting
2. gevangen geraakt in
3. onderwerp of voorwerp
4. een grote actie

meespelen

1. doen alsof
2. tijdens
3. gekregen van iemand die is gestorven
4. invloed hebben

de mond-tot-mondreclame

1. elkaar over een product of dienst vertellen
2. opnieuw beginnen
3. een grote actie
4. reclame die je op straat ziet

De aardige huisbaas geeft morgen mijn ouders de huissleutel van ons vakantiehuisje.

PV = vraagzin maken (ww komt vooraan)

O = wie/wat + gez.?

WG = alle ww + aan het + zich + te + splitsbare ww

LV = wie/wat + gez. + o (+ gez.)?

MV = aan/voor wie/wat is het bestemd?