Mens en activiteit week 3

Mens en activiteit week 3

Les 3

Lesdoelen

Aan het einde van de week kan je: 

Vertellen wat garneren is. 

-Uitleggen wat decoreren is. 

-Vertellen wat dresseren is.  

-Vertellen uit hoeveel lagen de huid bestaat. 

-Uitleggen wat een huidaandoening is. 

-De vier huidtypen benoemen.  

Mastiek:

Sommige werkzaamheden in een restaurant gebeuren voordat de gasten komen en noem je mastiek maken.

Werkzaamheden waaraan je kunt denken zijn stofzuigen, lampen controleren, kaarsenstandaards en stoelen schoonmaken. Ook het zorgen voor verse bloemen en planten water geven horen hierbij.

Mise en place:

Als er gasten in het restaurant zijn kun je kleine voorbereidende werkzaamheden uitvoeren die geen lawaai maken en waar gasten geen last van hebben. Deze werkzaamheden noem je mise-en-place (spreek uit: mies-an-plas).

Mise-en-place betekent letterlijk ‘op zijn plaats zetten’. Voorbeelden van deze werkzaamheden zijn: servetten vouwen, muziek aanzetten, tafels opdekken en het poleren van glazen en bestek.

Wat valt onder mastiek?

1. Bestek insteken
2. Stofzuigen
3. Serveren
4. Poleren

Wat valt onder mise en place?

1. Serveren
2. Afruimen
3. Servetten vouwen
4. Stofzuigen

Snijtechnieken

Snijtechniek is een term voor het opdelen / verkleinen van een product om het zo eetbaar te maken. Bijvoorbeeld: het snijden van een aardappelblokje.

De huid

Je huid heeft een beschermende functie:

•  Het beschermt je lichaam tegen bacteriën
• Virussen
• Kou en hitte
• Vallen en stoten

Huidtypes 

Normale huid:

Een normale huid heeft kleine poriën en een egale tint. De huid heeft geen vette en geen droge plekken

Vette huid:

Dit huidtype glimt en heeft grove poriën. Iemand met dit huidtype heeft vaak last van puistjes en mee-eters.

Droge huid:

Bij dit huidtype zijn de poriën heel erg klein, deze huid reageert op weersveranderingen. De huid voelt droog en schraal aan. Soms zijn er schilferige plekjes zichtbaar.

Gecombineerde huid:

Deze huid bestaat uit twee huidtypen namelijk de vette en droge huid. De wangen zijn meestal droog maar de neus, kin en het voorhoofd (de T-zone) zijn meestal vetter en de poriën zijn hier beter zichtbaar.

Opdrachten

Pak de 1e opdrachtenkaart erbij met opdracht beschrijving en begin aan week 3!

Succes

(tip: mocht je de theorie nodig hebben, pak de theorie boek en zoek het begrip op die je nodig hebt)