Thema 2. Voortplanting. Basisstof 2: veranderingen in de puberteit(11-12-2025).

1 / 48
next
Slide 1: Slide
Management en organisatieMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Afspraken
  • Telefoon THUIS, in je Zakkie en je tas of in de KLUIS.
  • Je hebt je lesmateriaal en je schoolpas bij je. 
  • Je komt rustig je lokaal binnen en bent startklaar.
  • Ben je te laat? Meld je bij de balie en ga je zitten in de aula
  • Petten, mutsen, hoedjes en jassen uit, je tas op de grond.
  • We zijn rustig op de gangen.
  • WC bezoek alleen tijdens de leswissel.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Overzicht Periode 1
  • Thema 1
  • Benodigde lesmaterialen:  Boek biologie voor Jou (BvJ); Map, laptop en schrijfbenodigheden.
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10 
Week 11
Thema 1:
Bassistof 1.1.1  en 1.1.2 en 
1.2.1
Thema 1:
Basisstof 1.3.1 en  1.4.1
Thema 1:
Basisstof 1.5.1
Thema  4
Basisstof 4.1.1, 4.1.2, 4,2.1, 4.2.2,
4.2.3 en 4.2.4 
Thema 4
Basisstof  4.3.1,4.3.2, 4.4.1, 4.4.2
en 4.5.1

Thema 5:
Basisstof 5.1.2, 5.1.3, 5.2.1 en
5.2.2
Herftvak.
Thema 5:
Basisstof
5.3.1, 5.3.2, 5.3.3. en 
5.4.1


Thema 5:
5.5.1 en
5.5.2

Herha
ling
thema 1
Her-
haling
thema 4 en 5

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Overzicht Periode 2
  • Thema 2
  • Benodigde lesmaterialen:  Boek biologie voor Jou (BvJ); Map, laptop en schrijfbenodigheden.
Week 13 
Week 14
Week 15
Week 16
Week 17
Week 18
Week 19
Week 20
Week 21
Week 22 
Week 23
Thema 2:
Bassistof  2.1 en 2.2
Thema 2
Basisstof  2.3
Kerstvakantie
Kerstvakantie
Thema 2
Basisstof 
2.4

Thema 2
Basisstof
2.5 en 2.6

Thema 2
Basisstof
2.7

Thema 2
Basisstof
2.8

Thema 3
Basisstof
3.1

Herha
ling
thema 2
Voorjaarsvakantie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond en geen WC bezoek!!
  • Schoolspullen op tafel: 
 - Chromebook: inloggen in LessonUp
 - Boek Biologie v.Jou (BvJ):  Thema 2: Voortplanting en seksualiteit. Basisstof 2.2/2.3:                                                             Veranderingen in de puberteit!!
                                                      Boek 3A: blz. 86/digitaal
 - JdW-map met Cornellbladen!
 -  Etui met schrijfspullen!! 
timer
3:00

Slide 7 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Agenda voor vandaag
  • Huiswerk bespreken!
  •  Start met een nieuwe basisstof:
      -Veranderingen in de puberteit.
      -Boek 3A; blz. 90 t/m 92 (deze basisstof moet je vooral digitaal             leren).
  •  Opdrachten maken: werkblad of uit boek of digitaal!!
  • Afsluiting!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ga op je laptop naar 
lessonup.app

Vul de code (linksonder in beeld) van deze lessonUp in. Vul je naam in en doe mee!

AAN DE SLAG

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

            Uitleg
Maak aantekeningen!!

Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Titel van de les:  Voortplanting en seksualiteit
Subtitel: basisstof  2.2: Veranderingen in de puberteit

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

           Leerdoelen
Jij kunt respect tonen  voor anderen bij het bespreken van lichamelijke en emotionele veranderingen.

(Jij begrijpt dat verschillen in uiterlijk en ontwikkeling normaal zijn).

Slide 12 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
           Leerdoelen
2.2.1 Je kunt uitleggen wat de functie is van geslachtshormonen.

2.2.2 Je kunt omschrijven wat secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.

2.2.3 Je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven.
.

Slide 13 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Wat weet jij al over de hormonen?

Slide 14 - Mind map

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
2.2.1 Je kunt uitleggen wat de functie is van geslachtshormonen.
Belangrijke begrippen: 
  • Puberteit
  • Gesalchtsorganen
  • Geslachtshormonen:
Testosteron
Oestrogeen 
  • Secundaire geslachtskenmerken

Slide 15 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
  • Puberteit: levensfase waarin je lichaam verandert van kind naar volwassene (je gevoelens veranderen ook).
                     veranderingen ontstaan  door                          geslachtshormonen!!



  • geslachtshormonen:  stoffen die door de geslachtsorganen worden aangemaakt zodat zij goed kunnen werken,

Slide 16 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
  • De hypofyse:

- Produceert in  de puberteit  stimulerende       hormonen .

  • Stimulerende hormonen:
-Zorgen voor groeispurt.
-Zorgen voor rijping eicellen en ontwikkeling zaadcellen.
-zorgen ervoor dat de geslachtsorganen geslachtshormonen gaan produceren.




Slide 17 - Slide

This item has no instructions

  • Hormonen:
-zijn stoffen die zorgen dat organen
 goed werken. 

  • Geslachtsorganen:  
-Maken geslachtshormonen vanaf puberteit.

  • Geslachtshormonen (functie):
-zorgen voor snelle groei: heet groeispurt
- regelen de werking van de voortplantingsorganen.
  1. Eierstokken → maken oestrogenen  

  1. Teelballen → maken testosteron


Voorbeeld van een ''gewone' hormoon
insuline: geen geslachtshormoon!
 (geproduceerd door de alvleesklier: zorgt voor de bloedsuikerspiegel in het lichaam).

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

 Geslachtsorganen
-produceren  geslachtshormonen:                        --oestrogenen en testosteron.


  • De eierstokken produceren oestrogenen.
-Oestrogenen zorgen ervoor: 
-Dat eicellen gaan rijpen.
-Dat de vrouwelijke  geslachtskenmerken kunnen ontwikkelen  (borstontwikkeling).


  • De teelballen produceren testosteron.
 -Testosteron zorgt ervoor:
-Dat er zaadcellen worden gemaakt. 
-Dat  mannelijke geslachtskenmerken kunnen ontwikkelen (een lagere stem, baardgroei en meer spiermassa).
 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Tijdens de puberteit:
 zorgen geslachtshormonen voor nieuwe geslachtskenmerken---> de secundaire geslachtskenmerken.

  • Jongens en meisjes:
-kunnen verschillende secundaire geslachtskenmerken krijgen

  • Puberteit :
-heeft geen vaste volgorde voor veranderingen.
-verloopt bij iedereen anders .

  • Intersekse:
-niet alle secundaire geslachtskenmerken ontstaan

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hermafrodiet (bij planten en dieren)
Een hermafrodiet: 
-Een organisme dat zowel mannelijke 
   als vrouwelijke geslachtsdelen heeft. 
-Kan zowel zaadcellen  als eicellen maken.


Intersekse (bij de mens):
Iemand  wordt geboren met lichaamskenmerken van jongens én meisjes.
 (het is niet helemaal duidelijk of die persoon een jongen of een meisje is).

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Secundaire geslachtskenmerken: 
bij iedereen anders en de volgorde kan verschillen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

           Begrippen uit deze les/vertaal in je eigen taal
           
Primaire geslachtskenmerken: geslachtskenmerken die je bij de geboorte al hebt.
Voortplantingsstelsel: Alle organen die een rol spelen bij de voortplanting.
Voortplanting: Het produceren van nageslacht.
Clitoris (kittelaar): geslachtsorgaan van de vrouw; bestaat uit zwellichamen (inwendig) en clitoriseikel (uitwendig).
Binnenste vulvalippen (binnenste schaamlippen, kleine vulvalippen): gladde huidplooien rond de vagina.
Urinebuis: vervoeren van urine en sperma.
Buitenste vulvalippen (buitenste schaamlippen, grote vulvalippen): behaarde huidplooien rond de vagina.
Penis: uitwendig geslachtsorgaan van de man.
Voorhuid: huidplooi om de eikel
Balzak: huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen.
Teelballen (zaadballen): delen die zaadcellen produceren.









Slide 23 - Slide

This item has no instructions

             Begrippen uit deze les/vertaal in je eigen taal
Eicellen: vrouwelijke geslachtscellen.
Baarmoeder: orgaan waarin een bevruchte eicel zich kan ontwikkelen tot een kind.
Vagina (schede): kanaal naar de baarmoeder.
Zwellichamen: delen die zich kunnen vullen met bloed.
Teelballen (zaadballen): delen die zaadcellen produceren.
Zaadcellen: mannelijke geslachtscellen.
Bijballen: tijdelijke opslag van zaadcellen.
Zaadleiders: vervoeren zaadcellen van bijbal naar prostaat.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

           Begrippen uit deze les/vertaal in je eigen taal
Voortplantingsstelsel: alle organen die nodig zijn bij de voortplanting.
Geslachtshormonen: hormonen die door de geslachtsorganen worden aangemaakt.
Secundaire geslachtskenmerken: geslachtskenmerken die ontstaan vanaf de puberteit.
Geslachtshormonen: hormonen die door de geslachtsorganen worden aangemaakt.
Testosteron: geslachtshormonen die in de teelballen worden geproduceerd en die mannelijke geslachtskenmerken bevorderen.
Oestrogenen: geslachtshormonen die in de eierstokken worden geproduceerd en ervoor zorgen dat zich vrouwelijke geslachtskenmerken ontwikkelen.








Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Terugkijken 
op de leerdoelen
2.2.1 Ik kan uitleggen wat de functie is van geslachtshormonen.

2.2.2 Ik kan omschrijven wat secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.

2.2.3 Ik kan de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven.

C

Slide 27 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.


