Burgerschap # les 3 Ik kan democratisch handelen

• Onderwijsassistent
• MBO
• Studiejaar 2

Les  3- Dimensie: ''Ik kan democratisch handelen''

S238B Burgerschap - OA 
23 mei 2025 - Melle Eshuis 

-Programma- Introductie-les dimensie 4 

Deel 2 : Zelfstandig aan de slag 

8.  Zelfstandig aan de slag 

9. Afsluiting 

Deel 1:

1. Welkom/AWR/ Check in/ PPP

2. Mededelingen 

3. Starter: Terugblik vorige les 

4. Speeddate politieke stromingen 

5. Lesdoelen 

6. Waaruit bestaat de overheid? 
7. Begrippencheck 

Check in- Persoonlijke Praktische Punten

Verwachtingen klas- docent- student

• Een schone omgeving leert fijner. Eten doen we buiten de les.  
• We zorgen samen voor een veilige omgeving. Dus tonen we respect voor elkaar en laten we elkaar uitpraten.  
• Iedereen hier kan in rust leren. Dus heb je schoolspullen bij en staat je mobiel op stil tijdens de les is deze niet zichtbaar.
• We kunnen samenwerken en helpen elkaar waar nodig. Leren doen we samen! 

Mededelingen 

Let op! 
De eindopdracht kleine wijziging- jullie krijgen een politieke stroming. 
Voordeel: Makkelijker debat te voeren + je verdiepen en leren om vanuit andere punten te kijken + leren je standpunten goed te beargumenteren (ook al sta je wellicht in het echte leven niet achter deze stroming).  Bij deel 2 - zoom ik hier nog even op in. 

Starter: Terugblik vorige les(sen) 
Weten jullie nog de 8 kenmerken van een democratie te benoemen? 

1.Er is een volksvertegenwoordiging (Eerste & Tweede kamer)

2.Vrije en eerlijke verkiezingen

3.Scheiding van de machten (Trias Politica)

 4.Politieke veiligheid voor iedereen (rechten & plichten gelijke behandeling)

5.Vrijheid van burgers wordt beschermd (bv vrijheid van meningsuiting)

6. Oprichten van clubs/organisaties (vakbonden etc)

7. Persvrijheid

8. GRONDWET 

Speeddate vanuit de 3 politieke stromingen 

- Elke student krijgt een personage uitgedeeld met een ''typisch voorbeeld'' van een van de stromingen. Probeer je in het personage in te leven. 

- Als de timer gaat lopen dan ga je met elkaar in gesprek aan de hand van de volgende vragen: 

• Wat vind jij belangrijk in de samenleving?
• Moet de overheid veel of weinig regelen?
• Hoe kijk je naar armoede of ongelijkheid?
  
  Het is geen debat dus wees nieuwsgierig en probeer voor jezelf erachter te komen om welke stroming het gaat. Onthoud dit maar spreek dit nog niet uit. 
  Als de timer afgaat schuift een rij op, een plekje naar rechts. 
  
  
  

Progressief = vooruitstrevend
Vernieuwing, verandering, sociale vooruitgang 

Conservatief = behouden wat is
Behoud van tradities, stabiliteit, voorzichtig met verandering

Kernwaarden
LINKS: Gelijkheid, solidariteit
RECHTS: Vrijheid, eigen verantwoordelijkheid

Speeddate vanuit de 3 politieke stromingen 

• Evaluatie: 
  
  
• Welk personage sprak je het meest aan? 
• Was je het ergens verrassend mee eens of oneens?
• Welk verschil vond je opvallend? 

Progressief = vooruitstrevend
Vernieuwing, verandering, sociale vooruitgang 

Conservatief = behouden wat is
Behoud van tradities, stabiliteit, voorzichtig met verandering

Kernwaarden
LINKS: Gelijkheid, solidariteit
RECHTS: Vrijheid, eigen verantwoordelijkheid

Lesdoelen vandaag: 

• Aan het einde van de les kun je:
• De 3 verschillende  ''hoofd'' politieke stromingen uitleggen in Nederland
• Uitleggen uit welke drie lagen de overheid bestaat 
• Uitleggen hoe het werkt met stemmen en zetels  (eerste / tweede kamer)
  
• Begrippen uitleggen met voorbeelden o.a. zetels, oppositie, coalitie, motie
  
  
• Je hebt een start gemaakt met het schrijven van je politieke partij- programma 

Waaruit bestaat de overheid? 

• Onderscheid in onderdelen/ lichamen die wel en niet rechtstreeks worden gekozen 
  Bijv. Tweede kamer, gemeenteraad,waterschappen- rechtstreeks gekozen door volk 
  Burgemeesters, en ministers - niet 
  
  
• Drie lagen: 
  - Rijksoverheid/ centrale overheid (Eerste kamer, Tweede kamer, ministers)  
  - Provincies 
  - Gemeenten 

Progressief = vooruitstrevend

Conservatief = behouden wat is

Waaruit bestaat de overheid? 

Tweede kamer 150 zetels- stelt wetten voor, wordt direct gekozen door volk 
Eerste kamer 75 zetels - controleert wetten, stelt deze niet zelf voor, indirect gekozen

Zetels worden bepaald aan de hand van :
- Totaal aantal stemmen gedeeld door 150 = kiesdeler 
Dus stel je hebt → 12.300.000 stemmen in totaal is dan ÷ 150 = 82.000 stemmen per zetel
Partij X heeft  820.000 ÷ 82.000 = 10 zetels 

Kabinet wordt gevormd aan de hand van partijen die samen 76 zetels behalen. 
Coalitie versus oppositie 

Progressief = vooruitstrevend

Conservatief = behouden wat is

Belangrijke begrippencheck 

Zoek in duo's de volgende begrippen op (zonder Chatgpt en via google) 
Zetels-

Coalitie- 

Oppositie -

Macht - 

Inspraak- 

Motie- 

Beantwoord daarna samen de volgende vraag- zonder internet!!
Hoe denk je dat de kleine partijen enigszins nog macht kunnen uitoefenen? 

Zelfstandig aan de slag

- Deze les: 
Stap 1: Zoek op internet naar partijprogramma's. Kijk naar websites. Doe inspiratie op.. Hoe ziet dit eruit? 
Stap 2:  Lees meer over je stroming en schrijf met elkaar de kernwaarden van je partij op vanuit deze stroming.  
Stap 3: Bedenk een partijnaam en een slogan

Stap 4: Bekijk de 10 standpunten die je in ieder geval moet vormen over de thema's. En maak een start met  het schrijven van twee standpunten per onderdeel (onderwijs/zorg, wonen en vervoer, milieu, jongeren, inclusie)

Programma

• Check goed of alles in je partijprogramma zit. 
  10 Standpunten in ieder geval terug laten komen over: 
  - Onderwijs en zorg 
  - Wonen en vervoer
  - Milieu (klimaat en energie) 
  - Jongeren 
  - Inclusie 
  
  Eventueel nog andere onderwerpen? 

Aan de slag 

Aan de slag met stap 1:

1. Lees je in over de politieke stroming. 
Wat houdt dit in? Schrijf kort uit wat de stroming inhoudt. 
2. Bedenk een partijnaam bij deze stroming 
En ga alvast aan de slag met een pakkende Slogan en Logo 

Lesdoelen check- vandaag: 

Aan het einde van de les kun je:

• De 3 verschillende ''hoofd'' politieke stromingen uitleggen in Nederland
  
• Uitleggen uit welke drie lagen de overheid bestaat
  
• Uitleggen hoe het werkt met stemmen en zetels (eerste / tweede kamer)
  
• Begrippen uitleggen met voorbeelden o.a. zetels, oppositie, coalitie, motie
  
• Je hebt een start gemaakt met het schrijven van je politieke partij- programma 

Ciao! Fijn weekend!