What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Koppelwerkwoord + NG
Nederlands
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
- Uitleg over het koppelwerkwoord.
- Ga aan de slag met de opdrachten van H4. Grammatica, woordsoorten.
- Eerst: werkwoordsoorten
Slide 2 - Slide
Vorige les hebben we deze twee werkwoordsoorten besproken: ... en ...
Slide 3 - Open question
Vandaag:
Een nieuwe werkwoordsoort: het koppelwerkwoord
Uitleg, daarna oefenen
Slide 4 - Slide
Koppelwerkwoorden
- Een koppelwerkwoord geeft aan dat het
onderwerp iets is.
- Koppelwerkwoorden komen voor in zinnen met een
naamwoordelijk gezegde
.
- Er zijn
9 koppelwerkwoorden
.
Slide 5 - Slide
Koppelwerkwoord (kww)
Er zijn 9 koppelwerkwoorden:
zijn - worden - blijven
blijken - lijken - schijnen
heten - dunken - voorkomen
Slide 6 - Slide
Checklist (aantekening!):
Staat er één van de 9 kww's in de zin?
Gaat het in de zin om een toestand/eigenschap?
Wordt er iets gezegd over het onderwerp in de zin?
Kun je alle vragen met ja beantwoorden? Dan heb je te maken met een koppelwerkwoord
Slide 7 - Slide
Voorbeeld:
o
Vb. Die film | blijft | leuk.
Staat er een vorm van één van de 9 kww’s in de zin?
Ja: blijft (blijven)
Gaat het in de zin om een toestand (ook wel: eigenschap)?
Ja: leuk
Wordt er iets gezegd over het onderwerp in de zin?
Ja: de leuke film
Kun je alle vragen met ja beantwoorden? = kww
Slide 8 - Slide
Koppelwerkwoorden
Een koppelwerkwoord
plakt
een eigenschap aan het onderwerp vast!
Welke koppelwerkwoorden zijn er?
zijn, worden, blijven, blijken, schijnen, heten, lijken, dunken, vóórkomen
Slide 9 - Slide
Noem zoveel mogelijk koppelwerkwoorden:
Slide 10 - Open question
Staat er een koppelwerkwoord in deze zin: Zij is naar huis gelopen.
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quiz
Waarom hebben we NIET te maken met een kww?
Slide 12 - Open question
Voor nu:
Lees de theorie op bladzijde 120 goed door
Maak opdracht 2 en 3 op blz. 120 t/m 121
Slide 13 - Slide
Les 2:
Het naamwoordelijk gezegde
Slide 14 - Slide
Noem zoveel mogelijk koppelwerkwoorden:
Slide 15 - Mind map
Checklist (aantekening!):
Staat er één van de 9 kww's in de zin?
Gaat het in de zin om een toestand/eigenschap?
Wordt er iets gezegd over het onderwerp in de zin?
Kun je het vermeende kww vervangen door minimaal twee andere kww?
Kun je alle vragen met ja beantwoorden? Dan heb je te maken met een koppelwerkwoord
Slide 16 - Slide
Wat ga je vandaag leren?
Wat
een naamwoordelijk gezegde (ng) is.
Hoe
je het ng kunt vinden in een zin.
Welke
koppelwerkwoorden er zijn.
Wat ga je leren?
Slide 17 - Slide
Basisregel gezegde
Gezegde =
alle werkwoorden in de zin,
dus ook de PV!
Een zin heeft
altijd
een gezegde!
- een werkwoordelijk gezegde: (hww+)zww
of
- een naamwoordelijk gezegde: (hww+)kww
Slide 18 - Slide
papa
praten
pop
huilen
zwemmen
vis
hond
blaffen
koekje
lekker
bord
vies
leuk
film
mama
lief
Pak een blaadje en maak zinnen van twee woorden (elk woord maar 1x gebruiken)
Slide 19 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
papa praten mama lief
pop huilen koekje lekker
vis zwemmen bord vies
hond blaffen film leuk
Het kan zijn dat je een andere combinatie gemaakt hebt. Dat is niet erg!
Slide 20 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
papa
(doet)
praten mama
(is)
lief
pop
(doet )
huilen koekje
(is)
lekker
vis
(doet)
zwemmen bord
(is)
vies
hond
(doet)
blaffen film
(is)
leuk
werkwoordelijk gezegde
naamwoordelijk gezegde
Slide 21 - Slide
(aantekening)Naamwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk gezegde (ng) zegt wat
iemand of iets
is
(of
wordt
of
blijft
).
Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit een:
Werkwoordelijk deel = alle ww in de zin. Er
moet
een
koppelww
bij zijn!
Naamwoordelijk deel = bevat een zelfstandig of bijvoeglijke naamwoord dat een
eigenschap
van het onderwerp geeft.
Slide 22 - Slide
(aantekening)Dus....
Een zin heeft ALTIJD een gezegde.
Het nw gezegde zegt wat iemand IS, WORDT of BLIJFT.
Het nw gezegde heeft ALTIJD een koppelwerkwoord.
Let op: In zinnen met een nw gezegde zit NOOIT een lijdend voorwerp.
Slide 23 - Slide
Voorbeeld
Hij is arts / Hij spreekt de arts
Anna ziet een leuke meid / Anna is een leuke meid
Pieter gaat naar de directeur / Pieter wordt directeur
Let op het verschil! Iemand
is, wordt of blijft
iets (nw.gez) of iemand doet iets (ww.gez). Zie je het verschil?
Slide 24 - Slide
(aantekening) Zo vind je het naamwoordelijk gezegde
Stel vast of het onderwerp iets
DOET
of iets
IS
.
Als het onderwerp iets is, stel je de vraag: Wat+pv+ond+overige werkwoorden (let op het koppelww). Het antwoord is het
naamwoordelijk deel!
Noteer het naamwoordelijk gezegde: pv+[nw.deel]+overige werkwoorden. Zet het naamwoordelijke deel tussen vierkante haken!
Slide 25 - Slide
Aan de slag:
Opdracht 12, blz. 84 gemaakt?
Opdracht 3+4, blz. 130 maken (zie ook theorie blz. 78).
Slide 26 - Slide
Wat is het onderwerp in zin 1 op blz. 130?
Slide 27 - Open question
Wat is het naamwoordelijk gezegde in zin 1?
Slide 28 - Open question
Wat is het onderwerp in zin 2 van opdr. 3, blz. 130?
Slide 29 - Open question
Wat is het naamwoordelijk gezegde in zin 2? Zet het nw deel tussen [..]
Slide 30 - Open question
Benoem de werkwoorden van zin 2
hww/zww/kww
Slide 31 - Open question
Wat is het onderwerp in zin 3 van opdr. 3, blz. 130?
Slide 32 - Open question
Wat is het gezegde in zin 3? wwg/nwg:
Slide 33 - Open question
Slide 34 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 4 op bladzijde 119.
TIP: Heb je te maken met een ACTIE of met een TOESTAND?
Klaar? Maak opdracht 12 +13 op blz. 252
Slide 35 - Slide
More lessons like this
NN 2 - Grammatica 2+3Z - naamwoordelijk gezegde
January 2023
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatica H2 koppel- en hulpwerkwoorden
February 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
NG V1a
March 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
naamwoordelijk gezegde-H.2-havo2
February 2024
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
naamwoordelijk gezegde-H.2-havo2
3 days ago
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2H naamwoordelijk gezegde (2)
January 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
A2 grammatica, nw. gezegde
January 2019
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2E Naamwoordelijk gezegde
November 2020
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2