Répétion: l'imparfait + présent. avoir, être, aller, faire

Zinnen maken + interview vragen
                    Bonjour!

   Aujourdhui c'est 18 mars


Faites le puzzle (voca Unité 1)
Utilisez vos livres


1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zinnen maken + interview vragen
                    Bonjour!

   Aujourdhui c'est 18 mars


Faites le puzzle (voca Unité 1)
Utilisez vos livres


Slide 1 - Slide

Zinnen maken + interview vragen
                    
Prenez vos ordinateurs:

Ga naar je klas in lesson up en maak de les van 19 maart:
'Répétion' l'imparfait (in map grammaire)

Ik loop langs voor extra uitleg.








 


 

Slide 2 - Slide

L'imparfait
Lesdoelen:
Répétion imparfait, présent en de passé composé van aller, avoir, être, en faire en de regelmatige werkwoorden.

Slide 3 - Slide

Imparfait (o.v.t.)
Als je vertelt hoe iets in het verleden was, gebruik je vaak de imparfait.

De imparfait bestaat uit:
- een stam
- een uitgang

Slide 4 - Slide

Uitgangen imparfait
De stam van de imparfait = 
nous-vorm présent - ons
Bijv. nous avons> stam wordt av-
UItgangen imparfait:
ais -ais - ait - ions - iez - aient

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
je: ais --> aimer —> aimons - ons = aim + ais --> aimais
Tu: ais --> aimais
Il/elle/on; ait --> aimait
nous: ions --> aimions
vous: iez --> aimiez
ils/ells: aient --> amaient

Slide 6 - Slide

De imparfait is de toekomende tijd.
A
Vrai
B
Faux

Slide 7 - Quiz

Hoe vind je de stam van de imparfait?
A
passé composé - é
B
heel ww min -er + uitgang
C
je vorm
D
nous vorm présent - ons

Slide 8 - Quiz

Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
C'était
B
Nous chantons
C
Il y avait
D
Je voulais

Slide 9 - Quiz

Sleep de uitgangen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord. 
je / tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
-ais
-ait
-ions
-iez
-aient

Slide 10 - Drag question

Wat zijn de juiste uitgangen van de imparfait?
A
ais, ais, ait, ions, iez, aient
B
iez, aient, ons, t, s , ens

Slide 11 - Quiz

En nu even zelf... Hoe maak je de imparfait ook alweer? noteer de 3 stappen.

Slide 12 - Open question

Nous (regarder-imparfait) un film
A
regardaient
B
regardions
C
regardons
D
regardiez

Slide 13 - Quiz

elles (parler-imparfait) au prof
A
parlent
B
parlait
C
parle
D
parlaient

Slide 14 - Quiz

Elles (aller, imparfait) toujours ensemble.
A
vont
B
allont
C
allaient
D
allez

Slide 15 - Quiz

Nous dansons --> imparfait
A
dansions
B
danses
C
dansons
D
dansiez

Slide 16 - Quiz

Vous changez --> imparfait
A
changerez
B
changez
C
changer
D
changiez

Slide 17 - Quiz

Elle regarde --> imparfait
A
regardeait
B
regardait
C
regarda
D
regarderait

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste vorm van de imparfait

Je + parler
A
je parle
B
je parlais
C
j'ai parlé
D
je parles

Slide 19 - Quiz

Imparfait:
il + rester
A
resterait
B
restait
C
restais
D
est resté

Slide 20 - Quiz

Je + trouver
A
trouvait
B
trouve
C
trouvais
D
trouvai

Slide 21 - Quiz

Elles (donner, imparfait)
A
donnaient
B
donniez
C
donnions
D
donnait

Slide 22 - Quiz

Nous (hebben - imparfait)
A
avons
B
avions
C
aivons
D
avoins

Slide 23 - Quiz

On (hebben - imparfait)
A
on avais
B
on avoirait
C
on avait
D
on avions

Slide 24 - Quiz

Vetaal: ik praatte (imparfait)
A
je parlait
B
je parlais
C
je parle
D
j'ai parlé

Slide 25 - Quiz

Je suis --> imparfait
A
J'avais
B
J'étais
C
Je étais

Slide 26 - Quiz

En nu weer even zelf... Maak 3 hele zinnen met de imparfait, in het Frans

Slide 27 - Open question

Verbuga (facultatief)
Oefen nog eens met de présent, passé composé en imparfait van aller, avoir, être en faire en de regelmatige werkwoorden -er en -re.
(zie volgende slide)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Zinnen maken + interview vragen
Prêt? Klaar?

Faire:
exercice 25 + 29 + 30 Unité 1 (Online)

Gebruik je boek en niet een vertaalsite.
Dit is om te oefenen voor de toets, waarbij je je boek mag gebruiken.

Link naar padlet: https://padlet.com/dwijnkoop/la-classe-a3b-t1657isl3awtc9cl

Slide 30 - Slide

Zinnen maken + interview vragen
Les devoirs pour 25 mars

Faire:
exercice 25 + 29 + 30 Unité 1 (Online)

Gebruik je boek en niet een vertaalsite.
Dit is om te oefenen voor de toets, waarbij je je boek mag gebruiken.

Apprendre:
Lees/leer alle voca van Unité 1

Slide 31 - Slide