Spelling 2: hoofdletters, leestekens, meervoud en verkleinwoorden

Welkom
Pak je boek, schrift en een pen alvast. 

                                                    Nederlands havo 4
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Pak je boek, schrift en een pen alvast. 

                                                    Nederlands havo 4

Slide 1 - Slide

Spelling
Doel: ik kan werkwoorden, hoofdletters en leestekens spellen

Doel: Ik kan meervouden en verkleinwoorden spellen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Startvraag 1
  • Wat is een hoofdgedachte en formuleer je die?

  • Een volledige zin die de kern van de tekst samenvat.

Slide 4 - Slide

Startvraag 2
  • Hoe vind je de persoonsvorm en waarom is dat nodig?

  • zin in een andere tijd zetten. Om te bepalen welke spellingsregel je toe moet passen.

Slide 5 - Slide

Startvraag 3
  • Wat is de regel van de persoonsvorm verleden tijd?

  • 't ex-kofschip of klankverandering bij een sterk werkwoord.

Slide 6 - Slide

Leestekens
  • 'Ik loop vandaag wel naar school,' zei Peter, 'want het is heerlijk weer.'
  • 'Ik loop vandaag wel naar school, want het is heerlijk weer', zei Peter. 
  • Loopt u vandaag naar school, mevrouw De Vries?' zei Peter, 'Het is heerlijk weer.'
  • Peter zei: 'Ik loop vandaag heerlijk naar school!'

Slide 7 - Slide

Hoofdletters
Zie theorie in het boek

Heeft iemand vragen?

Slide 8 - Slide

Meervoudsvorming
-s goeroes, televisies, logés, oevers, garages, chimpansees
-'s a, i, o, u, y: baby's, auto's, paraplu's, lama's 
maar: etuis, bureaus, displays

-en huizen, fietsen, stoelen, stommeriken, luiwammesen, fotografen, verhoren
bacteriën, symfonieën, moskeeën               

speel af

Slide 9 - Slide

Opdracht
  • Maak P5 2/4/6
  • Klaar? bekijk P6 2/4/6 of maak extra oefeningen uit P1 t/m P4 afhankelijk van wat je lastig vindt
  • We bespreken zo een paar

timer
10:00

Slide 10 - Slide

Verkleinwoorden
- kje, pje, tje erachter: cakeje, boompje, sprietje
- apostrof bij afkortingen en y: dvd'tje, A4'tje, buggy'tje, baby'tje
- dubbele klinker: lamaatje, autootje, reçuutje
- kiwietje, karbonaadje, slaatje, blaadje, jongetje etc.
speel af

Slide 11 - Slide

Opdracht
  • Maak P6 2/4/6
  • Klaar? maak extra oefeningen uit P1 t/m P4 afhankelijk van wat je lastig vindt
  • We bespreken er zo een paar

timer
10:00

Slide 12 - Slide

Huiswerk
  • Leren + oefenen P1 t/m P6
  • Minimaal 4 opdrachten
  • Vergeet niet na te kijken!

  • Leesautobiografie inleveren via Magister -opdrachten

Slide 13 - Slide