Welk orgaan maakt testosteron?
A
Eierstok
B
Teelbal
C
Hersenen
D
Buik

Slide 28 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Welke hormoonklier geeft hormonen af die in de puberteit zorgen voor een groeispurt?
A
Hypofyse
B
Teelbal
C
Buik
D
Eierstok

Slide 29 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Terugkijken 
op de leerdoelen


2.2.2  Ik kan omschrijven wat secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.
C

Slide 30 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.


Wanneer ontstaan de secundaire geslachtskenmerken?
A
Voor de geboorte
B
In de puberteit
C
Tijdens de peuterfase
D
Tijdens de ouderdom

Slide 31 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Noem 2 secundaire geslachtskenmerken bij meisjes.

Slide 32 - Open question

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Vragen?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

           Aan de slag
Geen vragen, start met de volgende opdrachten:
Basisstof 2.2  Opgaven digitaal  -->  Boek 3A/ digitaal --> 1 t/4. 
Of oefen met het werkblad voortplantingsstelsel man/vrouw.

Met wie:  met je buurvrouw of buurman/of alleen!
Tijd: 20 min.
Hulp: vraag aan de docent                                 
 Klaar: ga door met vraag 6.



timer
20:00

Slide 34 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Hoe heb je les ervaren?
-210

Slide 35 - Poll

This item has no instructions

           Afsluiting
Volgende les: 
 -Voorbereiden op de volgende bassistof (zie Sometoday).
- Huiswerk afmaken. 

Slide 36 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Besnijdenis
Besnijdenis
  • Bij jongens wordt soms de voorhuid (of een deel ervan) verwijderd. Dit kan cultureel, medisch of hygiënisch zijn.
  • Bij meisjes kan de clitoris en/of vulvalippen worden weggesneden; soms wordt de vaginale opening bijna gesloten.
  • Besnijdenis bij meisjes kan leiden tot pijn en infecties.
  • In Nederland is besnijdenis bij meisjes verboden.

Betrouwbare bron: Sense (website sense.info) — geeft heldere uitleg over wat female circumcision / meisjesbesnijdenis inhoudt en dat het in Nederland verboden is.

Slide 39 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Lichamelijke veranderingen in de puberteit
Lichamelijke veranderingen in de puberteit:
  • Meer zweten, vooral onder de oksels.
  • Huid wordt vetter, wat kan leiden tot puistjes.
  • Meisjes maken vaginale afscheiding aan, een witte of gelige vloeistof.
-Functie: houdt de vagina schoon.
  • Smegma kan zich ophopen onder de voorhuid (jongens) of tussen de vulvalippen (meisjes).
  • (Smegma is een natuurlijke, vettige stof die door het lichaam wordt aangemaakt
-Functie: houdt de huid soepel.
  • Goed schoonmaken met alleen water voorkomt geurtjes en ontstekingen.

Slide 40 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Geestelijke veranderingen
Tijdens de puberteit veranderen:
 je lichaam, je gedrag en gevoelens.
  • Je wilt meer zelfstandigheid (niet meer als kind behandeld worden).
  • Stemmingswisselingen komen veel voor: je voelt je soms vrolijk, verdrietig of onzeker.
  • Vrienden worden belangrijker en hun mening telt voor jou.
  • Je ontdekt wat je zelf wilt en krijgt meer interesse in seksualiteit.
  • Deze veranderingen verlopen bij iedereen anders en worden meestal minder naarmate je ouder wordt.

Slide 41 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
 In je lichaam heb je :

lichaamscellen: hebben een celkern.
   *Bijvoorbeeld: huidcellen en spiercellen.
    







 
*Deling: mitose --> groei en herstel
 In je lichaam heb je ook :

Geslachtscellen: hebben een celkern .   *Zaadcellen en eicel.







* Deling: meiose (speciale deling) 
  ---> vorming van geslachtscellen  voovoortplanting.


Slide 42 - Slide

This item has no instructions


Hoe heet het proces waarbij de zaadcel en de eicel versmelten?

Slide 43 - Open question

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Het voortplantingsstelsel
  • Het voortplantingsstelsel: alle organen die nodig zijn bij voortplanting. 
                                                  (Voorbeeld: borsten worden gebruikt voor borstvoeding) .   
  • Geslacht of sekse: man of vrouw.
  • Geslachtskenmerken: lichamelijke kenmerken waaraan je het geslacht herkent.
  • Geslachtsorganen: organen die bij het voorplantingsstelsel horen:
                                      uitwendige en Inwendige geslachtsorganen


*Intersekse: kinderen met zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken (soms zie je dat bij de geboorte, soms pas in de puberteit).

Slide 44 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
         Antwoorden basisstof 2.1 (boek)
1. 

Slide 45 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


         Antwoorden basisstof 2.1(boek)
2 A & B


Slide 46 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Slide 47 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
           Voorbeelden
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Concrete voorbeelden
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 48 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.