Nieuwsbegrip AA week 49

Hoe het met je gaat,
of je ziek bent of niet.
A
gezondheid
B
ziek
C
bewegen
D
gezonde voeding
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
WoordenschatPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Hoe het met je gaat,
of je ziek bent of niet.
A
gezondheid
B
ziek
C
bewegen
D
gezonde voeding

Slide 1 - Quiz

doodgaan
A
graf
B
begraven
C
overlijden
D
afscheid

Slide 2 - Quiz

met veel geld
A
arm
B
gelukkig
C
rijk
D
dure auto

Slide 3 - Quiz

op de laatste plaats
A
het meest
B
het minst
C
vooral
D
verliezen

Slide 4 - Quiz

de slimme, handige manier om iets te doen
A
knap
B
de truc
C
intelligent
D
eenvoudig

Slide 5 - Quiz

Wat je heel graag wilt, gebeurt echt.
A
ooit
B
uitkomen
C
dromen
D
geweldig

Slide 6 - Quiz

niet doodgaan (na een erge ziekte)
A
ongeluk
B
ziek zijn
C
overlijden
D
overleven

Slide 7 - Quiz

In de eerste plaats,
wat het meest voorkomt.
A
gezondheid
B
ooit
C
vooral
D
het minst

Slide 8 - Quiz

van alle tijden
A
toekomst
B
uitkomen
C
ooit
D
vooral

Slide 9 - Quiz

niet rijk, met weinig geld
A
rijk
B
miljonair
C
luxe
D
arm

Slide 10 - Quiz

uitkomen
overlijden
de truc
rijk
ooit
vooral
het minst

overleven
arm
de gezondheid
Hoe het met je gaat, of je ziek bent of niet.
niet doodgaan (na een erge ziekte)

niet rijk, met weinig geld

Op de laatste plaats
in de eerste plaats
van alle tijden
met veel geld
de slimme, handige manier om iets te doen
wat je heel graag wilt, gebeurt echt
doodgaan

Slide 11 - Drag question