herhaling hoofdstuk 4 deel 2

Zijn jullie vragen tegen gekomen tijdens het leren?
1 / 18
next
Slide 1: Open question
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zijn jullie vragen tegen gekomen tijdens het leren?

Slide 1 - Open question

Deze les (en waarschijnlijk deel woensdag)
  • Globalisering
  • achterland
  • plaatsingsfactoren
  • armoedegrens
  • BBP
  • formele en informele sector

Slide 2 - Slide

Wat betekend het begrip globalisering?

Slide 3 - Open question

Globalisering
Infrastructuur
  • wegen
  • sporen
  • internet
  • vliegtuigen
  • schepen

Slide 4 - Slide

Welke landen hebben het meeste profijt bij globalisering?
A
arme landen
B
rijke landen
C
alle landen
D
geen van de landen

Slide 5 - Quiz

Waarom zou dat zo zijn?

Slide 6 - Open question

Wat merken wij in Nederland van de globalisering?

Slide 7 - Open question

Een  haven of vliegveld die een belangrijke rol speelt in het internationale vervoer
De hoeveelheid geld die een land uitgeeft aan het invoeren en uitvoeren van producten
Het gebied voor de aan en afvoer van goederen die een haven gebruikt
Mainport
Handelsbalans
Achterland

Slide 8 - Drag question

Achterland
Vanuit Schiphol en de haven van Rotterdam (mainports) worden goederen naar het achterland vervoert.  

Slide 9 - Slide

Wat is het achterland van Nederland?

Slide 10 - Open question

Nederland heeft een gunstige ligging want...
Waar
Niet waar
het ligt aan de monding van de Maas en de IJssel.
het ligt in het midden van het Europese continent.

het ligt aan de Noordzee, de drukst bevaren zee ter wereld.

het is over land en door de lucht goed verbonden met de wereld.

het achterland is welvarend en dichtbevolkt

Slide 11 - Drag question

Dit zijn voorbeelden van plaatsingsfactoren. Welke plaatsingsfactoren hebben we nog meer in Nederland?

Slide 12 - Mind map

Waar ligt de armoedegrens hoger?
A
Marokko
B
Frankrijk

Slide 13 - Quiz

armoedegrens
= Minimale hoeveelheid geld dat je nodig hebt om in een land te leven. 

Rijke landen hoger, want het leven is daar duurder. 
Arme landen lager, want het leven is daar goedkoper.

Slide 14 - Slide

Wat is een nadeel van meten met het bbp per hoofd?
A
het bbp per hoofd in een land kan enorm verschillen
B
Het BBP per hoofd valt altijd veel te laag uit
C
in sommige landen wordt het grootste deel van het BBP verdiend door een kleine groep
D
meten met het totale BBP is gewoon beter

Slide 15 - Quiz

Zou jij nog een ander nadeel kunnen bedenken?

Slide 16 - Open question

Informele sector

  • mag eigenlijk niet
  • betaalt er geen belasting over
  • wordt niet meegerekend in het BBP
formele sector

  • in legaal
  • betaalt er belasting over
  • wordt wel meegerekend in het BBP

Slide 17 - Slide

Noem een voorbeeld van een baan in de informele sector.

Slide 18 - Mind map