Week 16, les 2, TV2B(Partie H Vragen stellen, TP)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

semaine16,cours2

1.Quel est le jour et la date    

2.Quel temps fait-il    
3. Quelle heure est-il    

 

      

Wat zou "Quel" betekenen?

1. Début du cours
   - Blooket
   
   
2. GRAMMAIRE: QUESTIONS
   - Studiewijzer p. 20-23/21-24
   - Chapitre 5: Partie H
3. PROJET 'TAALPLAZA'
   
   
4. Fin du cours
   - Réflection

PROJET "TAALPLAZA"

PARTIE H: QUESTIONS

(30m)

(00m)

(20m)

Wat weet jij over vragen stellen in het Frans?

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je:

- zinnen vragend maken zonder vraagwoord 

- zinnen vragend maken met een vraagwoord 

1. Manieren van vragen stellen zonder vraagwoord:

   1. Vraagteken aan het einde van de zin

p. ex.:  Marie est malade?

   2. Est-ce que + gewone zin + ? 

p. ex.: Est-ce que Marie est malade ?

  3. Inversie (omkering van onderwerp & persoonsvorm)+ rest van de zin+ ? 

p. ex.: Est-elle (Marie) malade?  

!! Chap 5: EXERCICE 30 A + REGARDER EX. 30 B

LET OP! BIJ INVERSIE:

Het onderwerp MOET een persoonlijk vwn zijn. Dus: je / tu / il / elle / on / nous / vous / ils / elles. Staat er een ander onderwerp, dan vervang je deze door een pers vnw:

p.ex. Mes parents ont mangé

Ont-ils mangé?

Maak de onderstaande zin vragend met behulp van Est-ce que. Sleep de woorden in de juiste volgorde.

est-ce que

tu

as

fait

du sport

?

Maak de onderstaande zin vragend met behulp van INVERSIE. Sleep de woorden in de juiste volgorde.

-

tu

as

fait

du sport

?

B. Vragen met vraagwoord:(Chap 5, 31 B kijken)

1.  Vraagwoord aan het begin of einde van de zin.

ex. Comment tu t'appelles?/Tu t'appelles comment?

2.vraagwoord + est-ce que + gewone zin + ?

ex.:  Quand est-ce que vous acheterez un chat?

Vraagwoorden 

In het Frans kennen we o.a. de volgende vraagwoorden:

Combien = Hoeveel

Comment = Hoe 

Quand                 = Wanneer

(Qu'est-ce) Que = Wat
(netjes/details)
Quel(le)(s)           = Welke

Qui                        = Wie 

Pourquoi = Waarom

Où              = Waar

Quoi           = Wat
(spreektaal)

où

quand

comment

combien

pourquoi

Qui

Qu'est-ce que

Est-ce que

quoi

quel(le)(s)

waar

wanneer

hoe

hoeveel

waarom

Wie

wat (inform)

is het zo dat...

welke

wat (formeel)

Welk woord is GEEN vraagwoord?

1. combien
2. quand
3. pour
4. quel

Welk woord is GEEN vraagwoord?

1. quand
2. ou
3. comment
4. pourquoi

Tot nu toe volg ik de uitleg nog:

😒🙁😐🙂😃

AU TRAVAIL

1.  AU TRAVAIL (en bînome (2tal)
   - Partie H (exercices 30 + 31)
   - Studiewijzer (page 21-23)
   
   
2. FINI? Taalplaza spreekopdracht 
   - 2-tal + Kies 4 situaties (Resto, Boutique, Police, Docteur, Interv.)
   - vertaal 2 rollen NL -> FR

PROJET

TAALPLAZA

1.  2-tal  + Kies 4 situaties
   Resto, Boutique, Police, Docteur, Interview
2. Speel 2x speel je de linkerrol 
          en 2x speel je rechterrol
3. Elke situatie neem je in 1 shot op 
4. 4 lessen om hier op school aan te werken. 
5. Bonuspunten 😉: creatieve aanpak
6. Deadline: via TEAMSOPDRACHT week 24
   
   
7. DOEL VANDAAG: 3filmpjes

C. Vraagwoord quel (=welke)

Het vraagwoord quel past zich aan aan het zn waar het bij hoort.

Quelle est ta matière préférée?

Le sport. Tu fais ..... sport?

1. quels
2. quelle
3. quel
4. quelles

Betekenis quel

Quel betekent welke. Maar:

Wanneer quel opgevolgd wordt door het ww "être" betekent het: "wat is / wat zijn"

p.ex. Quelles sont tes chansons préférées?
-> Wat zijn je lievelings liedjes?

............... est ton jean préféré?

1. quels
2. quelles
3. quel
4. quelle

Wat betekent Quelle in deze zin:
Quelle est ta matière préférée?

1. welke
2. wie
3. wat
4. wanneer

Devoirs

• Partie H (exercices 30 + 31)
  
• Studiewijzer (page 20-23/21-24)
• Taalplaza 
  
• Vocabulaire A tm H

VUL LESREFLECTIE IN....

Fin du cours!