herhaling 3 arbeidscontracten

MESA / SEB
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijshavo, vwoLeerroute VLeerroute HLeerroute 4Leerjaar 4-6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

MESA / SEB

Slide 1 - Slide

Herhaling 3: arbeidscontract

Slide 2 - Slide




Heb jij een bijbaan?
Heb jij een bijbaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Een individuele arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen
A
vakbond en werkgever
B
vakbond en de regering
C
vakbond en de werknemer
D
werkgever en werknemer

Slide 5 - Quiz

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een afspraak tussen werkgever en werkgever
B
Opzegtermijn
C
Proeftijd
D
Een afspraak tussen werknemer en werkgever

Slide 6 - Quiz

Wat staat er NIET in de individuele arbeidsovereenkomst?
A
Salaris
B
Minimumloon
C
Werktijden
D
Wat voor werk je doet

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Een collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen
A
vakbond en werkgevers
B
vakbond en de regering
C
vakbond en de werknemer
D
werkgever en werknemer

Slide 9 - Quiz

CAO is een arbeidsovereenkomst voor een:
A
hele groep werknemers in een bepaalde bedrijfstak
B
één werknemer
C
één werkgever
D
hele groep werkgevers in een bepaalde bedrijfstak

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Yasmine heeft een arbeidsovereenkomst getekend bij BV Sneek voor 9 maanden
Dit is een voorbeeld van arbeidsovereenkomst :
A
onbepaalde tijd
B
bepaalde tijd
C
projecttijd
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Als je onterecht ontslagen wordt kun je:
A
Naar de rechter gaan
B
Naar de vakbond gaan
C
Je kan niks doen

Slide 15 - Quiz

Ontslag op staande voet. Welke zin is juist?

1. Als je zelf ontslag neemt, is dat ontslag op staande voet.
2. Bij ontslag op staande voet heb je recht op een uitkering.
3. Roberto zegt tegen zijn baas dat hij meer wil verdienen. Zijn baas mag hem dan op staande voet ontslaan.
4. Bij ontslag op staande voet moet een baas zich houden aan de opzegtermijn.
A
1 is juist.
B
2 is juist.
C
3 is juist.
D
Geen enkele zin is juist.

Slide 16 - Quiz

Wanneer mag je een werknemer niet ontslaan?

Slide 17 - Slide

Wanneer mag je een werknemer wel ontslaan?

Slide 18 - Slide