gebruik woordenboek

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

gebruik woordenboek

1. Waarom is het gebruik van een woordenboek belangrijk?

2. Wat moet je weten om een woord goed op te kunnen zoeken?

3. Wat moet je weten als je een wword gevonden hebt?

Eerst wat herhaling.

Maak les 1 (blz. 9 en 10)

Had je het goed?

achter                       kind

bomen                      klappen

computer                lopen

iedereen                  rok

jij                                 zomer

Zet in de goede volgorde

• bruis
• blaak
• brand
• badhuis
• braaf
• balk 

woordenboekvorm: trefwoorden

. Wat is een woordenboekvorm?

Wat is een trefwoord?

huizen

hondje

warmst

onaardig

Wat is de woordenboekvorm?

• vermakelijker
• onaantrekkelijk
• fauteuils
•  dunne

Wat is de woordenboekvorm?

• geïmpliceerd
• rijst
• riepen
•  stemde
• verlegd

Maak nu les 2

herhaling

• Woorden staan op alfabetische volgorde
• Zelfde eerste letter? Kijk dan naar de tweede letter.
• Werkwoordsvormen staan er niet apart in. Je moet deze zoeken op de vorm: wij-vorm tegenwoordige tijd. (hele werkwoord of infinitief)
• Afgeleide vormen staan er niet in. Je moet zoeken op de eenvoudigste vorm.

les 3: verschillende betekenissen

Welke betekenis kies je als er meerdere betekenissen bij een woord staan.

Lees goed de context van het woord, en lees rustig alle betekenissen in het woordenboek door.

Maak de opdrachten op blz. 14

Het woord staan meerdere keren in het woordenboek.

Wat doe je?

blz 15 en 16

Samengestelde woorden

Onder ieder woord staan samengestelde woorden. Staat het er niet bij? Dan zoek je de woorden apart op.

• luchtpijp
• dierenliefhebber
• koningsnummer
• draaideurcrimineel 

Klaar-opdracht

Pak een schoolboek. Zoek een tekst op waar je nu in de lessen mee bezig bent. 

Highlight 10 woorden die je lastig vindt. Schrijf de woorden op in je woordenschrift en zoek de betekenis op in het woordenboek.