module 7 onbegrepen gedrag, hechtingsproblematiek, seksueel ontremd gedrag, automutilatie

Welkom 
Hoe gaat het ermee?

1 / 50
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom 
Hoe gaat het ermee?

Slide 1 - Slide

Korte herhaling 
Onbegrepen gedrag 

Wanneer gedrag zodanig verandert dat je het gedrag minder goed begrijpt dan spreek je van onbegrepen gedrag.

Er wordt ook wel gesproken over moeilijk verstaanbaar gedrag
Of
Alle gedrag van een cliënt dat door deze cliënt en of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren

Slide 2 - Slide

Onbegrepen gedrag 
 Zie je vaak bij:

  • Ouderen met dementie
  • Mensen met een verstandelijke beperking

Slide 3 - Slide

4 typen van onbegrepen gedrag
1. Fysiek agressief gedrag: 
      slaan, krabben, dingen kapot maken, schoppen, bijten
2. Fysiek niet agressief gedrag
      heen en weer lopen, ongepast gedrag, dwalen, dingen wegstoppen,                    hamsteren
3. Verbaal agressief gedrag
      schreeuwen, vloeken, rare geluiden maken
4. Verbaal niet agressief gedrag
      aandacht vragen, klagen, alles weigeren

Slide 4 - Slide

Opdracht
Factoren die een rol spelen 
  1. Cognitieve problemen
  2. Gecompliceerde rouw 
  3. Onvervulde behoefte
  4. Acute of chronische ziekte
  5. Ontbreken dag-structuur en dag-invulling
  6. Sociale omgeving
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Gevolgen onbegrepen gedrag
  1. Kwaliteit van leven van de cliënt vermindert
  2. Zorgt voor overbelasting naasten/mantelzorgers
  3. Als gevolg van onbegrepen gedrag wordt er vaak onnodig medicatie voorgeschreven
  4. Er wordt regelmatig gebruik gemaakt van vrijheid beperkende maatregelen


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Begeleiding
- Realiseer je dat onbegrepen gedrag een oorzaak heeft
- Geef de cliënt voldoende ruimte om gevoelens te uiten
- tref maatregelen om beschadiging te voorkomen
- Zoek naar de oorzaak
- Evalueer regelmatig je eigen gedrag
- verdiep je in de levensgeschiedenis van de cliënt, hun persoonlijkheid en de sociale omgeving
- Kies interventies die aansluiten bij de oorzaken van het onbegrepen gedrag

Slide 8 - Slide

Hechting

Slide 9 - Slide

Hechting


Slide 10 - Mind map

Hechting 


'Hechting is een proces van interactie tussen een kind en een of meer van zijn opvoeders dat leidt tot een duurzame affectieve relatie'
(definitie NJI, 2021).  

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 17 - Slide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 

  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht.

  • 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 18 - Slide

Hechtingsstoornis
  • Volgens DSM-5 te classifiseren onder de categorie "reactieve hechtingsstoornis"

  • Kind heeft geen duidelijk aanwijsbaar hechtingsfiguur, heeft dus geen gehechtheidsrelatie gevormd. 

Slide 19 - Slide

Zwangerschap  
  • Tijdens de zwangerschap 
      worden er hechtingsprocessen
      in gang gezet. 
  • De baby hoort geluiden die
     afkomstig zijn van buiten de
     baarmoeder. 
  • De baby reageert op angst
      reacties van zijn moeder. 

Slide 20 - Slide

Verloop van de  hechting
  • 0-3 maanden --> De basis van de hechting vindt hier plaats. 
  • 3-4 maanden --> Voorkeur ontwikkelen voor bepaalde mensen. 
  • 5-6 maanden --> Bewuste hechting 
  • 7- 8 maanden --> Eenkennigheidsfase en scheidingsangst
  • 8-9 maanden --> Kritieke fase van hechting afgesloten
  • 12-48 maanden --> Hechting blijft doorgaan en scheidingsangst kan nog aanwezig zijn.
  • 61% van de kinderen hecht zich veilig (Rigter, 2020).

Slide 21 - Slide

Welke kinderen lopen risico?
  • Adoptie kinderen/ pleegkinderen
  • Ongewenste kinderen
  • Verwaarloosde, mishandelde kinderen
  • Kinderen uit gebroken gezinnen
  • Kinderen van ouders die zelf niet goed gehecht zijn
  • Kinderen van ouders met psychische problemen



Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Voor volgende week 
Leermodule maken  Digibib:
 

  1. Agressie
  2. Begeleiden van de cliënt; de basis
  3. Leven en ontwikkelen in een veilige sfeer

Presentaties onvoorziene situatie 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Oorzaken zelfbeschadiging

Slide 35 - Mind map

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Wat zijn mogelijke complicaties van zelfbeschadiging

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Voorkomen
Wel zijn cijfers bekend over het aantal behandelingen op de spoedeisende hulp (SEH) en het aantal ziekenhuisopnames als gevolg van zelf toegebrachte letsel. In 2017 waren er 15.400 SEH-bezoeken en 7.700 ziekenhuisopnames in verband met zelfbeschadiging.
Per 100.000 inwoners van Nederland waren er 90 SEH-bezoeken in verband met zelfbeschadiging in 2017. Jongvolwassenen van 20 tot en met 24 jaar vormen, met 210 SEH-bezoeken per 100.000 jongvolwassenen van die leeftijd, de grootste groep. Binnen die groep komt zelfbeschadiging het meest voor onder vrouwen, met 340 per 100.000 vrouwen van 20 tot en met 24 jaar. Deze cijfers zijn afkomstig uit het Letsel Informatie Systeem (Stam & Blatter, 2018).

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Waar moet je op letten bij je bejegening

Slide 43 - Open question

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Link

Slide 50 - Video