3.1 A Goniometrische berekeningen

Maak 1
In de rechthoekige driehoek ABC is AB = 6 en hoek BAC = 30º.
Op AB ligt het punt D waarbij hoek BDC = 40º.
We vragen ons af wat de lengte van BD is.
a. Licht toe dat BC = 6tan(30º) en bereken BC. 
Rond af op drie decimalen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Maak 1
In de rechthoekige driehoek ABC is AB = 6 en hoek BAC = 30º.
Op AB ligt het punt D waarbij hoek BDC = 40º.
We vragen ons af wat de lengte van BD is.
a. Licht toe dat BC = 6tan(30º) en bereken BC. 
Rond af op drie decimalen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Maak 1
In de rechthoekige driehoek ABC is AB = 6 en hoek BAC = 30º.
Op AB ligt het punt D waarbij hoek BDC = 40º.
We vragen ons af wat de lengte van BD is.
BC = 3,464
b. Gebruik tan (hoekBDC) om BD te berekenen.
Rond af op drie decimalen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Goniometrische berekeningen
  • Met de goniometrische verhoudingen sinus, cosinus en tangens zijn hoeken en lijnstukken te berekenen.
  • Gebruik je bij berekeningen met de GR tussenresultaten, rond dan de tussenresultaten niet af maar gebruik ANS en geheugenplaatsen van GR.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Goniometrische berekeningen
  • Afspraak:
  • Rond bij het berekenen van een hoek af op één decimaal.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Goniometrische berekeningen
  • We gebruiken de volgende regels:
geeft

geeft

                              geeft 



                               geeft 


a=cb
b=ac
a=cb
c=ab
sin(40)=6AB
AB=6sin(40)
cos(35)=BC5
BC=cos(35)5

Slide 5 - Slide

a = b/c geeft b = ac
a = b/c geeft c = b/a.
Dus sin(40) = AB/6 geeft AB = 6sin (40) en
cos (35) = 5/BC geeft BC = 5/cos(35). 
Voorbeeld
Gegeven is rechthoek ABCD met diagonaal
AC = 10 en hoek BAC = 35º.
Punt E ligt op AB  waarbij BE = 5.
a. Bereken hoek BEC.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Gegeven is rechthoek ABCD met diagonaal
AC = 10, hoek BAC = 35º en hoek BEC = 48,9º.
Punt E ligt op AB  waarbij BE = 5.
b. Bereken hoek ACE

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
vierkant 2, 3, 4, 5, 6 + nakijken
cirkel 2, 5, 6, 7, 8 + nakijken
ster 5, 6, 7, 8, 9 + nakijken

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions