Les 1. Oorsprong Hindoeïsme: Een tijdloze traditie.

Het ontstaan van het
Het ontstaan van het Hindoeïsme
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GodsdienstLevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het ontstaan van het
Het ontstaan van het Hindoeïsme

Slide 1 - Slide

Het hindoeïsme is een oude religie die zich in de loop van duizenden jaren heeft ontwikkeld en geen specifieke stichter of oprichtingsdatum heeft. Het is eerder ontstaan als een complexe verzameling van culturele, sociale en religieuze tradities in het oude India.

De vroegste wortels van het hindoeïsme kunnen worden gevonden in de inheemse tradities en overtuigingen van de mensen die in de Indus-vallei beschaving leefden, die dateert van rond 2500-1500 v.Chr. Deze beschaving, hoewel niet direct verbonden met latere vormen van het hindoeïsme, kan worden beschouwd als een voorloper van de culturen die zich ontwikkelden in India.

De ontwikkeling van het hindoeïsme zoals we het vandaag kennen, omvat de integratie van verschillende religieuze en filosofische tradities, zoals de Vedische tradities (die rond 1500-500 v.Chr. bloeiden), de invloeden van het boeddhisme en jaïnisme (rond 500 v.Chr.), en de latere Puranische tradities en Bhakti-bewegingen (vanaf ongeveer 500 n.Chr.).

Belangrijke geschriften zoals de Vedas, Upanishads, Bhagavad Gita, en epische werken zoals de Ramayana en de Mahabharata hebben bijgedragen aan de vorming en ontwikkeling van het hindoeïsme door de eeuwen heen. Het is een zeer diverse religie met een breed scala aan goden en godinnen, rituelen, filosofische systemen en spirituele praktijken.

Kortom, het hindoeïsme is organisch gegroeid door een lange geschiedenis van culturele en religieuze interacties in India en heeft zich ontwikkeld tot een van 's werelds oudste en meest complexe religieuze tradities.

Hoe zit jij er nu bij?

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat het Hindoeïsme vanaf de oorsprong een religie is, ontstaan vanuit een acculturatieproces.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen het Hindoeïsme en andere wereldreligies.
  • Je weet wat de oorsprong van de naam hindoe betekent.
  • Je kunt benoemen wie de Ariërs waren en welke invloed ze gehad hebben op het Hindoeïsme. 
 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij over het Hindoeïsme?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Het kent geen centraal gezag.
1
Er zijn verschillende en soms tegenstrijdige stromingen. 
2
Het heeft geen stichter of ‘geboortedatum’ . 
3
Verschil met overige religies 
Zoek op:
Wat is de betekenis van het woord acculturatieproces?
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Het hindoeïsme vertoont inderdaad enkele unieke kenmerken die het onderscheiden van andere grote wereldreligies. Hier zijn de belangrijkste verschillen:

Geen centraal gezag: In tegenstelling tot veel andere georganiseerde religies heeft het hindoeïsme geen centrale autoriteit, geen paus, geen kalief of geen andere vergelijkbare religieuze leider die absolute autoriteit heeft over geloofsbelijdenis of praktijken. Het gezag en de interpretatie van heilige teksten en religieuze praktijken liggen verspreid over een breed scala aan leraren, heiligen, pandits (geleerden) en goeroes.

Geen stichter: In tegenstelling tot religies zoals het christendom (Jezus Christus), de islam (Profeet Mohammed), het boeddhisme (Boeddha), jaïnisme (Mahavira) en Sikhisme (Guru Nanak), heeft het hindoeïsme geen specifieke historische stichter. Het is ontstaan uit een geleidelijke ontwikkeling van inheemse Indiase tradities, culturele overtuigingen en religieuze praktijken.

Diversiteit van stromingen: Het hindoeïsme omvat een breed scala aan filosofische en spirituele stromingen (denk aan Advaita Vedanta, Dvaita Vedanta, Yoga, Shaiva, Vaishnava, Shakta, enzovoort), die soms tegenstrijdig lijken in hun benaderingen en doctrines. Deze diversiteit weerspiegelt zich in verschillende interpretaties van heilige geschriften, godenverering, rituelen en spirituele paden. Terwijl sommige stromingen polytheïstisch zijn, aanbidden anderen één ultieme realiteit, terwijl weer anderen nadruk leggen op devotionele praktijken of ascese.

Spirituele tolerantie en pluraliteit: Het hindoeïsme staat bekend om zijn openheid en tolerantie ten opzichte van verschillende religieuze overtuigingen en praktijken. Het heeft traditioneel ruimte geboden voor diversiteit en inclusiviteit, wat heeft geleid tot een syncretisme met andere religieuze tradities in India en daarbuiten.

Deze aspecten maken het hindoeïsme een unieke en complexe religieuze traditie, die zich onderscheidt door zijn flexibiliteit, diversiteit en gebrek aan strikte centralisatie of uniformiteit in doctrines en praktijken.

Slide 6 - Link

Bron: SchoolTV: India 
Christendom
Jodendom
Islam
hindoeïsme 
Boeddhisme

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Oorsprong van het woord Hindoe

  • Verbastering van het woord "Shindoe". 
  • Shindoe betekent "rivier". (Perzisch) 

Slide 8 - Slide

Het woord "Hindu" heeft zijn oorsprong in het Perzische woord "Hindu", dat op zijn beurt is afgeleid van het Sanskrietwoord "Sindhu". In de oudheid verwees "Sindhu" naar de rivier de Indus en de aangrenzende regio's in het noorden van India, wat nu Pakistan is.

In oude Perzische en later Arabische geschriften werd de term "Hindu" gebruikt om te verwijzen naar de mensen die in de regio woonden die door de Indus-rivier (Sindhu) werd doorkruist. Vanuit het Perzisch werd het woord later overgenomen in verschillende Europese talen.

Historisch gezien werd de term "Hindu" niet alleen gebruikt als een etnische en geografische aanduiding, maar ook als een religieuze aanduiding om te verwijzen naar de religies, tradities en culturen die in India werden beoefend. Het moderne gebruik van "Hindu" verwijst meestal naar aanhangers van het hindoeïsme, hoewel het ook breder kan worden gebruikt om de diverse religieuze en culturele tradities van India in het algemeen te beschrijven.
Het acculturatieproces

Slide 9 - Slide

Acculturatie is het proces waarbij leden van een culturele groep contact hebben met een andere cultuur en elementen van die andere cultuur overnemen, terwijl ze tegelijkertijd hun eigen culturele identiteit behouden. Dit proces omvat vaak interacties zoals migratie, kolonisatie, globalisering en culturele uitwisselingen.

Belangrijke kenmerken van acculturatie zijn onder meer:

Overname van elementen: Acculturatie omvat het overnemen van elementen zoals taal, gebruiken, normen, waarden, religie, voedsel, kleding, enzovoort van een andere cultuur.

Aanpassing en aanpassing: Individuen of groepen passen zich aan aan nieuwe culturele omstandigheden, vaak door de integratie van nieuwe elementen in hun dagelijks leven.

Behoud van eigen identiteit: Acculturatie houdt niet in dat de oorspronkelijke culturele identiteit volledig verdwijnt. In plaats daarvan behouden mensen vaak bepaalde aspecten van hun oorspronkelijke cultuur terwijl ze tegelijkertijd nieuwe culturele elementen aannemen.

Mutualiteit: Acculturatie is vaak een tweerichtingsproces waarbij beide culturen invloeden op elkaar uitoefenen en veranderingen ondergaan.

Acculturatie kan verschillende vormen aannemen, variërend van oppervlakkige aanpassingen zoals het overnemen van bepaalde mode of voedselvoorkeuren, tot diepgaande veranderingen in waarden en wereldbeeld. Het is een dynamisch en vaak complex proces dat invloed heeft op individuen, gemeenschappen en hele samenlevingen.
Ariërs (1500 v.Chr.)
(Afghanistan)
  • Ariërs  (heren) vallen India   binnen.
  • Lokale bevolking beschouwden zij als onrein.
  • Afgescheiden wonen.

Slide 10 - Slide

De term "Ariërs" verwijst naar een groep Indo-Europese volkeren die oorspronkelijk afkomstig waren uit Centraal-Azië, mogelijk uit de regio rondom het huidige Iran en Afghanistan. De naam "Ariër" zelf is afgeleid van het Sanskrietwoord "Arya", wat "edel" of "eerbiedwaardig"( hoge heren) betekent.
Historisch gezien wordt aangenomen dat de Ariërs tussen ongeveer 1500 en 1200 v.Chr. naar het Indiase subcontinent migreerden via de noordwestelijke bergpassen, die later bekend werden als de Khyberpas en andere doorgangen door de Hindoekoesj in het huidige Pakistan. Deze migratie wordt vaak geassocieerd met de samenstelling van de Rigveda, een van de oudste religieuze en literaire teksten van de Indo-Ariërs, die veel verwijzingen naar hun migratie en interacties met de inheemse bevolking van de regio bevat.
De Ariërs brachten hun eigen Indo-Europese talen, cultuur, religie en sociale structuren met zich mee naar India. Ze vestigden zich in de noordwestelijke regio's van het subcontinent en verspreidden zich later naar andere delen van India, waar ze een significante invloed hadden op de ontwikkeling van de latere Vedische tradities en de samenleving als geheel.
Het idee van de Ariërs als een etnolinguïstische groep heeft echter ook tot controverse geleid, vooral vanwege het gebruik van de term in latere historische contexten, zoals in het nazistische Duitsland, waar het werd misbruikt om raciale superioriteit te rechtvaardigen. Moderne historici en taalkundigen gebruiken de term "Ariër" voornamelijk in zijn historische en taalkundige context zonder raciale connotaties.
Rassenscheiding
Zij selecteerden de
 Indiërs voor bepaald 
soort werk op basis van huidskleur.


Dit is de basis voor het kastenstelsel.

Slide 11 - Slide

De rassenscheiding door de Ariërs in India, die uiteindelijk leidde tot het kastenstelsel, is een complex historisch proces dat plaatsvond tijdens de vedische periode, ongeveer tussen 1500 en 500 v.Chr. De Ariërs, een Indo-Europees volk dat naar India migreerde, brachten hun eigen sociale, religieuze en culturele tradities met zich mee.

Belangrijke punten om te begrijpen over de ontwikkeling van het kastenstelsel zijn:

Vedische samenleving: De vroegste lagen van de vedische samenleving werden gekenmerkt door sociale differentiatie op basis van beroepen en taken (varna's), waarbij er vier hoofdgroepen waren: Brahmana (priesters en geleerden), Kshatriya (krijgers en heersers), Vaishya (handelaren en landbouwers) en Shudra (arbeiders en dienaren).

Indeling en hiërarchie: De Aryische samenleving beschouwde de verschillende varna's als inherent verschillend in status en functie. De Brahmana's werden beschouwd als de hoogste klasse vanwege hun rol in religieuze en intellectuele activiteiten, terwijl de Shudra's de laagste status hadden vanwege hun dienende rollen.

Opkomst van jati's: Na verloop van tijd ontstonden binnen elke varna enige mate van sociale groeperingen die bekend staan als jati's, die vaak werden gebaseerd op specifieke beroepen of ambachten. Deze jati's begonnen te bepalen in welke beroepen een persoon kon werken en beïnvloedden sterk hun sociale status.

Religieuze en sociale rechtvaardiging: Het kastenstelsel werd religieus gerechtvaardigd door concepten als karma (de leer van oorzaak en gevolg) en dharma (plicht en rechtvaardigheid). Het werd gezien als een manier om sociale orde te handhaven en individuele spirituele vooruitgang te bevorderen door de juiste uitvoering van de plichten van elke kaste.

Permanente sociale stratificatie: Het kastenstelsel institutionaliseerde uiteindelijk sociale stratificatie en had lange tijd een diepgaande invloed op de Indiase samenleving, waarbij toegang tot onderwijs, economische kansen en politieke macht sterk werden beïnvloed door kaste-identiteit.

