brazilie h4 en h5

Brazilië is een...
A
Centrumland
B
Periferieland
C
Semi-periferieland
1 / 41
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Brazilië is een...
A
Centrumland
B
Periferieland
C
Semi-periferieland

Slide 1 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Brazilië?

A
Rio de Janeiro
B
Sao Paolo
C
Belem
D
Brasilia

Slide 2 - Quiz

Brazilië is een kolonie geweest van?
A
Spanje
B
Portugal
C
Duitsland
D
Nederland

Slide 3 - Quiz

De laatste jaren is er meer waardering voor de inheemse cultuur in Zuid-Amerika. Dit zie je aan
A
meer invloed bij besluitvorming
B
reservaten
C
gebruik Whiphala (indianenvlag)
D
opbrengst delfstoffen deels naar indianen

Slide 4 - Quiz

Wat is de Mercosur?
A
Een handelsblok om vrije handel te bevorderen
B
Een supermarkt
C
Een politieke unie tussen Zuid-Amerikaanse landen om democratie te verbeteren.
D
Een sociale organisatie van landen die strijden tegen mensenrechtenschendingen.

Slide 5 - Quiz

Welke factor helpt in Brazilië niet bij de groei van de economie
500 euro
A
Gesloten grenzen
B
De Mercosur
C
Buitenlandse investeringen
D
Speciale Economische Zones

Slide 6 - Quiz

Op welke organisatie lijkt de UNASUR?
A
Europese Unie
B
voormalig oostblok
C
de VS

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN reden voor het ontstaan van de Unasur?
A
Economische integratie
B
Mondiaal concurrerender kunnen worden
C
Beter gebruik interne markt
D
Versnellen export naar Europa

Slide 8 - Quiz

Waar staat BRIC voor bij de BRIC-landen?
A
Een groep landen die samenwerken.
B
Een groep landen die economisch snel groeien.
C
Een groep landen die eerst in een groter rijk bij elkaar hoorden.
D
Een groep landen die achterblijven en steeds armer worden.

Slide 9 - Quiz

Wat zijn BRICS landen?
A
Brazilië, Rusland, Indonesië, China, Zuid-Amerika
B
België, Roemenië, Italië, Cyprus, Slowakije
C
België, Roemenië, Ierland, Cyprus, Zweden
D
Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika

Slide 10 - Quiz

Het exportpakket van veel Zuid -Amerikaanse landen is
A
eenzijdiger geworden
B
diverser geworden
C
geen van beide

Slide 11 - Quiz

Een eenzijdig exportpakket:
A
Vormt een stabiele basis voor economische ontwikkeling
B
Maakt een land kwetsbaar voor schommelingen op de wereldmarkt
C
Vergroot de diversiteit van bedrijvigheid binnen een land
D
Stimuleert de ontwikkeling van industrialisatie

Slide 12 - Quiz

Wat is exportvalorisatie?
A
Diversificatie van je exportpakket
B
Waarde toevoegen aan goederen die je gaat exporteren
C
Het verwerven van meer delfstoffen voor export
D
Een overzicht van de invoer en uitvoer van goederen en diensten

Slide 13 - Quiz

Het verwerven van landbouwgrond in armere landen door kolonisten, (Vaak buitenlandse) investeerders en grote productiebedrijven waarbij de plaatselijke bevolking gedwonen wordt zijn land af te staan.
A
Landroof / Landgrabbing
B
Buitenlandse investering
C
Exportpakket
D
Importpakket

Slide 14 - Quiz

Maak op blz 124 vraag 1 tm 6. Examentraining opgave 1

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

terug naar powerpoint

Slide 19 - Slide

Wat betekent biodiversiteit?
A
Een verzamelnaam voor alle biobrandstoffen
B
Veel verschillende planten en dieren
C
Alle verschillende bomen in het Amazonewoud
D
Een nieuwe soort hernieuwbare brandstof

Slide 20 - Quiz

Als de waterbalans positief is betekent dat.................
A
het veel heeft geregend
B
er weinig verdamping is
C
boeren weinig water gebruiken
D
Er valt meer neerslag dan er verdampt

Slide 21 - Quiz

Ontbossing van de Amazone leidt tot ...?
A
stijging verdamping dus meer neerslag
B
daling verdamping dus minder neerslag
C
stijging verdamping dus minder neerslag
D
daling verdamping dus meer neerslag

Slide 22 - Quiz

Wanneer is de koolstofkringloop verstoord?
A
Als er minder koolstofdioxide geproduceerd wordt dan verwerkt kan worden door de planten
B
Als er meer koolstofdioxide geproduceerd wordt dan verwerkt kan worden door de planten
C
Als er minder zuurstof geproduceerd wordt door de planten dan koolstofdioxide
D
Als er meer zuurstof geproduceerd wordt door de planten dan koolstofdioxide

