leerstof 3DO trimester 1

Geschiedenis is voor mij...
Altijd al een moeilijk vak gebleken.Ik ben er te weinig in geïnteresseerd.
Ik vind dat gemakkelijk om te studeren en ik ben altijd tevreden over mijn punten.
Ik snap er niks van. Niet in de les, niet op een kt, niet in de lestekst....ik ga zo buizen!
ik vind het boeiende lessen maar de leerstof is voor mij echt wel moeilijk.
Ik kom meestal met een goed gevoel naar het examen maar wandel buiten met het idee 'wat was dat'?
1 / 35
next
Slide 1: Poll
GeschiedenisSecundair onderwijs

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Geschiedenis is voor mij...
Altijd al een moeilijk vak gebleken.Ik ben er te weinig in geïnteresseerd.
Ik vind dat gemakkelijk om te studeren en ik ben altijd tevreden over mijn punten.
Ik snap er niks van. Niet in de les, niet op een kt, niet in de lestekst....ik ga zo buizen!
ik vind het boeiende lessen maar de leerstof is voor mij echt wel moeilijk.
Ik kom meestal met een goed gevoel naar het examen maar wandel buiten met het idee 'wat was dat'?

Slide 1 - Poll

This item has no instructions

Welke omschrijving hoort bij het sociaal domein?
A
Alles wat mensen doen om in hun levensonderhoud te voorzien: zelf voedsel en kleding maken of werken voor een inkomen om dat te kunnen kopen.
B
Alles wat bijdraagt aan onze ontwikkeling als mensen en dat brengt ons bij kunst, geloof, wetenschap, techniek, onderwijs enz. Ook onze ontspanning, dagelijkse gewoonten en tradities horen erbij.
C
Alles wat betrekking heeft op hoe mensen of groepen ten opzichte van elkaar staan in een maatschappij.
D
Alles wat betrekking heeft op de organisatie van de maatschappij en de macht om regels te maken en te doen naleven.

Slide 2 - Quiz

Sociaal verwijst naar hoe mensen onderling met elkaar omgaan. Vandaar komt ook de uitdrukking 'Je bent een sociaal persoon!' Dan kan je vlot met anderen om. 

Romeinen waren bezig met badhuizen en spelen
Voedseltekorten
Germanen leefden in stammen.
Hunnen
Klimaatsverandering
Uitputting landbouwgronden
Verzwakt WRR

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Wie heeft al geoefend op de tijdslijn? Helemaal niet is uiterst links, ik heb het onder de knie uiterst rechts.
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Wie van de klas zal de tijdslijn het snelst juist op een blad krijgen? Noteer de voornaam van die leerling. (indien twee leerlingen met dezelfde naam plaats je er de achternaam bij). Je noteert slechts 1 naam.

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

de tijdvakken
stap 1: de leerling neemt een blad papier en noteert er per lijn onder elkaar
 A B C D E F G  en  1 2 3 4 5 6
stap 2: de leerkracht meet de tijd
stap 3: de leerlingen bekijken de tijdlijn en vullen de cijfers en de letters aan.
stap 4: Klaar? Ga rechtstaan en steek je blad omhoog. Alle pennen gaan naar beneden.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Benoem de tijdvakken (letters)
benoem de einddatum (cijfers)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

4de eeuw
500
6de eeuw
800
843
1453
1492
1789
Verdrag van Verdun
inname van Constantinopel door de Turken
keizer Justinianus
kroning Karel de Grote
invallen van de Germanen in WRR
kroning van Clovis
ontdekking van Amerika
Franse revolutie

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

ik oefende mijn kaarten al... op een schaal van 1 tot 10. (1 = ik keek er nog niet naar, 10 is ik heb de kaarten minimaal 3 keer ingeoefend)
010

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Constantinopel
Pauselijke staten
Aken
Vikingen
islam
zwarte zee

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Welke rivier ligt in het zuiden van het Frankische rijk van Karel de Grote?
A
Donau
B
Elbe
C
Ebro
D
Schelde

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welk volk vormde geen bedreiging voor het Frankische rijk van Lodewijk de Vrome?
A
Hongaren
B
moslims
C
Hunnen
D
Vikingen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De hoofdstad van Clovis was....
A
Aken
B
Parijs
C
Doornik
D
Rome

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Ik weet dat de begrippen achteraan en in de zijkant van mijn boek uitgelegd staan:
Oei, wist ik niet.
Tuurlijk wel, al bekeken voor de kt's.
Weet ik maar helaas nog niet bestudeerd.
Weet ik maar moeten we dat écht studeren?

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

Leg met je eigen woorden standplaatsgebondenheid uit.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Na het zien van vorige kaart, benoem de meest passende oorzaak van de val van het WRR.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Zoek snel op het internet naar nog een oorzaak van de val van dat Romeinse RIjk. Zorg dat je deze oorzaak met een afbeelding kan duidelijk maken.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Wie was de eerste karolingische vorst?
A
Clovis
B
Karel Martel
C
Pepijn de Korte
D
Karel de Grote

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat past niet bij het doopsel van Clovis...
A
Hij werd gedoopt bij zijn geboorte.
B
Zijn vrouw overtuigde hem zich te laten dopen.
C
Clovis liet zich dopen om de steun van de Kerk te krijgen.
D
Clovis schonk de Pauselijke Staten.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke koning of keizer had geen poging gedaan om het rechtsysteem aan te pakken?
A
Karel de Grote
B
Justinianus
C
Clovis
D
Pepijn de Korte

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

laat het gewoonterecht optekenen. Lex Salica
codex
capitularia
Clovis
Karel de Grote
Justinianus

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

wie krijgt een deel van het rijk van Karel de Grote na 843
A
Zijn drie zonen Karel, Lotharius en Lodewijk
B
zijn zoon Lodewijk de Vrome
C
zijn zoon Pepijn de Korte
D
zijn kleinzonen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Zoek een voorbeeld van een heidens ritueel dat in een christelijke versie
bewaard bleven. (Tip: feest)

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Waarom is de Codex Justinianus een goede oplossing?
A
1 wetboek dat in het hele rijk geldt
B
De wetten worden nu gewoon opgeschreven (vroeger mondeling)
C
Elke inwoner krijgt een exemplaar van de Codex
D
Er zijn veel minder wetten dan voordien

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welke invloed hadden de Germaanse stammen in onze streken op onze taal?
A
Nederlands is een Germaanse taal en door de verovering van de Romeinen kregen onze streken een Germaanse taal
B
Nederlands is een Romaanse taal en door de verovering van de Romeinen kregen onze streken een Germaanse taal
C
Nederlands is een Germaanse taal en door de verovering van de Franken kregen onze streken een Germaanse taal
D
Nederlands is een Romaanse taal en door de verovering van de Franken kregen onze streken een Romaanse taal

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

De regel van Benedictus was een...
A
kunstregel
B
politieke regel
C
landbouwregel
D
kloosterregel

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent autarkie?
A
een bestuursvorm waarbij één persoon de macht uitoefent.
B
Je voorziet in je eigen levensonderhoud. Zo min mogelijk afhankelijk zijn van anderen.
C
in een klooster leven.
D
van buitenaf komende

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welke staatsvorm had Justinianus
A
democratie
B
dictatuur
C
theocratie
D
oligarchie

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Door erfopvolging van vader op zoon of dochter blijft de koningstitel in dezelfde familie is
A
dynastie
B
presidentschap
C
eucharistie
D
monarchie

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Continuïteit t.o.v. de bloeiperiode van het Romeinse rijk
breuk t.o.v. de bloeiperiode van het Romeinse rijk
Sterk centraal leger
Keizer-schap
Caesaro-papisme
Romeinse wetten in een wetboek (codex)
Solidus (munt)

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Monarchie
Republiek
Dictatuur
Vorst
President
Koning
Erfelijk staatshoofd met beperkte macht
Verkozen staatshoofd met tijdelijke macht
Onbeperkte macht bij één persoon
Dictator

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

een synoniem voor landbouwsamenleving

iets of iemand christelijk maken
een geestelijke die in opdracht van de Kerk zoveel mogelijk mensen bekeert tot het christendom
een overblijfsel van een heilige dat vereerd wordt om hulp te krijgen
agrarische samenleving
christianisatie
missionaris
reliek

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Ik zie het examen geschiedenis ... zitten.
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

This item has no instructions

Geef zelf aan waar je nog aan moet werken om goed te kunnen scoren op het examen

Slide 35 - Open question

This item has no instructions