3 Havo: Expliquer (grammaire H)

Bonjour
havo-3!
- Prenez votre livre
(Pak jullie boek)

- Mettez vos sacs par terre
(Zet jullie tassen op de grond)

- laptop dicht op tafel!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour
havo-3!
- Prenez votre livre
(Pak jullie boek)

- Mettez vos sacs par terre
(Zet jullie tassen op de grond)

- laptop dicht op tafel!

Slide 1 - Slide

Planning du jour
- Overhoren: voca E & F, phrases clés G!

- Expliquer: grammaire H

- Travailler aux exercices

- Les devoirs

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:

  • kan ik een kort verhaal schrijven.
  • kan ik het regelmatige werkwoorden op -ir gebruiken in het Frans.

Slide 3 - Slide

Questions sur les devoirs?
Les devoirs étaient:

Faire
exercice 26 t/m 28, overschrijven phrases clés G

Apprendre
voca E & F
phrases clés G

Slide 4 - Slide

Overhoren: voca E & F,
phrases clés G!
Op het bord loopt een timer voor 3 minuten, zolang kunnen jullie het nog overkijken.

Daarna kies ik willekeurig 2 leerlingen uit die overhoord worden.
Iedereen komt per hoofdstuk minstens 1x aan bod :)!
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Expliquer:
grammaire H
In klas 1 en 2 hebben jullie al meerdere keren regelmatige werkwoorden gezien die eindigen op -er. En in hoofdstuk 1 hebben we het gehad over werkwoorden die eindigen op -re.
Maar: er zijn ook regelmatige werkwoorden die eindigen op -ir (klein verschil..).
Net als in klas 1 en 2 krijgen jullie daarvoor een schema dat jullie kunnen/moeten volgen.

Neem de komende slides goed over!

Slide 6 - Slide

Werkwoorden op -ir:
de stam vinden
Om de stam van de werkwoorden te vinden, doe je hetzelfde als in klas 1 en 2. 
Je haalt van het werkwoord de laatste 2 letters af (-ir).

Ik gebruik in het voorbeeld het werkwoord finir (eindigen).

finir --> finir --> fin.


Slide 7 - Slide

Werkwoorden op -ir:
de uitgangen
Kijk in deze lijst van uitgangen en plak deze uitgangen vervolgens achter de stam.
je + is                                  je finis
tu + is                                  tu finis
il/elle/on + it                         il/elle/on finit
nous + issons                        nous finissons
vous + issez                          vous finissez
ils/elles + issent                     ils/elles finissent

Slide 8 - Slide

Werkwoorden op -ir:
de passé composé
Vervoeg het met het hulpwerkwoord 'avoir' en zet vervolgens een -i achter de stam.
j'ai fini
tu as fini
il/elle/on a fini
nous avons fini
vous avez fini
ils/elles ont fini

Slide 9 - Slide

Werkwoorden op -ir:
let op!
Als je het werkwoord finir kan vervoegen in beide tijden, dan kan je ook de volgende werkwoorden vervoegen. Dit gaat op dezelfde manier.
Leer dus ook deze werkwoorden voor de toets :)!

- réfléchir (nadenken)                      - choisir (kiezen)
- réussir (slagen)                            - rougir (blozen)
- remplir (invullen)
- grandir (groeien)

Slide 10 - Slide

schrijfopdracht
Ex 32aB

Slide 11 - Slide

Zijn er nog vragen?
Is het iedereen gelukt om de aantekening over te nemen?
Wie heeft er nog een vraag over regelmatige werkwoorden op -ir?
Nu is het moment om de vragen te stellen, anders gaan we door met het huiswerk :).

Slide 12 - Slide

Travailler aux exercices:
29 t/m 32
De regels

- Je werkt de eerste 10 minuten in stilte!


- Vragen? Steek je hand op!

We ruimen onze spullen pas op, op het moment dat de docent dit zegt.
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Les devoirs
Faire:
- exercice 29 t/m 32
- schrijf je vragen over de toets vast op!

Apprendre:
- voca A, B, E & F
- phrases clés C & G
- grammaire D & H (voorzetsels à/de en regelmatige werkwoorden op -ir)

Slide 14 - Slide

Afsluiting
Ik wil graag even checken of de doelen van vandaag zijn behaald, of dat je er nog mee bezig bent.

Pak je iPad en vul de code in (als je dat nog niet hebt gedaan), om de volgende vragen kort te beantwoorden.

Slide 15 - Slide


Leerdoel 1: ik kan een kort verhaal schrijven.
A
Ik ben er nog niet mee bezig geweest.
B
Ik beheers het nog niet, maar ben ermee bezig.
C
Ik beheers alle doelen al.
D
Ik beheers het deels, maar heb nog extra tijd nodig.

Slide 16 - Quiz


Leerdoel 2: ik kan regelmatige werkwoorden op -ir 
gebruiken in het Frans.
A
Ik ben er nog niet mee bezig geweest.
B
Ik beheers het nog niet, maar ben ermee bezig.
C
Ik beheers alle doelen al.
D
Ik beheers het deels, maar heb nog extra tijd nodig.

Slide 17 - Quiz

Tot de volgende les!

Slide 18 - Slide