Het kastenstelsel is sinds de vedische periode geëvolueerd en veranderd door verschillende historische, sociale en politieke invloeden, maar het heeft nog steeds een aanwezigheid in sommige delen van India, ondanks wettelijke maatregelen om discriminatie op basis van kaste te verbieden.







Godsdienst van de Indiërs
Goddelijke krachten die het ritme van het leven in stand houden.
  • kringlopen van de natuur.
  • Onderdeel van een eeuwige orde.                                     (Santana dharma)

De godsdienst groeide door een acculturatieproces zo’n 2000 tot 2500 jaar geleden.

Slide 12 - Slide

De religieuze tradities van de oorspronkelijke inheemse bevolking van India, die al bestonden voordat de Ariërs het subcontinent binnentrokken, worden vaak geassocieerd met wat bekend staat als de Indus-Vallei beschaving of de Harappaanse beschaving (circa 2500-1900 v.Chr.). Deze beschaving omvatte een groot gebied dat zich uitstrekte over delen van het huidige Pakistan en Noordwest-India.

Hoewel er nog veel onbekend is over de precieze religieuze overtuigingen en praktijken van de Indus-Vallei beschaving, kunnen we enkele veronderstellingen doen op basis van archeologische vondsten:

Godheden en symbolen: Archeologische opgravingen hebben artefacten opgeleverd die suggereren dat de inwoners van de Indus-Vallei mogelijk een pantheon van goden vereerden, waarvan sommige werden geassocieerd met dieren en natuurlijke fenomenen. Er zijn afbeeldingen gevonden van figuren die mogelijk goddelijke wezens of priesters voorstellen, evenals zegels met symbolen die mogelijk een religieuze betekenis hadden.

Cultuur van water en rituelen: Water lijkt een belangrijk element te zijn geweest in de religieuze rituelen van de Harappanen, zoals blijkt uit de aanwezigheid van goed ontwikkelde watervoorzieningssystemen en baden in stedelijke centra zoals Mohenjo-Daro en Harappa. Het is mogelijk dat water een symbolische of heilige betekenis had in hun religieuze overtuigingen.

Mogelijke vruchtbaarheidscultus: Sommige aspecten van de Indus-Vallei cultuur suggereren dat vruchtbaarheid een belangrijk thema was in hun religieuze praktijken, mogelijk gekoppeld aan landbouw en de cycli van de natuur.

De komst van de Ariërs bracht echter aanzienlijke veranderingen teweeg in de religieuze landschap van India. De Vedische religie die zij introduceerden, werd gekenmerkt door de verering van een pantheon van goden en godinnen, met een focus op offers en rituelen die werden uitgevoerd door priesters (Brahmana's). Deze religie werd later geconsolideerd in de Vedische literatuur, zoals de Rigveda, die hymnen bevat die zijn gewijd aan verschillende goden en beschrijvingen van rituele praktijken.

Noem 3 voorbeelden van kringlopen in de natuur.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions


Wat is de benaming voor een bepaald deel van een stad waar mensen met dezelfde afkomst of geloofsovertuiging wonen. (Vaak gedwongen)
A
interglot
B
riten
C
ghetto
D
matriarchale samenleving

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Godsdienst van de Ariërs  (Vedisme)  

  • Goden
  • Reïncarnatie  
  • De Vedische priesters waren bekend als Brahmanen.

Slide 15 - Slide

De religie van de Ariërs, zoals beschreven in de vroegste lagen van de Vedische literatuur, was polytheïstisch van aard en werd gekenmerkt door een pantheon van goden en godinnen. Hier zijn enkele belangrijke kenmerken van hun religieuze overtuigingen:

Goden en godinnen: De Ariërs vereerden een verscheidenheid aan goden en godinnen die werden gezien als vertegenwoordigers van verschillende aspecten van de natuur, kosmos en menselijke activiteiten. Voorbeelden van deze goden zijn Indra (god van oorlog en hemel), Agni (god van vuur en offer), Varuna (god van orde en kosmische wetten), Surya (zon), en vele anderen.

Offerceremonies: Centraal in de Vedische religie stonden offerceremonies (yajna's), waarbij rituelen werden uitgevoerd door speciaal opgeleide priesters (Brahmana's). Deze ceremonies omvatten het offeren van dieren, voedsel, en andere materiële substanties aan de goden, vaak vergezeld van gezangen en mantra's uit de heilige geschriften.

