Rekenen: 326-37 herhaling

Lesopbouw
  • Wat weet ik al?
  • Doel van de les
  • Het denkwolkje
  • Samen oefenen
  • Jullie oefenen
  • Kleine lesafsluiting
  • Zelf aan de slag
  • Evaluatie



1 / 17
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 5

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesopbouw
  • Wat weet ik al?
  • Doel van de les
  • Het denkwolkje
  • Samen oefenen
  • Jullie oefenen
  • Kleine lesafsluiting
  • Zelf aan de slag
  • Evaluatie



Slide 1 - Slide

Wat weet ik nog: 
314-26
  1. Eerst  .................................  ik het getal dat eraf gaat handig. 
  2. Dan reken ik de som in  ........................................ uit. 
  3. Dat doe ik door eerst het getal ....... van 314 af te halen. 
  4. Daarna haal ik er nog ......... vanaf. 
  5. Nu weet ik wat er over blijft. 

Slide 2 - Slide

Weet je nog?
Zet de getallen op volgorde van klein naar groot. 
Werk samen om dit zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen. 

Slide 3 - Slide

Doel
Ik kan minsommen over het honderdtal uitrekenen in rekentaal (of met de getallenlijn).

Slide 4 - Slide

Welke stappen zet ik?
1. Ik splits het getal dat eraf gaat.
2. Hoe splits ik het getal dat eraf gaat? (kijk naar het tiental in het eerste getal)
3. Ik haal de gesplitste getallen in stapjes er van af. Daarbij ga ik eerst terug naar het honderdtal. 
  • 451-68=
  • 223-47=
  • 526-35=

Slide 5 - Slide

Samen oefenen
  • 133-49=
  • 633-49=

Slide 6 - Slide

Samen oefenen
  • 161-73=
  • 461-73=


Slide 7 - Slide

Jullie oefenen
Van mijn huis naar ons vakantiehuis  is het 314 kilometer rijden. Ik heb al 98 kilometer gereden. 
Hoeveel kilometer moet ik nog rijden?




Slide 8 - Slide

Jullie oefenen
Van mijn huis naar ons vakantiehuis  is het 245 kilometer rijden. Ik heb nu 87 kilometer gereden. 
Hoeveel kilometer moet ik nog rijden?




Slide 9 - Slide

Jullie oefenen
Ik heb 102 euro in mijn spaarpot. 
Ik koop een doos lego voor 36 euro. 
Hoeveel geld heb ik nog over?




Slide 10 - Slide

Jullie oefenen
Ik heb 314 euro in mijn spaarpot. 
Mijn zusje heeft niets dus geef ik haar 27 euro.
Hoeveel geld hou ik zelf over?





Slide 11 - Slide

Kleine lesafsluiting
308-45=

Slide 12 - Slide

Kleine lesafsluiting
507-24=

Slide 13 - Slide

Kleine lesafsluiting
507-24= 483, dus...
707-24=...................

Slide 14 - Slide

Blok 1 week 2 les 1
Maak opgve 0, 2 en 3

Klaar? 
Schrijf op je doelenblad hoeveel plus of min je had bij het juiste onderdeel. 
5 min. automatiseren. Daarna werk je aan een van de doelen op het doelenblad. 

Slide 15 - Slide

Blok 1 week 4 les 1
Maak opgave 0, 1 en 2

Klaar? 
Schrijf op je doelenblad hoeveel plus of min je had bij het juiste onderdeel. 
5 min. automatiseren. Daarna werk je aan een van de doelen op het doelenblad. 

Slide 16 - Slide

Gooi de dobbelsteen!
Wat was het doel?                                                                     Wat was het doel?

Hoe ging het samenwerken?                                               Kon je je concentreren?

Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?

Slide 17 - Slide