PV P2 W7

2
hoofdstuk 5
mobiliteit
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Persoonlijke VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

2
hoofdstuk 5
mobiliteit

Slide 1 - Slide

Waarom worden er tilhulpmiddelen gebruikt?

Slide 2 - Open question

Wat is het verschil tussen een passieve en actieve tillift?

Slide 3 - Open question

5.5
verplaatsen
Cliënten die een verminderde sta-functie hebben, kunnen met een tillift verplaatst worden.

Slide 4 - Slide

5.5.1 hulpmiddelen - 
tilliften
De passieve tillift wordt gebruikt om cliënten te verplaatsen die zelf niet meer kunnen staan.
  • de cliënt hangt in een tilmat (verschillende maten mogelijk)
  • let op een goede bevestiging
  • let op het recht vooruit duwen
  • let op de ruimte (beweegbare wielpoten)

Slide 5 - Slide

5.5.1 hulpmiddelen - 
tilliften
De plafondlift is een passieve tillift, die aan het plafond hangt. Het tilsysteem is met een rail aan het plafond bevestigd.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

5.5.1 hulpmiddelen - 
tilliften
De actieve tillift wordt gebruikt om cliënten te verplaatsen die zelf iets kunnen staan.
  • de cliënt staat op een tilplaat
  • let op een goede bevestiging van de tilband
  • let op het recht vooruit duwen

Slide 8 - Slide

5.5.1 hulpmiddelen - 
tilliften
Aandachtspunten...
  • weet hoe de lift werkt
  • check het laadniveau
  • liften hebben een grote draaicirkel, zorg voor de ruimte
  • de hoogte kan angst veroorzaken bij de cliënt
  • werk desnoods met twee verzorgenden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

 Free Learning Manoeuvreren met Tilliften

Slide 11 - Slide

5.5.2 hulpmiddelen - 
rolstoel
Aandachtspunten...
  • stoep op: voorste wielen optillen met hefpedaal
  • stoep af: achterstevoren
  • voeten in de steunen
  • kleed goed (warm) aan
  • let op glas op de grond

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

5.6
overige hulpmiddelen
1 Trippelstoel

Door met de voeten te trippelen, beweegt de cliënt zich zelfstandig voort.

Slide 14 - Slide

5.6
overige hulpmiddelen
2 Rollator

Een rollator bestaat uit een metalen frame op vier wielen. Hiermee kan de cliënt zelfstandig (een lange of korte) afstand lopen.

Slide 15 - Slide

5.6
overige hulpmiddelen
Krukken en wandelstokken

Deze hulpmiddelen zijn voor cliënten met lichte of tijdelijke beperkingen met voortbewegen.

Slide 16 - Slide

5.6
overige hulpmiddelen
Krukken en wandelstokken

Wandelstok
  • geeft steun bij het zelfstandig lopen
  • soms heeft de stok meerdere pootjes (zoals een eiffeltje)

Slide 17 - Slide

5.6
overige hulpmiddelen
Krukken en wandelstokken

Lopen met twee krukken
  • #1 beide krukken vooruit zetten
  • #2 aangedane been naar voren
  • #3 goede been een staplengte voor de krukken zetten

Slide 18 - Slide

5.6
overige hulpmiddelen
Krukken en wandelstokken

Lopen met één kruk
  • #1 de kruk aan de goede zijde
  • #2 aangedane been en de kruk naar voren
  • #3 goede been een staplengte voor de krukken zetten

Slide 19 - Slide

5.6
overige hulpmiddelen
Krukken en wandelstokken

Elleboogkrukken
  • meestal tijdelijk gebruik
  • één been mag niet of een klein beetje belast (ongeval, na een knie- of heupoperatie, ouderdomsklachten)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

5.6
overige hulpmiddelen
Krukken en wandelstokken

Okselkrukken
  • geeft steun aan de oksels
  • druk op handen, polsen is zo minder groot dan bij elleboog-krukken

Slide 22 - Slide

opdrachten 13 t/m 19 maken en zelf nakijken

Slide 23 - Slide