Spirituele en kosmologische concepten: De Vedische geschriften bevatten ook diepgaande reflecties over spirituele en kosmologische concepten, zoals karma (wet van oorzaak en gevolg), dharma (plicht en rechtvaardigheid), en de cyclus van geboorte en wedergeboorte (samsara).

Sociale structuur: De religieuze praktijken waren sterk verweven met de sociale structuur van de samenleving. De rol van de Brahmana's als priesters was cruciaal, en ze genoten een hoog aanzien vanwege hun kennis van de heilige geschriften en hun vermogen om rituelen uit te voeren.

Evoluerende religieuze praktijken: Gedurende de tijd evolueerden de religieuze praktijken van de Ariërs, waarbij er veranderingen waren in de nadruk op bepaalde goden, de aard van de offerceremonies, en de filosofische onderbouwing van hun geloofssystemen.

De religie van de Ariërs, zoals vastgelegd in de Vedische literatuur, vormt de vroegste fase van wat later zou evolueren tot het hindoeïsme. Het is belangrijk op te merken dat het hindoeïsme als een term en als een samenhangend religieus systeem zich pas veel later ontwikkelde, als een synthese van verschillende religieuze tradities en praktijken in het Indiase subcontinent.
Rond 600 v.Chr. vermengde Vedisme zich met het oude Indische geloof.

Tegenwoordige Hindoeïsme.
Acculturatie proces.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Invloeden van de Ariërs 

  • Veda's (heilig boek) geschreven in het Sanskriet.
  • Swastika: teken van de eeuwige kringloop van reïncarnatie.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


Wat is een acculturatieproces?
A
Culturen smelten samen tot een nieuwe cultuur.
B
Een land neemt andere landen in door oorlogvoering.
C
Een land verandert van dictatuur naar democratie.
D
Een religie wordt een andere religie.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De taal van het volk dat India is binnen gevallen  is nog steeds de heilige taal voor de hindoes.
Welke taal is dit?
1
Het hindoeïsme heeft zich via de handel over de hele wereld verspreid.
 Hoeveel hindoes leven er ongeveer op de wereld?
 
2
Hoeveel hindoes wonen er ongeveer in Nederland?
3
timer
1:00

Slide 19 - Slide

1. Sanskriet
2. 1 miljard
3. ruim 215 000

Wie waren de Ariërs en welke invloed hadden ze op het Hindoeïsme?
A
De Ariërs waren oorspronkelijke inwoners van India, zonder invloed op het Hindoeïsme.
B
De Ariërs waren Chinese ontdekkingsreizigers die het Hindoeïsme naar Azië brachten.
C
De Ariërs waren een volk uit Afghanistan dat India binnenviel en invloed had op het Hindoeïsme.
D
De Ariërs waren Griekse handelaren die het Hindoeïsme verspreidden naar Europa.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Wat is het verschil tussen het Hindoeïsme en andere wereldreligies?
A
Het Hindoeïsme heeft een enkele godheid, andere religies niet.
B
Het Hindoeïsme kent geen concept van reïncarnatie, andere religies wel.
C
Het Hindoeïsme is ontstaan vanuit een acculturatieproces.
D
Het Hindoeïsme heeft geen heilige geschriften, andere religies wel.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


Wat betekent de oorsprong van de naam 'hindoe'?
A
Het is een verwijzing naar de Ariërs.
B
Het is een Perzische benaming voor 'heilige plaats'.
C
Het is afgeleid van het Sanskriet woord voor 'god'.
D
Verbastering van het woord 'Shindoe', wat 'rivier' betekent.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen dat het Hindoeïsme vanaf de oorsprong een religie is, ontstaan vanuit een acculturatieproces.
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen het Hindoeïsme en andere wereldreligies.
  • Ik weet wat de oorsprong van de naam hindoe betekent.
  • Ik kan benoemen wie de Ariërs waren en welke invloed ze gehad hebben op het Hindoeïsme. 
 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions