H4 Thema 3 bs 3 opdracht

Vraag 1
Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s
(heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage
nakomelingen in de F1 dat wit haar zal hebben?

Teken een kruisingsschema op een kladblaadje !
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vraag 1
Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s
(heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage
nakomelingen in de F1 dat wit haar zal hebben?

Teken een kruisingsschema op een kladblaadje !

Slide 1 - Slide

Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s
(heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage
nakomelingen in de F1 dat wit haar zal hebben?

Slide 2 - Open question

Vraag 1
Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s
(heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage
nakomelingen in de F1 dat wit haar zal hebben?
Teken een kruisingsschema !

Slide 3 - Slide

Vraag 2a
Hiernaast is een stamboom weergegeven. De eigenschappen C en D erven niet X-chromosomaal over.

Welke eigenschap is dominant?

Slide 4 - Slide

Vraag 2a
Welke eigenschap is dominant?
A
C
B
D

Slide 5 - Quiz

Vraag 2b
Hiernaast is een stamboom weergegeven. De eigenschappen C en D erven niet X-chromosomaal over.

Welk genotype heeft persoon 4?

(Dominant = A, recesief = a)

Slide 6 - Slide

Vraag 2b
Welk genotype heeft persoon 4?

Slide 7 - Open question

Vraag 2C
Hiernaast is een stamboom weergegeven. De eigenschappen C en D erven niet X-chromosomaal over.

Welk genotype heeft persoon 5?

(Dominant = A, recesief = a)

Slide 8 - Slide

Vraag 2c
Welk genotype heeft persoon 5?

Slide 9 - Open question

Vraag 2d
Hiernaast is een stamboom weergegeven. De eigenschappen C en D erven niet X-chromosomaal over.

Welk(e) genotype(s) heeft persoon 7 hebben?

(Dominant = A, recesief = a)

Slide 10 - Slide

Vraag 2d
Welk(e) genotype(s) heeft persoon 7 hebben? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
AA
B
Aa
C
aa

Slide 11 - Quiz