Telefoongesprek

Telefoongesprekken voeren
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Telefoongesprekken voeren

Slide 1 - Slide

BELLEN IS ECHT NIET MEER VAN DEZE TIJD...?
WAAR
NIET WAAR

Slide 2 - Poll

Wie weet wat dit is en wat erin staat? 

Slide 3 - Slide

Ben je wel eens een dag zonder telefoon/ mobiel?
A
JA
B
NEE, ECHT NIET
C
TROUWENS... LIJKT ME WEL WAT
D
IK GA HET MORGEN PROBEREN :)

Slide 4 - Quiz

Hoe vaak bel jij per week?
A
Ik heb geen telefoon
B
1 tot 3x
C
4 tot 6x
D
7 of meer

Slide 5 - Quiz

WAT MOET JE OP VAN TEVOREN WETEN ALS JE GAAT BELLEN NAAR EEN STAGEBEDRIJF?

Slide 6 - Open question

Vooraf
  • Stemgebruik
  • Let op: Je tempo, volume en intonatie
  • Woordkeus aan de telefoon
  • Correct Nederlands 
  • Spreek in de tegenwoordige tijd
  • Wees behulpzaam.


Slide 7 - Slide


De telefoon gaat. Je neemt op. Wat zeg je als eerste?
A
Niks, ik wacht tot de ander iets zegt.
B
Ik zeg "Hallo".
C
Ik zeg "hallo" tegen de ander en ik zeg mijn naam.
D
Ik vraag waarom de ander belt

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar?
Je hoeft niet te zeggen waarom je belt als de ander heeft opgenomen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz


Als ik iemand bel, wie bepaalt dan waar we over praten?
A
Ik bepaal, want ik heb gebeld.
B
Ik wacht tot de ander begint te vertellen.

Slide 10 - Quiz


Wie praat er tijdens het gesprek?
A
Alleen ik
B
Alleen de ander
C
We praten allebei tegelijk
D
We praten om de beurt

Slide 11 - Quiz

Goed of fout?
Als ik wil stoppen met bellen dan hang ik gewoon op.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

Hoe beëindig je een telefoongesprek?
Wat moet je doen?

Slide 13 - Open question

Theorie: een
telefoongesprek voeren

Slide 14 - Slide

Formeel en informeel
Formeel: netjes, zakelijk

Informeel: niet zakelijk, voor bekenden (bijvoorbeeld vrienden)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Afmelden voor een stage
Luister naar het geluidsfragment: Wat gaat goed en wat kan beter?
Fietsenzaak

Slide 17 - Slide

Vragen voor een vakantiebaan.
Luister het geluidsfragment:  Wat is goed en wat is niet goed. 
Vakantiebaan

Slide 18 - Slide

Vragen voor een stageplek
Luister het geluidsfragment: Wat is goed en wat is niet goed? 
RD4 stage

Slide 19 - Slide

Oproep gaat mis
Verkeerd verbonden

Slide 20 - Slide

Het verkeerde nummer, ging dit gesprek goed of slecht?
A
Slecht
B
Goed

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Mind map

Opdracht
Je staat in de winkel en er belt een klant. Hoe neem je de telefoon aan? De klant wil een bestelling doorgeven. Hij of zij spelt de naam met behulp van het telefoonalfabet. 
Schrijf een telefoonscript en oefen dit in de winkel in tweetallen
Geef elkaar feedback volgens de feedbackregels. 

Slide 23 - Slide