Ontwikkelingspsychologie

Hoe heet de fase vóór de geboorte?
1 / 23
next
Slide 1: Open question
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe heet de fase vóór de geboorte?

Slide 1 - Open question

Emotionele stress bij de moeder tijdens de zwangerschap kan invloed hebben op het ongeboren kind
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Een foetus van 24 weken kan..
A
Horen, zien en proeven
B
Horen en proeven.
C
Horen en zien
D
Alleen nog maar horen

Slide 3 - Quiz

De foetus is nog niet in staat iets te leren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Reflexbewegingen zijn hetzelfde als motorische vaardigheden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Welke twee reflexbewegingen zijn er?

Slide 6 - Open question

Kruipen is een voorbeeld een grove motorische vaardigheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat betekent oog-handcoördinatie?

Slide 8 - Open question

Welk zintuig is voor een baby het belangrijkst
A
gehoor
B
zien
C
tast
D
reuk

Slide 9 - Quiz

De mond is een belangrijk tastzintuig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Exploreren betekent:
A
ontdekken
B
boos worden
C
leren kruipen
D
denken

Slide 11 - Quiz

Exploreren past bij de
A
lichamelijk ontwikkeling
B
cognitieve ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
persoonlijkheidsontwikkeling

Slide 12 - Quiz

Welk van de voorbeelden past niet bij magisch denken?
A
Je kan door het doucheputje spoelen
B
De pop huilt als deze alleen thuis blijft
C
In de televisie wonen een heleboel mensen
D
Als de maan er is dan slaapt de zon

Slide 13 - Quiz

Wat betekent animistisch denken?

Slide 14 - Open question

Er zijn drie kenmerken van denken:
Magisch denken, animistisch denken en...

Slide 15 - Open question

Een kind leert omdat ze er aan toe zijn. Dit proces noemen we:
A
Groeiproces
B
Leerproces
C
Rijpingsproces

Slide 16 - Quiz

Het kind leert door zelf dingen te doen. Dit noemen we..
A
Herhalingsleren
B
Imiterend leren
C
Sociaalleren
D
Ervaringsleren

Slide 17 - Quiz

Een kind leert praten door mensen in zijn omgeving te imiteren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat komt als eerste tot uiting in het taalbegrip?
A
symboolontwikkeling
B
éénwoordzin

Slide 19 - Quiz

lachen en huilen is een vorm van communiceren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Rond welke maand ontstaat de eenkennigheidperiode?
A
4 maanden
B
7 maanden
C
10 maanden
D
12 maanden

Slide 21 - Quiz

Welke twee spelsoorten zijn favoriet bij peuters?
A
Parralelspel en imitatiespel
B
Bewegingsspel en imitatiespel
C
Parralelspel en bewegingsspel

Slide 22 - Quiz

"Nee" zeggen hoort bij
A
Egocentrisme
B
Hechting
C
Koppigheidsfase

Slide 23 - Quiz