Weet je het verschil tussen tekstdoel, tekstvorm en tekstsoort
Weet je hoe de je de leesmanieren verkennend, grondig en zoekend lezen moet toepassen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
This lesson contains 16 slides, with text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Doel
Na deze les:
Kun je het onderwerp van een tekst aanwijzen.
Weet je wat een deelonderwerp is.
Kun je een alinea in een tekst aanwijzen.
Weet je wat een kernzin is.
Weet je het verschil tussen tekstdoel, tekstvorm en tekstsoort
Weet je hoe de je de leesmanieren verkennend, grondig en zoekend lezen moet toepassen
Slide 1 - Slide
Onderwerp van de tekst
Slide 2 - Slide
ONDERWERP - van de tekst
> Waarover gaat de tekst?
Slide 3 - Slide
Het onderwerp van een tekst
Slide 4 - Slide
Deelonderwerp
Slide 5 - Slide
Onderwerp en deelonderwerp
Slide 6 - Slide
alinea's?
Slide 7 - Slide
Geen alinea's
Wel alinea's
Slide 8 - Slide
Geen alinea's (dan is het ook lastig om de kernzin van en alinea te vinden)
kernzin van een alinea
Slide 9 - Slide
Tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm
Slide 10 - Slide
Tekstdoelen en tekstsoorten
Slide 11 - Slide
Tekstdoel: overtuigen
uitgangspunt: vooral argumentatie (dus eigen mening van de schrijver!) tekstsoort: betogende teksten (betoog) tekstvorm: commentaar, column, blog, ingezonden brief, opiniestuk, recensie, etc.
Slide 12 - Slide
Tekstsoorten & tekstdoelen
Slide 13 - Slide
3 leesmanieren
1. Grondig lezen -> je kunt antwoorden geven op vragen over de tekst
2. Zoekend lezen -> je zoekt in de tekst snel naar een bepaald antwoord op een vraag
3.Verkennend/globaal -> je scant de tekst om te bekijken waar de tekst over gaat.