KGT1 File 4 - Learning Words and Sentences -

How to Study your Vocabulary
Het leren van een vreemde taal/wereldtaal zoals Engels vraagt dat je elke keer je woorden, zinnetjes, stukjes Engels (chunks)  leert naast het begrijpen van de werkwoordsvormen.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

How to Study your Vocabulary
Het leren van een vreemde taal/wereldtaal zoals Engels vraagt dat je elke keer je woorden, zinnetjes, stukjes Engels (chunks)  leert naast het begrijpen van de werkwoordsvormen.

Slide 1 - Slide

Leertips op een rijtje
Leren kost tijd
Leren kun je trainen net als sport
Herhalen is de kracht van het leren
10 x een klein stukje leert gemakkelijker dan 1x een groot stuk

Slide 2 - Slide

Hardop Lezen



Je leest de woordjes hardop 
 of je laat ze voorlezen 
In het oefenprogramma Quizlet 
zit de functie ''voorlezen''

Slide 3 - Slide

Schrijven


Door je woordjes te schrijven, 
oefen je met het woordbeeld - 
het helpt bij inprenten
Je krijgt de nieuwe woordjes ''in de vingers''

Slide 4 - Slide

Rood-Oranje-Groen
je leest de nieuwe woordenlijst aandachtig door
je streept de woorden aan met een kleur
rood = inprenten
oranje = aandacht
groen = ken ik al 

Dit kun je ook toepassen op nieuwe zinnen en delen van zinnen

Slide 5 - Slide

Herhaling
is de kracht...

... liedjes die je vaak hoort blijven ''hangen''...

Dit geldt ook voor leren - herhalen en (uit)bouwen.

Slide 6 - Slide

Laat je overhoren...
StudyGo is een overhoorprogramma

Flashcards maken  - door de woorden op  te schrijven en de betekenis kun je samen Memory spelen
Gebruik beide kanten van je kaartje
(tip: knip een A4 papier in 8 stukken)

Slide 7 - Slide

File 4 - lastige zinnen
een extra uitleg over de zinnen bij file 4 opdracht 11 en 12
Hier staan ineens tegenstellingen

Slide 8 - Slide



This 
has 
to be 
true

Dit moet wel waar zijn


This 
is 
definitely 
not true

Dit is echt niet waar

Slide 9 - Slide



This
can not 
be 
fake

Dit kan niet nep zijn


 This 
has 
to be 
fake

Dit moet wel nep zijn

Slide 10 - Slide



This 
is 
true  story

Dit is een waar verhaal


This 
can not 
be 
true

Dit kan niet waar zijn

Slide 11 - Slide



I think
 this is 
true

Ik denk dat dit waar is


I don't think 
this is 
a true story

Ik denk niet dat dit waar is

Slide 12 - Slide


I'm guessing 
this story 
is 
true


Ik ga ervan uit 
dat dit verhaal waar is

This is 
a make-believe 
story



Dit is een verzonnen verhaal

Slide 13 - Slide


This story
 is 
probably 
true


Dit verhaal is 
waarschijnlijk waar

I believe 
this is 
not true



Ik geloof dat dit niet waar is

Slide 14 - Slide


This story
 really
 happened. 


Dit verhaal is echt gebeurd

This is 
probably 
not true.


Dit is waarschijnlijk niet waar

Slide 15 - Slide


saw
 this 
with 
my own eyes.

Ik zag dit met mijn eigen ogen

This story 
really 
didn’t happen



Dit verhaal is echt niet gebeurd

Slide 16 - Slide

didn't 
make 
this 
up. 

Ik heb dit niet verzonnen
You 
probably 
made 
this story 
up

Je hebt dit verhaal waarschijnlijk verzonnen

Slide 17 - Slide

Tricky words
definitely - echt
probably - waarschijnlijk
make believe - verzonnen
I believe - I think - Ik denk, ik vind, 
true - not true - fake -  waar - niet waar - nep

Slide 18 - Slide

And most of all...
Have fun studying

Slide 19 - Slide