H6.3 uitwerkingen

H6.3 uitwerkingen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H6.3 uitwerkingen

Slide 1 - Slide

Opgave 27

Slide 2 - Slide


Bekijk de serieschakeling die in figuur 8 is getekend.

a. Bereken de totale weerstand.

Slide 3 - Open question


Bekijk de serieschakeling die in figuur 8 is getekend.

b. Bereken de stroomsterkte.

Slide 4 - Open question

Opgave 28

Slide 5 - Slide

De accu van een scooter levert 6,0 V. De koplamp (R1 = 20 Ω) en het achterlicht (R2 = 120 Ω) zijn parallel geschakeld.
a. Bereken de vervangingsweerstand.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

De accu van een scooter levert 6,0 V. De koplamp (R1 = 20 Ω) en het achterlicht (R2 = 120 Ω) zijn parallel geschakeld.
b. Bereken de totale stroomsterkte.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Opgave 29

Slide 10 - Slide


In de schakeling van figuur 10 zijn drie gelijke lampjes opgenomen. Als alleen schakelaar 1 gesloten is, brandt lampje A op normale sterkte. Naar: IJSO
Zijn er andere lampjes die op normale sterkte branden als ook schakelaar 2 wordt gesloten? Licht je antwoord toe.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Opgave 30

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Opgave 31

Slide 16 - Slide

Als je de weerstand van de variabele weerstand verandert in deze parallelschakeling, verandert
er niets aan de spanning die over het ledlampje staat. Het lampje zal dus ook niet meer of
minder licht gaan geven

Slide 17 - Slide

Opgave 32 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Opgave 33

Slide 21 - Slide

Een weerstand van 60 Ω, een van 40 Ω en een onbekende weerstand R3 worden parallel geschakeld. De totale weerstand van deze schakeling is 15 Ω.
Bereken de waarde van R3.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Opgave 34

Slide 24 - Slide


Alisha heeft vier identieke weerstanden van 20 Ω. Ze maakt daarmee de combinatie van figuur 11 en sluit deze aan op een spanning van 6,0 V.

a. Bereken de totale stroomsterkte.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide


Alisha heeft vier identieke weerstanden van 20 Ω. Ze maakt daarmee de combinatie van figuur 11 en sluit deze aan op een spanning van 6,0 V.

b. Bereken de grootste en de kleinste totale weerstand die je met deze vier weerstanden kunt maken.

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide


Alisha heeft vier identieke weerstanden van 20 Ω. Ze maakt daarmee de combinatie van figuur 11 en sluit deze aan op een spanning van 6,0 V.


Slide 29 - Open question

Opgave 35

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide