What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Stijlfiguren
Welkom
* 10 minuten lezen
* uitleg H1 en H2 woordenschat
* Opdrachten maken
timer
10:00
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
* 10 minuten lezen
* uitleg H1 en H2 woordenschat
* Opdrachten maken
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Woordenschat H1 + H2
Stijlfiguren
Slide 2 - Slide
* vergelijking
object en beeld worden met elkaar vergeleken
* metafoor
je hebt alleen 'een beeld'
* personificatie
levenloze dingen krijgen menselijke eigenschappen
Slide 3 - Slide
www.bing.com
Slide 4 - Link
De koffie lijkt wel slootwater
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 5 - Quiz
Jaap ging er als een haas vandoor.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 6 - Quiz
De wind speelt met mijn haar.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 7 - Quiz
Hij gedraagt zich als een olifant in de porseleinkast.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 8 - Quiz
Die ezel is weer zijn gymspullen vergeten.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 9 - Quiz
Het geluk lacht jullie toe!
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 10 - Quiz
Hoge bomen vangen veel wind
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 11 - Quiz
Stijlfiguren
Maken een tekst of verhaal aantrekkelijker
Gebruik je om iets te benadrukken
Lichter
Zwaarder
Extra
Slide 12 - Slide
herhaling,
tegenstelling,
opsomming
Slide 13 - Slide
Herhaling
Een woord of woordgroep wordt herhaald
Nooit, maar dan ook nooit, zal ik jou begrijpen.
"Nee, nee, nee", zei moeder boos.
Slide 14 - Slide
Tegenstelling
Woorden, zinnen of tekstgedeelten zijn tegengesteld
Op het feest was veel te doen voor groot en klein.
In het donker is geen lichtpunt
Slide 15 - Slide
Opsomming
Opsomming van namen, feiten of andere dingen
Er zijn 3 bijzondere gevallen:
de drieslag
de climax
de omgekeerde climax
Slide 16 - Slide
1. de drieslag
Opsomming van 3 woorden, 3 zinsdelen of 3 zinnen
Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed
Slide 17 - Slide
3. de omgekeerde climax / anticlimax
Steeds zwakker wordende reeks woorden
Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.
Slide 18 - Slide
0
Slide 19 - Video
'Bloed, zweet en tranen' - dit is een bijzondere opsomming. Wat voor een?
Slide 20 - Open question
Ik heb het goed gedaan, maar ook zo fout gedaan.
Als ik terugkijk in de tijd.
Welke stijlfiguur herken je hier?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming
Slide 21 - Quiz
Met bloed zweet en tranen, zei ik, rot hier nu maar op.
Met bloed zweet en tranen,
Zei ik vrienden, dag vrienden, de koek is op.
Welke stijlfiguur herken je hier vooral?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming
Slide 22 - Quiz
Een lach met tranen, zo voel ik mij vandaag.
Welke stijlfiguur herken je hier?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming
Slide 23 - Quiz
Geef bij de volgende zinnen aan van welke stijlfiguur gebruik is gemaakt.
Slide 24 - Slide
Niemand die je helpt en niemand die je ziet. Nee, niemand die je ziet.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Herhaling
D
Climax
Slide 25 - Quiz
Koning, keizer, admiraal. Ik ken ze allemaal.
A
Tegenstelling
B
Drieslag
C
Herhaling
D
climax
Slide 26 - Quiz
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Herhaling
D
Climax
Slide 27 - Quiz
De hoogste kwaliteit voor de laagste prijs.
A
Drieslag
B
Omgekeerde climax
C
Herhaling
D
Tegenstelling
Slide 28 - Quiz
Joris was blij, nee, opgetogen, zelfs uitzinnig van vreugde met het cadeau.
A
Tegenstelling
B
Omgekeerde climax
C
Climax
D
Herhaling
Slide 29 - Quiz
Opdrachten maken
Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 24 en 25
timer
10:00
Slide 30 - Slide
Nakijken
H1 Woordenschat, opdracht 1 en 2
Slide 31 - Slide
hyperbool, eufemisme, understatement
Slide 32 - Slide
Hyperbool
Een hyperbool is een sterke overdrijving.
We hebben ons kapot gelachen.
Zijn ogen vielen uit zijn kassen toen hij zag dat iemand zijn auto had gestolen.
Slide 33 - Slide
Eufemisme
Een eufemisme verzacht de werkelijkheid bij vervelende situaties.
Hij gaat creatief om met de waarheid.
Onze hond is gisteren heengegaan.
Slide 34 - Slide
Understatement
Een afzwakking. Iets minder erg laten lijken dan het is. Vaak is dit grappig bedoeld
Messi kan wel een aardig balletje trappen.
Dat is een prima huisje
Slide 35 - Slide
Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
Slide 36 - Quiz
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
Slide 37 - Quiz
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
Slide 38 - Quiz
De dierenarts heeft het arme dier moeten laten inslapen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
Slide 39 - Quiz
Die miljonair heeft wel
een aardig optrekje.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
Slide 40 - Quiz
Opdrachten maken
Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 24 en 25
Maak opdracht 1 + 2 op bladzijde 58 en 59
Slide 41 - Slide
More lessons like this
Stijlfiguren
November 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren
November 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren 3v
November 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren havo 3 H1&H2
October 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren
October 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren 3v
January 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H.1 Woordenschat - Stijlfiguren: Herhaling, tegenstelling, opsomming
June 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woordenschat H2 - hyperbool, understatement, eufemisme
April 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3