schrijven in de praktijk (1)

schrijven in de praktijk (1)
Nederlands 
3.6
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

schrijven in de praktijk (1)
Nederlands 
3.6

Slide 1 - Slide

wat gaan we doen?
  • uitleg schrijfopdracht
  • dictee Beter Spellen 2F (forms)
  • toets Grammatica en Spelling H4 

Slide 2 - Slide

Dus! Want! En! Maar!

Het arrogantste woord
is dus. Dus weet
dat twijfels niet meer hoeven.

Het redelijkste woord
is want. Want geeft van alles
de reden aan.

Het plakkerigste woord
is en. En lijmt
de dingen aan elkaar.

Het gemeenste woord
is maar. Maar zet alles
weer op losse schroeven.

Ingmar Heytze, Alle goeds, 2001

Slide 3 - Slide

Schrijven in de praktijk
  • Tekstverbanden en signaalwoorden (herhaling)
  • uitleg schrijfopdracht
  • maken schrijfopdracht
  • In duo's schrijfproducten beoordelen (Teams)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Tekstverband: VERGELIJKING
A
net als
B
kortom
C
als
D
waarmee

Slide 7 - Quiz

Tekstverband: SAMENVATTING
A
hierdoor
B
concluderend
C
om
D
kortom

Slide 8 - Quiz

Tekstverband: UITLEG OF TOELICHTING
A
zoals
B
samenvattend
C
met andere woorden
D
tenzij

Slide 9 - Quiz

Tekstverband: MIDDEL-DOEL
A
zoals
B
om .... te
C
zo
D
omdat

Slide 10 - Quiz

Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
maar
C
zoals
D
waardoor

Slide 11 - Quiz

Tekstverband: UITSPRAAK-VOORBEELD
A
samenvattend
B
echter
C
uiteindelijk
D
zo

Slide 12 - Quiz

Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 13 - Quiz

Tekstverband: OPSOMMING
A
bovendien
B
met andere woorden
C
al met al
D
zoals

Slide 14 - Quiz

Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar

Slide 15 - Quiz

Tekstverband: REDEN OF ARGUMENT
A
daarentegen
B
waarvoor
C
aangezien
D
aan de ene kant

Slide 16 - Quiz

Tekstverband: CONCLUSIE
A
kortom
B
uiteindelijk
C
met dat doel
D
daarentegen

Slide 17 - Quiz

Opdracht: schrijven in de praktijk (1)
Uitleg schijfopdracht artikel 
 Schrijf een artikel over jouw ervaring tijdens de lockdown, waarin je laat zien door gebruik van signaalwoorden dat er sprake is van een opsomming, oorzaak-gevolg, probleem-oplossing of een ander verband (zie blz. 266- 267 Deel B 3F) ( zie blz. 251 Deel B 2F)  Gebruik hiervoor :
- 400 woorden 3F.
- 200 woorden 2F.
Denk daarbij aan de structuur en de spelling, die we behandeld hebben
 




















Slide 18 - Slide

Opdracht: schrijven in de praktijk (1)
Schrijfplan bij de opdracht
Inleiding:
Je stelt jezelf voor. Wie ben je, wat is je leeftijd, wat is je hobby, evt. gezinssituatie beschrijven.
Benoem de lockdown als aanleiding van het schrijven van je artikel.

Middenstuk:
Leg de huidige situatie uit.
Beschrijf twee voordelen aan het thuis werken/studeren? (Verduidelijk met één of twee voorbeelden)
Beschrijf twee nadelen aan het thuis werken/studeren? (Verduidelijk met één of twee voorbeelden)
Hoe ervaar jij de huidige situatie?

Slot:
Geef twee tips om de komende tijd door te komen. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Weektaak 
  • Volgende week: toets grammatica en spelling H4 + dictee
  • afmaken weekopdrachten + oefentoets
  • screenshot 6 weken beter spellen (inleveren 23 maart )
  • afmaken woorddossier (6 x 5 woorden/begrippen) 23 maart
  • beoordeel schrijfproduct van een klasgenoot en lever het beoordelingsformulier in bij opdrachten in teams. (23 maart)

Slide 21 - Slide

weektaak
  • afmaken weekopdrachten + oefentoets
  • screenshot 6 weken beter spellen (inleveren 26 maart )

  • Maak de schrijfopdracht in opdrachten in Teams en vul daarna het beoordelingsformulier in.  Lever zowel de schrijfopdracht als het beoordelingsformulier in via teams (26 maart)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide