Blok 7 - les 9 - lange woorden met z of v


één kluis - twee ......
A
kluisen
B
kluizen
1 / 20
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


één kluis - twee ......
A
kluisen
B
kluizen

Slide 1 - Quiz


één kloof - twee ......
A
kloofen
B
klooven
C
klofen
D
kloven

Slide 2 - Quiz

lesdoel
Ik leer langere woorden met z of v schrijven.

Slide 3 - Slide

REGEL
Hoor je een /s/ of /f/aan het eind van een woord?
Als je het woord langer maakt, wordt de s vaak een z.


s/z
f/v
glas - glazen                         
huis - huizen
roos - rozen
graf - graven
duif - duiven
lijf - lijven

Slide 4 - Slide

tweetekenklanken
ui - buis - buizen
ei - reis - reizen
ij - prijs - prijzen
oe - hoes - hoezen

eu - neus - neuzen
au - saus - sauzen
ie - nies - niezen


* ou - kous - kousen
dit is een uitzondering


Slide 5 - Slide


één kous
twee ........
A
kousen
B
kouzen

Slide 6 - Quiz

dakloos
Dit is een daklo.e man.
A
z (dakloze)
B
s (daklose)

Slide 7 - Quiz


Slide 8 - Open question

één slagroomsoes
twee .................................

Slide 9 - Open question

één framboos
twee ....................

Slide 10 - Open question

één roomkaas
twee ....................

Slide 11 - Open question

één houtduif
twee ....................

Slide 12 - Open question

één landhuis
twee ....................

Slide 13 - Open question

één matroos
twee .......

Slide 14 - Open question

één vliegreis
twee .......

Slide 15 - Open question

één schroef
twee .......

Slide 16 - Open question

ik bewijs
wij ..............

Slide 17 - Open question

één rijlaars
twee .......

Slide 18 - Open question

spelling
les 9 - bladzijde 60 en 61

Ik leg de opdrachten uit.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link