Chapitre 6 - 100% moi!

Chapitre 6 - 100% moi!
Vertellen over jezelf en je gewoontes
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Chapitre 6 - 100% moi!
Vertellen over jezelf en je gewoontes

Slide 1 - Slide

Programme
Introduction
Bron A
vocabulaire A
les devoirs: bron A et vocabulaire A

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Introduction p.48
Ouvrez votre livre page 48.

Regardez le film et discutez ensemble de ce que vous préférez.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

2 p.48
Travaillez en groupe de 4.
timer
2:00

Slide 7 - Slide

3a p.49
Quels mots connaissez vous pour la famille?

Slide 8 - Slide

Au travail!
Faire l'exercice 3b.

Faire un arbre généalogique de ta propre famille sur une feuille et écrire au moins 5 phrases en français sur ta famille.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Les devoirs
bron A et vocabulaire A 

> nakijken en woorden overhoren

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Programme
Doelen: aan het eind van deze les:

-kun je een tekst begrijpen over familie 
-ken je woorden die te maken hebben met familie
-kun je vergelijkingen maken

Wat gaan we doen om deze doelen te bereiken?
bron B -Lire
bron D - Comparaison/vergelijking

Slide 13 - Slide

vocabulaire B
doornemen en nazeggen

Slide 14 - Slide

Lire bron B
p. 54 et 55
ex. 8 in tweetallen
ex. 9 samen lezen

Slide 15 - Slide

Bron D: Comparaison/vergelijking 
- je kunt iemand beschrijven 
- je kunt vergelijkingen maken
- je kunt jezelf en jouw familie beschrijven

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Comparaison/vergelijking 
Elle est moins sportive que moi.

Elle est plus sportive que moi.

Elle est aussi sportive que moi.

Slide 19 - Slide

Vidéo GL

Slide 20 - Slide

La tortue est... petite que la girafe.
A
aussi
B
plus
C
moins

Slide 21 - Quiz

Le papillon est ...petit ... l'oiseau.

Slide 22 - Open question

La pomme est ... l'orange. (lourde)

Slide 23 - Open question

Vertaal:
Julien is even klein als Olivier.

Slide 24 - Open question

Vertaal:
Sophie is beter dan Sara.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Mind map

Au travail
Exercice 15 a, b, c p.60-61
Exercice 16 a et b p.62
Exercice 17 p.63
Exercice 18 p. 63

Slide 27 - Slide

Uitspraak bijvoeglijk naamwoord
grand / grande
différent / différente
néerlandais /néerlandaise

Slide 28 - Slide

Exercice 12b p.58 ensemble

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Présente-toi en suivant l'exemple des phrases-clés.
-prénom + âge
-ville + pays
-(origine) ou loisir
-frères/sœurs/famille
-2 choses sur les frères et sœurs ( utiliser la comparaison)

Slide 31 - Slide

Groupes aléatoires - se présenter + poser une question

Slide 32 - Slide