21-22 / H4 par. 4.5 en 4.6 bestellen en bestelpunt

Goederenstroom
Klas 2hvsc
Schooljaar 2021-2022
Opleiding Verkoopspecialist
Docent: mevrouw Jansen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goederenstroom
Klas 2hvsc
Schooljaar 2021-2022
Opleiding Verkoopspecialist
Docent: mevrouw Jansen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Inhoud les
  • Lesdoelen en examentermen
  • Uitleg Bestellen (par. 4.5)
  • Uitleg Bestelpunt (par. 4.6)
  • Afgewisseld met interactieve vragen 
  • Huiswerk

Slide 4 - Slide

Lesdoelen en tevens examentermen par. 4.5:
  • Je leert wat bestelfrequentie is.
  • Je leert hoe je de bestelfrequentie moet
      berekenen.
  • Je leert wat de invloedsfactoren op de
      bestelfrequentie zijn.
  • Je leert wat bestelgrootte is.
  • Je leert hoe je de bestelgrootte moet
       berekenen.
  • Je leert wat de invloedsfactoren op de
      bestelgrootte zijn.
  • Je leert welke bestelkosten er zijn.

Slide 5 - Slide

Lesdoelen en tevens examentermen par. 4.6:
  • Je leert welke bestelsystemen /
      bestelmethoden
    er zijn.
  • Je leert het onderscheid tussen vast en
      variabel in relatie tot bestelgrootte en
      bestelmoment.
  • Je leert wat bestelpunt is (begrip).
  • Je leert hoe je het bestelpunt moet
      berekenen.
  • Je leert  wat de invloedsfactoren op het
      bestelpunt zijn.

Slide 6 - Slide

Bestellen (par. 4.5)
  • Als winkel moet je goederen bestellen, anders heb je niets om te
     verkopen
  • Inkopen en bestellen doe je bij één of een aantal leveranciers
  • Waar moet je op letten bij het bestellen? Zie volgende dia.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Besteleenheid
De hoeveelheid artikelen die in één verpakkingseenheid geleverd wordt

Slide 9 - Slide

Jaralt bestelt 8 dozen alcoholvrij bier, met een inhoud van 24 flessen bier per doos. Wat is de besteleenheid van dit product?
A
1
B
8
C
24

Slide 10 - Quiz

Bestelfrequentie
  • Hangt af van de besteleenheid en het bestelmoment
Maar ook bijvoorbeeld van:
  • de omvang van de voorraad (hoeveel ruimte is er voor voorraad?)
  • de levertijd (hoe snel kan de leverancier leveren?)
  • de bestelkosten (hoe hoog zijn de bestelkosten per bestelling?)
  • de houdbaarheid van het product
  • de afzet (hoeveel producten worden per periode verkocht?)

Slide 11 - Slide

Voor welk soort artikelen zal de bestelfrequentie hoog zijn?

Slide 12 - Open question

Antwoord vraag
Dagverse artikelen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Oefenopgave
  • Per jaar verkoopt een winkel 312 stuks van een bepaald merk
     trainingspakken
  • De winkel bestelt per keer 24 stuks van dit merk
  • Vraag: bereken de bestelfrequentie

Slide 15 - Slide

Uitwerking oefenopgave
  1. Bestelfrequentie = jaarafzet : bestelgrootte 
  2. Vul de formule in
  3. Antwoord wordt dan   312 : 24 = 13
  4. De winkel bestelt dus voor dit artikel 13 keer per jaar

Slide 16 - Slide

De bestelgrootte van een bepaald merk rugzakken is 17. De winkel denkt dat hij 204 sporttassen in een jaar gaat verkopen. Bereken de bestelfrequentie.

Slide 17 - Open question

Uitwerking vraag
  • Bestelfrequentie = jaarafzet : bestelgrootte
  • De bestelfrequentie is dan   204 : 17 = 12

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Bestelpunt (par. 4.6)
  • Het is niet verstandig om te wachten met bestellen totdat de
      voorraad van een artikel nul is
  • Maar waar houd je allemaal rekening mee?
  • Je kunt gebruik maken van verschillende bestelmethoden

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Voor welke van onderstaande artikelen zou een vaste bestelhoeveelheid voor de hand liggen?
A
luxe artikelen
B
eerste levensbehoefte (bijv. melk)
C
Kerstaankopen
D
vakantie inkopen

Slide 22 - Quiz

Theorie bestelpunt
  • De meeste winkels wachten niet met bestellen tot de voorraad 0 stuks is
  • Ze gaan bestellen als het aantal producten onder een aantal stuks komt
  • Dit punt noem je het bestelpunt

Slide 23 - Slide

Veiligheidsvoorraad
  • Om nee-verkoop te voorkomen houd je meestal een
      veiligheidsvoorraad aan
  • Een veiligheidsvoorraad is een voorraad die afwijkingen in
     de vraag kan opvangen als die vraag groter is dan verwacht

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Het bestelpunt is 9. Wat betekent dit?
A
Dat je elke keer 9 stuks van het artikel gaat bestellen
B
Dat je 9 keer gaat bestellen
C
Als de voorraad van het artikel nog 9 stuks is dan ga je weer bestellen

Slide 26 - Quiz

Let op bij berekening bestelpunt!
  • Bestelpunt = veiligheidsvoorraad  +  (levertijd x afzet)

  • Let op:
  • Voor levertijd en afzet altijd dezelfde tijdseenheid (weken of dagen) nemen
  • Je kunt dus niet voor de afzet de tijd in dagen invullen en voor de levertijd de tijd in weken

Slide 27 - Slide

Oefenopgave
Je hebt de volgende gegevens:
  • Levertijd is 2 weken
  • Afzet is 3 stuks per week
  • Veiligheidsvoorraad is 4 stuks
  • Vraag: wat is het bestelpunt?



Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Nog een oefenopgave
  • Een sportwinkel verkoopt sportschoenen
  • De winkel is 6 dagen per week open 
  • De levertijd van de sportschoenen is 1 week
  • Per dag worden 3 paar sportschoenen verkocht
  • De veiligheidsvoorraad is 8
  • Vraag: bereken het bestelpunt


Slide 30 - Slide

Uitwerking oefenopgave
  1. Bestelpunt = veiligheidsvoorraad  +  (levertijd x afzet)
  2. Let op: levertijd en afzet moet in dezelfde tijdseenheid
  3. Levertijd is 1 week
  4. Afzet is 3 paar schoenen per dag. Deze moet je omrekenen naar afzet per week.
  5. De winkel is 6 dagen per week open dus de winkel verkoopt 3 x 6 = 18 paar schoenen per week
  6. Nu kun je de formule invullen
  7. Het bestelpunt is dan    8 + (1 x 18) = 8 + 18 = 26
  8. Zodra de voorraad 26 paar schoenen is, moet er weer een nieuwe bestelling worden gedaan

Slide 31 - Slide

Samenvattend
Jullie hebben vandaag geleerd:
  • Bestelfrequentie: begrip, berekening en invloedsfactoren
  • Bestelgrootte: begrip, berekening en invloedsfactoren
  • Bestelkosten
  • Welke bestelmethoden er zijn
  • Bestelpunt: begrip en berekening

Slide 32 - Slide

Huiswerk voor di. 21.09
  • Maken H4 vraag 22 t/m 44 op pag. 167 t/m 171 in je boek
  • Deze vragen gaan over par. 4.5 en 4.6

Slide 33 - Slide

Bedrijven houden voorraad aan om de volgende reden:
A
om nee-verkoop te voorkomen
B
om genoeg keuze te kunnen bieden
C
als investering
D
voor de veiligheid

Slide 34 - Quiz

Een groothandel heeft voor zijn producten een levertijd van 5 dagen. Ze verkopen van een bepaald artikel 6 stuks per dag.
Wat is de minimumvoorraad?

Slide 35 - Open question

Een groothandel in aanstekers heeft bij zijn leverancier een levertijd van 4 dagen. De dagelijkse afzet is 1500 st. Er wordt rekening gehouden met een veiligheidsvoorraad van 2000 st.
Wat is het bestelpunt?

Slide 36 - Open question

Een webshop heeft een levertijd van 2 weken. De dagelijkse afzet is 30 stuks. Er is een veiligheidsvoorraad van 4 dagen.
Wat is het bestelpunt?

Slide 37 - Open question

Een bedrijf verkoopt van een artikel 210 stuks per week. De veiligheidsvoorraad is 50 stuks . De levertijd is 4 dagen. Bereken het bestelpunt

Slide 38 - Open question