Oefenopdracht skelet (10 min)
Je werkt voor deze oefening met de persoon naast je aan tafel
1. Maak kleine kaartjes van hetzelfde formaat
2.Noteer per kaartje één van de onderdelen van het skelet zoals op blz. 11. Hussel de kaartjes daarna goed.
3. Oefen de onderdelen door ze op de juiste plek te leggen op het lichaam van je buur. Wissel en oefen om-en-om tot je alles kent.