energizers

energizers
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

energizers

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Fizz Buzz
De eerste speler begint te tellen, vanaf 1 omhoog.  
Met twee voorbehouden:
1. wanneer hij bij 5 is, of bij een veelvoud van 5  (10, 15, 20 enz.) zegt hij in plaats van het vijfvoud: Fizz! 
2. in plaats van 7, of een veelvoud van 7 (14, 21 enz.) zegt hij Buzz

De andere spelers houden in de gaten of hij zich aan deze regels houdt. Als hij een vergissing maakt is hij af. Het laatste getal wat goed was is zijn score!

De beurt is dan aan de volgende speler. Degene die de meeste punten heeft wint.  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

timer
3:00
Wie kan de meeste maken? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm: Wie of wat ben ik?
Ik deel graag een werkvorm met je zodat je het geleerde bij de deelnemers nog beter kunt borgen.

Doel
Borging van het geleerde uit de training
Indien gewenst, bekwamen in het stellen 
van open/gesloten vragen
Benodigdheden
Post-its
Pennen
Tijdsbesteding
20-30 minuten.
Werkwijze
Benoem het doel van de werkvorm.
We gaan er samen voor zorgen dat je de belangrijkste aspecten uit de training nooit meer vergeet door het aloude spel, wie of wat ben ik, te spelen.
Maak tweetallen (evt. trio)
Geef de volgende opdracht: schrijf op de post-it 1 woord waar we het over hebben gehad in de training. (benoem een aantal voorbeelden denk aan denker, doener, Belbin, attentieboog, allemaal afhankelijk van het onderwerp in je training)
Zorg dat je duopartner niet ziet wat je schrijft.
Als iedereen iets op zijn post-it heeft staan; plak de post-it op het voorhoofd van je duopartner en ga tegenover elkaar zitten. (je kunt als trainer controleren of de belangrijkste aspecten uit de training aan bod zijn gekomen door langs te lopen)
In duo's: Om de beurt mag je 1 gesloten vraag stellen aan de ander over wat er op jouw voorhoofd staat. De ander reageert met ja of nee. Raad net zo lang totdat je weet wie of wat je bent.
Maak aan het einde plenair een rondje wie of wat de deelnemers waren. Stel daar eventueel verhelderende vragen bij. Een mooie samenvatting van je training!
Ter aanvulling
Als een groep sneller klaar is dan de andere groep kun je ze nog een ronde laten doen.
Niet iedereen vind het prettig als er een post-it op het gezicht wordt geplakt. Deze kan ook ergens anders worden geplakt, zolang de deelnemer in kwestie het maar niet kan zien.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

weerwolven

- je stelt een vraag
-iedereen denkt er even over na
- iedereen wijst naar iemand die het beste antwoord op de vraag is en legt uit waarom hij diegene aanwijst met concrete voorbeelden

vb vraag: wie is het meest behulpzaam
wie is het snelste afgeleid
wie kan het beste uitleggen
wie is het snelste klaar

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Spinnenweg
nog uitzoeken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kletspot
kopen1

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Strooptest












Bron: lessonup internethelden

Slide 8 - Slide

Ronde 1: lees de woorden voor
Ronde 2: noem de kleur 


Hierbij moet de testpersoon de natuurlijke neiging om een woord automatisch te lezen (de semantische betekenis te bepalen) onderdrukken en in plaats daarvan de minder geautomatiseerde handeling kleur benoemen uitvoeren.
U kunt dit zelf uitproberen door de kleuren van onderstaande woorden hardop te benoemen. U leest dus niet de woorden op maar u zegt welke kleur de woorden hebben.
https://www.klassenkracht.nl/wp-content/uploads/2015/11/Energizers1.pdf
kopen1

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

https://hetnlpcollege.nl/energizers-klas-teambuilding/
kopen1

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Energizer
1 is de kaart rood of zwart (fout = zitten)
2 is de kaart hoger of lager dan de vorige (fout = zitten)
3 ligt de volgende kaart tussen kaart 1 en 2 (fout = zitten)
4 is de volgende kaart een kleur (harten, ruiten, schoppen, klaver) die we al gehad hebben of een nieuwe (fout = zitten)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Start - Stop - Continue
Start  - ik ga starten met?
Stop - ik ga stoppen met?
Keep - ik ga door met? 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Over de lijn
stellingen om mening van iedereen te krijgen
persoonlijk 
tot algemene kennis
goede mix
om elkaar beter te leren kennen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Over vooroordelen
Ga op 4 meter tegenover elkaar staan in 2-tal
Ik denk dat jij.... "bijv een hond hebt/ uit Rotterdam komt/ een bijbaan hebt, etc".. (Goed doe een stapje naar voren)
Om en om.. 
Je raakt bewust van je eigen vooroordelen! Vooroordelen zijn goed, je hebt ze nodig om een situatie in te schatten.. maar beoordeel een ander er niet op. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions