week 39 werkwoorden e-ie en lijdend vw.

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Corregir los deberes
  • verbos e--> ie
  • Complemento directo
  • Preguntar por el precio
  • Diálogo en el mercado
maar eerst
Lunes, 27 de septiembre
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Corregir los deberes
  • verbos e--> ie
  • Complemento directo
  • Preguntar por el precio
  • Diálogo en el mercado
maar eerst
Lunes, 27 de septiembre

Slide 1 - Slide

¿Cómo vamos a trabajar?
Het eerste deel van de les ga je zelfstandig aan de slag.
Het tweede deel van de les gaan we oefenen met wat we geleerd hebben. 

Slide 2 - Slide

Heroe
Don Quijote
deel 1: 1605
deel 2: 1615
La Mancha

Slide 3 - Slide

Zelfstandig werken
  • Begin met het nakijken van je huiswerk. De uitwerking van opdracht A t/m E vind je in de volgende dia's. 
  • Lees daarna wat je verder moet doen. 

Slide 4 - Slide

uitwerking
A. 
1. una bolsa de
2. una botella de
3. una lata de
4. un paquete de
5. una bolsa de
6. un paquete de
7. una botella de
let op! Vergeet na een verpakking of hoeveelheidswoord "DE" niet!
B.
1. kilo de filete
2. cien gramos de jamon
3, medio litro de leche
4. dos kilos de patatas
5. doscientoscincuenta gramos de queso
6. un kilo y medio de sardinas
7. dos barras de pan
8. medio kilo de manzanas
module pág. 21

Slide 5 - Slide

uitwerking
C.
1. una bolsa de croquetas
2. una barra de pan
3. una botella de vino
4. un paquete de café
5. una bolsa de magdalenas
6. un litro de agua mineral
7. una lata de sardinas
8. medio litro de aceite
9. un paquete de mantequilla
D.
1. quería
2. tiene - cuánto quiere
3. Cuánto cuestan
4. desea - deme
5. eso es todo
6. cuánto es
let op! ¿cuánto cuesta/n? gebruik je om de prijs van iets te vragen en ¿cuánto es om het totaalbedrag te vragen. 
module pág. 22

Slide 6 - Slide

uitwerking
E.
1. ¿Cuánto cuesta un kilo de tomates?
2. ¿Cuánto cuesta medio litro de aceite?
3. ¿Cuánto cuesta cien gramos de queso?
4. ¿Cuánto cuesta una barra de pan?
5. ¿Cuánto cuesta medio kilo de patatas?
6. ¿Cuánto es?
module pág. 23

Slide 7 - Slide

zelfstandig werken, tarea 1.4
  • Bekijk op pagina 18 van je module eerst het filmpje met de uitleg TOT AAN 1.32!!
  • Lees dan de uitleg op pagina 19 en leer de stappen uit je hoofd. 
  • Maak dan opdracht F van pagina 23 uit je module. 
Leerdoel: werkwoorden e-->ie

Slide 8 - Slide

zelfstandig werken, tarea 1.7
  • Lees op pagina 25 de uitleg over het lijdend voorwerp. 
  • Maak dan de opdracht onder de uitleg. 
Leerdoel: lijdend voorwerp

Slide 9 - Slide

zelfstandig werken
Als je klaar bent kun je gaan oefenen met de werkwoorden in verbuga. Zie je module op pagina 24. Klik op de link en kies de werkwoorden die in het groene kader staan. Vergeet bij tijden niet de presente aan te klikken. Oefenen maar!
Leerdoel: werkwoorden e-->ie

Slide 10 - Slide

uitwerking
module pág. 23
F.
1. quieres
2. quiero
3. preferís
4. prefiero
5. cierra
6. entienden
7. empezamos
8. piensa

Slide 11 - Slide

uitwerking
module pág. 25
1. las, las (slaat terug op las patatas)
2. la (slaat terug op la tarta)
3. los (slaat terug op los huevos)
4. lo (slaat terug op el té)

Slide 12 - Slide

Vamos a hablar!
  • Módulo pág. 13: Vraag elkaar naar de prijs van de producten in de folder.



Wanneer gebruik je ¿cuánto cuesta? en wanneer ¿cuánto cuestan?
Leerdoel: kopen in een winkel

Slide 13 - Slide

Vamos a hablar
Diálogo en la tienda. Maak in 2-tallen een dialoog in een winkel. Begroet, koop 
minimaal 3 producten en vraag ook om de prijs. Vraag ook of ze een bepaald product hebben. De verkoper reageert. Presenteer de dialoog. 
Leerdoel: kopen in een winkel

Slide 14 - Slide

Noteer in je leefboek:

  • Maandag 4 oktober: maken module pág. 27 ej. A y B
  • Leren: woordjes 1.1 en 1.2
  • Leren: werkwoorden e--> ie
  • Maandag 11 oktober: SO tarea 1 woordjes en grammatica.  
Vul meteen je planning in!

Slide 15 - Slide