1.1 De eerste mensen

Goedemorgen!
1. Ga zitten op jouw plek in de plattegrond.

2. Pak je aantekeningenschrift, pen en leerdoelenkaart.
1 / 46
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
1. Ga zitten op jouw plek in de plattegrond.

2. Pak je aantekeningenschrift, pen en leerdoelenkaart.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:

4. Je kunt vier kenmerken noemen van het leven van jagers en verzamelaars.
5. Je kunt het middel van bestaan noemen van jagers en verzamelaars.
 6. Je kunt het begrip prehistorie uitleggen.
Vandaag:

- Bespreken leerdoelen
- Zelfstandig leren
- Quiz
- Filmpje?

Slide 2 - Slide

4. Je kunt vier kenmerken noemen van het leven van jagers en verzamelaars.

Slide 3 - Slide

Wat zijn kenmerken?


- We gaan een filmpje kijken. Onthoud zoveel mogelijk kenmerken op van jagers en verzamelaars.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

4. Je kunt vier kenmerken noemen van het leven van jagers en verzamelaars.

  1. Mannen gingen jagen, vrouwen gingen verzamelen
  2. Nomaden: geen vaste woonplaats
  3. Groepen van 20 tot 30 mensen
  4. Werktuigen van hout, steen en botten

Slide 6 - Slide

4. Je kunt vier kenmerken noemen van het leven van jagers en verzamelaars.

  1. Mannen gingen jagen, vrouwen gingen verzamelen
  2. Nomaden: geen vaste woonplaats
  3. Groepen van 20 tot 30 mensen
  4. Werktuigen van hout, steen en botten

Slide 7 - Slide

Leerdoel 5: Je kunt het middel van bestaan noemen van jagers en verzamelaars.

Slide 8 - Slide

Middel van bestaan:

De manier waarop mensen aan eten komen.

Welke manier herken je op de afbeelding hiernaast?

Slide 9 - Slide

Middelen van bestaan van een jager- verzamelaar: 
Jagen

Slide 10 - Slide

Middelen van bestaan van een jager- verzamelaar: 
Verzamelen

Slide 11 - Slide

Middelen van bestaan van een jager- verzamelaar: 
Vissen

Slide 12 - Slide

Leerdoel 5: Je kunt het middel van bestaan noemen van jagers en verzamelaars.
Jagen, verzamelen en vissen.

Slide 13 - Slide

Leerdoel 6: Je kunt het begrip prehistorie uitleggen.

Slide 14 - Slide

Prehistorie
De tijd voordat er geschreven werd, noemen we de prehistorie.

Pre = voor
Historie = geschiedenis
Dus = de tijd voordat de geschiedenis begon



Slide 15 - Slide

Prehistorie
Historie
Hunebed

Hiërogliefen uit Egypte

Slide 16 - Slide

Leerdoel 6: Je kunt het begrip prehistorie uitleggen.

Prehistorie is de tijd waarin mensen nog niet konden lezen en schrijven. Historie kunnen ze wel lezen en schrijven. 

Slide 17 - Slide

Nu: in stilte leren leerdoel 1 t/m 6.
- Je pakt een blaadje en legt dat over je leerdoelenkaart heen.
- Je schuift het blaadje naar beneden, zodat je het eerste leerdoel ziet staan. Let op: hou het blaadje over het antwoord heen.
- Probeer in je hoofd te bedenken wat het antwoord is. 
- Herhaal dit, totdat je alle leerdoelen in je hoofd kan opnoemen.  
timer
5:00

Slide 18 - Slide

Hoe heet onze jaartelling?

Slide 19 - Open question

De jaartelling begint bij de geboorte van Jezus Christus in het jaar 0.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat is de andere naam voor de tijd van jagers en boeren?

Slide 21 - Open question

Tot wanneer duurde de tijd van Jagers en boeren?
A
3000 v.C.
B
3000 n.C.
C
1
D
Het begin van de mens

Slide 22 - Quiz

Wat is geen kenmerk van de jagers en verzamelaar?
A
Groepen van 20 tot 30 mensen
B
Ze konden lezen en schrijven
C
Nomaden: geen vaste woonplaats
D
Werktuigen van hout, steen en botten

Slide 23 - Quiz

Hoe noemen we de periode waarin mensen niet konden lezen en schrijven?

Slide 24 - Open question

Wat is een ander woord voor historie?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Video

Goedemorgen!
1. Ga zitten op jouw plek in de plattegrond.

2. Pak je aantekeningenschrift, pen en leerdoelenkaart.

Slide 27 - Slide

Leerdoelen:

7. Je kunt twee verschillende bronnen noemen. 
8. Je kunt de taakverdeling tussen mannen en vrouwen met voorbeelden toelichten.
Vandaag:

- Bespreken leerdoelen
- Zelfstandig leren
- Quiz
- Filmpje?

Slide 28 - Slide

Herhaling vorige les:
Wat was het middel van bestaan bij jagers en verzamelaars?
Wat zijn nomaden?
Uit hoeveel mensen bestonden de stammen ongeveer?

Slide 29 - Slide

7. Je kunt twee verschillende bronnen noemen. 

Slide 30 - Slide

Bronnen
Alles waar je informatie uit kunt halen.

(Afbeelding, boek, potresten, schilderijen, botresten enz.)

Slide 31 - Slide

Geschreven en ongeschreven bronnen:
Geschreven bron
Ongeschreven bron
Alles wat je wel kan lezen
Alles wat je niet kan lezen

Slide 32 - Slide

7. Je kunt twee verschillende bronnen noemen. 
Geschreven bronnen: bijvoorbeeld een brief. 
Ongeschreven bronnen: bijvoorbeeld een hamer.

Slide 33 - Slide

8. Je kunt de taakverdeling tussen mannen en vrouwen met voorbeelden toelichten.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

8. Je kunt de taakverdeling tussen mannen en vrouwen met voorbeelden toelichten.
Mannen: jagen en vissen.
Vrouwen: verzamelen en voor de kinderen zorgen.

Slide 36 - Slide

Wanneer begint de christelijke jaartelling?
A
Het jaar 0
B
Het jaar 1
C
Bij de geboorte van Jezus
D
Na de verovering van de Egyptenaren

Slide 37 - Quiz

Ze de periodes in de juiste volgorde van tijd.
Tot 3000 v. Chr.
3000 v. Chr. tot 500 n. Chr.
500-1500
1500-1800
1800 tot nu
Middeleeuwen
Vroegmoderne tijd
Prehistorie
Moderne tijd
Oudheid

Slide 38 - Drag question

In welke eeuw is het jaar 1345?
A
13e eeuw
B
14e eeuw
C
12e eeuw
D
23e eeuw

Slide 39 - Quiz

Is je informatieboek voor geschiedenis een bron?
A
Ja
B
Nee

Slide 40 - Quiz

Is dit een geschreven of
ongeschreven bron?
A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron

Slide 41 - Quiz

Helpen met verzamelen
Verzamelen
Jagen
Kinderen
Vrouw
Man

Slide 42 - Drag question

Wat is het middel van bestaan?
A
De manier hoe mensen aan eten komen
B
De manier hoe mensen jagen
C
De manier hoe mensen rondtrekken
D
De manier hoe mensen nomadisch leven

Slide 43 - Quiz

Wat is geen middel van bestaan?
A
Auto
B
Jagen
C
Vissen
D
Verzamelen

Slide 44 - Quiz

De jager-verzamelaars waren nomaden. Wat zijn nomaden?
A
Mensen die op één plek blijven wonen
B
Mensen die rondtrekken op zoek naar voedsel
C
De eerste boeren
D
een soort insect

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Video