Slide 23 - Quiz

Wat zijn de gevolgen van ontbossing?
A
verwoestijning
B
overbeweiding
C
verzilting
D
erosie

Slide 24 - Quiz

Wat is geen oorzaak van ontbossing?
A
Boeren kappen bomen omdat ze meer landbouwgrond willen
B
Illegale houtkap
C
Bosbranden
D
Duurzame bosbouw

Slide 25 - Quiz

Welke drie soorten landdegradatie kun je onderscheiden
A
overbeweiding, ontbossing, verzilting
B
bodemerosie, verwoestijning, ontbossing
C
verzilting, bodemerosie, overbeweiding
D
bodemerosie, verwoestijning, verzilting

Slide 26 - Quiz

Wat is GEEN reden voor ontbossing?
A
Het winnen van natuurlijke hulpbronnen
B
Uitdroging
C
Bevolkingsgroei
D
Landbouw

Slide 27 - Quiz

Op de afbeelding zie je de Itaipu- stuwdam.

Waarom is Brazilië geschikt voor het aanleggen van stuwdammen?
A
eigen ijzerertsvoorraad
B
ruime ervaring met de aanleg van stuwdammen
C
lage lonen
D
groot land met veel rivieren

Slide 28 - Quiz

Wat zijn nadelen van een stuwdam?
2 antwoorden zijn goed.
A
Mensen moeten verhuizen die in het gebied wonen
B
Er is weinig landbouw mogelijk.
C
Landen krijgen ruzie
D
Er komen teveel vissen in het stuwmeer.

Slide 29 - Quiz

hoe noem je de elektriciteit die opgewekt wordt door een stuwdam ?
A
hydro-elektriciteit
B
stuw energie
C
groene energie
D
waterkrachtcentrale

Slide 30 - Quiz

Hoe noem je nakomelingen van Afrikaanse slaven & blanken?
A
mestiezen
B
mulatten
C
zambo's
D
creolen

Slide 31 - Quiz

2 beweringen:
1. De blanke bevolking van Zuid-Amerika woont vooral langs de kust.
2. Inheemsen staan hoger op de sociaal -economische ladder dan Mestiezen.
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 32 - Quiz

Tot welke etnische groep behoort Ronaldo?
A
indianen
B
mestiezen
C
mulatten
D
zambo

Slide 33 - Quiz

Bolsa Familia houdt in dat
A
er steun van de overheid is voor de armste bevolkingsgroep
B
family planning wordt gepromoot
C
dat favela's wordt opgeknapt

Slide 34 - Quiz

Bij welke dimensie hoort:
armoede in favela's
A
Natuurlijk
B
Sociaal-Cultureel
C
Economisch
D
Politiek

Slide 35 - Quiz

Welke zin is waar m.b.t. favela's?
A
In favela's ligt het BNP hoog
B
In oude favela's zijn meer voorzieningen dan in nieuwe favela's
C
Favela's liggen vooral langs de zee
D
Favela's zijn door planologen ontworpen

Slide 36 - Quiz

Lees de bron.
Welke van de volgende uitspraken
over de tekst is/zijn juist?
I Het villadorp is een voorbeeld van
ruimtelijke segregatie.
II Het villadorp is een voorbeeld van
sociale segregatie.

A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Alleen uitspraak I is juist.
C
Alleen uitspraak II is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 37 - Quiz

2 beweringen:
1. Regionale ongelijkheid vertaalt zich in ruimtelijke segregatie
2. Sociale ongelijkheid heeft te maken met sociale polarisatie

A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 38 - Quiz

Leerdoelen
Waarom is Brazilië sinds 1980 meer gaan samenwerken met andere landen in Zuid-Amerika
Wat zijn de voor- en nadelen van de ontsluiting van Zuid-Amerika?
Met welke landen in de wereld heeft Brazilië economische en politieke banden?
Wat is de invloed van de economische relaties met het buitenland op de ontwikkeling van Brazilië?
Wat zijn de oorzaken van de bedreiging van het tropische regenwoud?
Welke rol spelen etnische en culturele verschillen bij de sterke ongelijkheid in de Braziliaanse bevolking?
Hoe zie je in de Braziliaanse megasteden de ruimtelijke scheiding (segregatie) van de arme en rijke bevolking terug?

Slide 39 - Slide


Heb je alle leerdoelen van de les begrepen?
A
Onvoldoende
B
Voldoende
C
Ruim voldoende
D
Goed

Slide 40 - Quiz

Na de vakantie Herhaling  Systeem Aarde 3 en 4
Brazilië

Slide 41 - Slide