V4- par. 2.3 Oceaan- en zeestromen

1.3 Oceaan- en zeestromen
Leerdoelen: 
  • Je kent het verschil tussen warme en koude zeestromen, de thermohaliene circulatie en de rol van de diepwaterpomp.
  • Je begrijpt de wijze waarop zonne-energie de mondiale oceanische circulatie aandrijft.
  • Korte herhaling 2.2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

1.3 Oceaan- en zeestromen
Leerdoelen: 
  • Je kent het verschil tussen warme en koude zeestromen, de thermohaliene circulatie en de rol van de diepwaterpomp.
  • Je begrijpt de wijze waarop zonne-energie de mondiale oceanische circulatie aandrijft.
  • Korte herhaling 2.2

Slide 1 - Slide

De wet van Buys Ballot =
A
1. Wind waait van een Laag druk gebied naar Hoog
B
1. Wind waait van een Hoog druk gebied naar Laag

Slide 2 - Quiz

Maak het plaatje compleet met behulp van de sleepelementen onder de groene streep
luchtdruk
luchtdruk
blauwe pijl
blauwe pijl
windrichting
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
ITCZ
Evenaar
30 gr. ZB

Slide 3 - Drag question

0 graden
30 graden
60 graden
90 graden
polair maximum
equatoriaal minimum
Subpolair minimum
Subtropisch maximum
Hier starten de passaatwinden
Hier waaien de passaatwinden heen
ITCZ

Slide 4 - Drag question

Oceanische circulatie

  • aangedreven door de atmosferische circulatie
  • Warme zeestroom: van evenaar naar polen
  • Koude zeestroom: van polen richting evenaar

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat valt op aan het water bij woestijnen?

Slide 7 - Slide

Wat valt op aan het water bij woestijnen?

Slide 8 - Open question

Wat valt op aan het water bij Antarctica?

Slide 9 - Slide

Wat valt op aan het water bij Antarctica?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

          Aangeven welke invloed atmosferische circulatie en zeestromen hebben op klimaat- en landschapsgebieden
  • Warme zeestroom: zorgt voor warmte, regen en ijsvrijehavens tot aan Moermansk toe

  • Koude zeestroom: zorgt voor extra koud klimaat. In subtropen: voorkomen woestijnen; koude zeewater koelt de lucht erboven af, waardoor deze weinig vocht kan vasthouden.

Slide 14 - Slide

Thermohaliene circulatie
Er zijn verschillen in het zeewater qua temperatuur en zoutgehalte

Zout en koud water is zwaarder en  zakt in de noordelijke en zuidelijke Atlantische Oceaan naar de diepte: de diepwaterpomp. Deze drijven de zeestromen aan.

Slide 15 - Slide

Links zien we New York, rechts Madrid. Beide liggen op dezelfde breedtegraad, maar toch is er een ander klimaat. Verklaar hoe dit komt

Slide 16 - Slide

Kijkvragen video 
El Nino-La Nina

1. Hoe ziet de normale situatie er uit?
2. Wat zal er veranderen bij een El Nino? Hoe uit zich dit?
3. Wat is een La Nina?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Kijkvragen video 
El Nino-La Nina

1. Hoe ziet de normale situatie er uit?
2. Wat zal er veranderen bij een El Nino? Hoe uit zich dit?
3. Wat is een La Nina?

Slide 19 - Slide

Normale situatie

Slide 20 - Slide

El Nino

Slide 21 - Slide

Een warme zeestroom loopt altijd van zuid naar noord
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

Een koude zeestroom zorgt voor droge klimaten aan de kust
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz

De thermohaliene circulatie en diepwaterpomp worden aangedreven door de wind
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quiz

De thermohaliene circulatie en de zeestromen vormen samen de oceanische circulatie
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz