Les 1, Vitale functies, Ademhaling

Vitale functies
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Vitale functies

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van Vitale functies?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Onderwerpen
Ademhaling
Bewustzijn
Circulatie
Diurese
Temperatuur

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

ADEMHALING

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Luchtpijp
Middenrif (Diafragma)
Longblaasje (Alveoli)
Kleine luchtwegen (Bronchioli)

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waarom halen we adem?
  • Zuurstof inademen en Koolzuur uitademen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waar let je op als je de ademhaling observeert?
A
Snelheid
B
Geluid
C
Geur
D
Allemaal

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Observatie ademhaling
Snelheid
Regelmaat
Diepte
Geur(acetonlucht)
Geluid (snurkend, piepend)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ademhalingsbeweging
De lucht in de alveoli moet worden ververst door ventilatie, dus ademen

  • inademing = inhalatie = inspiratie
  • uitademing = expiratie

Hierbij zijn betrokken:
Ribben, wervelkolom, borstbeen, tussenribspieren, 
diafragma (middenrif)
soms buik- borst- en rugspieren (bij hoesten)


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Ademhalingsbewegingen

Slide 11 - Slide

Je hulpademhalingsspieren kunnen je ademhalingsspieren helpen bij de inademing. Ze helpen bij het optillen van je ribben. Dit doen ze vooral als je je inspant, omdat je dan meer lucht nodig hebt.
Ademhalingsbeweging
1. buikademhaling: afplatting van het diafragma trekt de longen naar beneden, die hierdoor lucht aanzuigen (in rust)
2. borstademhaling: ribben gaan opzij en omhoog, die hierdoor de longen verder optrekken en meer lucht aanzuigen (wandelen)
3. hulpademhaling: heffing van de schoudergordel, longen worden nog meer open getrokken, nog meer lucht wordt aangezogen (rennen)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Tel bij elkaar de ademhaling. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel Ademhalingsbewegingen maakt een lichaam per minuut in ontspannen toestand?

Slide 14 - Open question

12-15 volgens de eindtoets
Ademhalingsfrequentie
Normale ah 12-15 p/m

AH onder de 12 = Bradypneu (te langzaam)
AH boven de 15 = Tachypneu (te snel)


(Apneu)
(Dyspneu)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is het patroon van een normale ademhaling?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht
Ga opzoek hoe de soorten ademhalingen heten die hiernaast staan afgebeeld.
En hoe ontstaan ze?
timer
10:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Antwoord
Normaal 
Apnoe 
Hyperpnoe 
Cheyne Stokes 
Kussmaul 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Apneu (geen ademhaling)


Geen ademhaling 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hyperpneu
Te snel, kan worden veroorzaakt door bijvoorbeeld benauwdheid (Dyspneu)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat kan dyspnoe/dyspneu veroorzaken?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Dyspneu
  • Toename moeite bij dezelfde behoefte (luchtweg blokkade)
  • Spier zwakte
  • Toename zuurstof behoefte (koorts)
  • Aandoeningen 
  • Complicaties van ziekte
  • enz.


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat was een Cheyne Stokes ademhaling?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Kussmaul Ademhaling

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn afwijkende geluiden
bij de ademhaling?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Geluiden bij ademhaling.
Snurkende ademhaling
Inspiratoire stridor  
Expiratoire stridor
Gorgelen
Kreunen
Gaspen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat is waar betreft het tellen van een ademhaling?
AH(Ademhaling)
A
Elke in- en uitademing telt voor een AH.
B
Je telt de AH 15 secondes en dan maal 4.
C
Je verteld de zorgvrager vooraf dat je de ademhaling gaat tellen.
D
Je laat de zorgvrager zelf meetellen met de ademhaling.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Hoe tellen jullie de ademhaling?
Kijk naar het op- en neergaan van de borstkas/buik
Elke in- en uitademing telt voor een AH
Kan met een polsteller of horloge gemeten worden.
30 sec meten, dan X 2= totaal/minuut
Hou de pols vast tijdens het tellen(dan gaat de zorgvrager niet op zijn AH letten)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Opdracht, zoek op
Wat is een saturatie?
Wat is een normale saturatie?
Wat is het gevaar van een te lage saturatie?
Wat is een normale saturatie bij een COPD patiënt?
Waar meet je de saturatie?
Wanneer roep je hulp in van een arts mbt de saturatie?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Saturatie waarden
Waarden:
96% - 100% acceptabel bij gezonde mensen
92% - 100% acceptabel bij COPD en hartfalen (i.o. arts)
< 95% toediening van zuurstof overwegen
(i.o. arts)
< 90% desaturatie, zuurstof toedienen (i.o. arts)

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Nog vragen?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Het beoordelen van de ademhaling


1. Wat valt je op bij de ademfrequentie bij verschillende leeftijdsgroepen?
2. Welke vier kwaliteiten van de ademhaling kun je observeren?
3. Beredeneer welke overige observaties kun je doen gericht op de ademhaling?
4. Noteer de afwijkingen in adempatronen en snelheid en beredeneer wanneer je dit tegenkomt in de praktijk.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions